JavaScript is required for this website to work.
post

Groenen wars van traditie en geschiedenis

Man met migratieachtergrond meer patriot dan Duitse Grüne

Dirk Rochtus4/3/2019Leestijd 3 minuten
Neidhardt von Gneisenau (1760-1831), één van de verguisde Pruisen

Neidhardt von Gneisenau (1760-1831), één van de verguisde Pruisen

foto © Reporters / DPA

Groen wil in Berlijn geschiedenis Pruisen weg uit openbare ruimte. Man met Turkse migratieachtergrond verdedigt erfgoed nieuwe vaderland.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Groenen hebben het niet zo begrepen op het militaire, zelfs niet als de geschiedenis ermee gemoeid is. Dat hebben hun Duitse collega’s weer eens aangetoond. Vorige week diende een van de plaatselijke afdelingen van de Grüne in Berlijn een voorstel in dat weer wat stof doet opwaaien, we zouden haast kunnen zeggen: historisch stof.

Bevrijdingsoorlogen

Het voorwerp van contestatie bevindt zich in het district Friedrichshain-Kreuzberg in het westelijke deel van Berlijn, te weten de ‘Generalszug’, een geheel van straten die sinds 1864 de namen van beroemde Pruisische generaals dragen. De Groenen verlangen nu – Achtung! – de ‘Entmilitarisierung des öffentlichen Raums’ (‘demilitarisering van de publieke ruimte‘).

Straten die herinneren aan generaals en veldslagen uit de tijd van de ‘Befreiungskriege’ (bevrijdingsoorlogen) zouden best omgedoopt worden. Tja, het ligt de Grüne blijkbaar zwaar op de maag dat toen in de strijd tegen Napoleon en de Franse bezetting het Duitse natiebewustzijn is ontwaakt.  ‘Am Anfang war Napoleon’, schreef Golo Mann, historicus én zoon van Thomas. ‘In den beginne was Napoleon’: in het begin van dat proces dat aangestuurd door de kernstaat Pruisen naar de Duitse eenmaking van 1871 zou leiden.

Gelijkberechtiging

Als de Grüne hun zin krijgen, zouden bijvoorbeeld de straatnaamborden ‘Yorckstraße’, ‘Blücherstraße’ en ‘Gneisenaustraße’ verdwijnen. Blücher kennen sommigen onder ons nog als de generaal die samen met Wellington de uitdrager van het Franse imperialisme in Waterloo versloeg. Ludwig Yorck von Wartenburg gold bij onze oosterburen als het symbool van de Duits-Russische vriendschap.

Als aanvoerder van het Pruisische corps in de Grande Armée sloot hij eind december 1812 een wapenstilstandsverdrag – de Conventie van Tauroggen – met een Russische generaal. Gneisenau is samen met Scharnhorst de geschiedenis ingegaan als hervormer van het Pruisische leger. Hij zorgde bijvoorbeeld voor de staatsburgerlijke gelijkberechtiging van officieren en soldaten.

Schuldsyndroom

De Grüne zijn blijkbaar vergeten dat de genoemde generaals niet zomaar sabelslepers waren, maar voor de vrijheid en voor gelijke rechten hebben gevochten. De groene verzetslui hebben geen kaas van geschiedenis gegeten, kennen het bredere plaatje niet, want dan zouden ze ook de naam ‘Kreuzberg’ moeten aanvechten. Die is immers afgeleid van de militaire orde ‘Eisernes Kreuz’, het ‘Ijzeren Kruis’.

De verwijzing naar die generaals uit het tijdperk van de ‘Bevrijdingsoorlogen’ vinden de Grüne niet meer ‘passend’, aangezien er nu toch een ‘diep partnerschap’ tussen Duitsland en Frankrijk bestaat. Veel Duitsers worstelen met de geschiedenis van hun land; de Grüne vormen de uitvergroting van dat schuldsyndroom.

Migratieachtergrond

De redding van het historische bewustzijn moet dan maar komen van mensen met een migratieachtergrond. De ‘Deutschtürke’ (Duitse Turk) Timur Husein, districtsafgevaardigde voor de christendemocratische CDU, wijst het voorstel van de Grüne resoluut af met de woorden:

‘Die Generäle sind verdiente Patrioten, die dazu beigetragen haben, Preußen und andere deutsche Länder von der französischen Fremdherrschaft zu befreien.’

(‘De generaals zijn verdienstelijke patriotten die ertoe bijgedragen hebben Pruisen en andere Duitse gebieden te bevrijden van de Franse overheersing’).

Vanuit zijn Turkse achtergrond weet Husein wat het betekent voor een natie om indringers van haar grondgebied te verdrijven. Vermoedelijk zal hij gedacht hebben aan Atatürk die twee jaar lang, van 1920 tot 1922, strijd leverde tegen het Griekse leger dat in Anatolië was binnengevallen. Maar afgezien van die historische analogie onderstreept het optreden van Husein waarom de kennis van geschiedenis zo belangrijk is:

‘Wenn wir nicht wissen, woher wir kommen, wissen wir nicht, wer wir sind und wohin wir wollen.’

(‘Wanneer we niet weten waar we vandaan komen, weten we niet wie we zijn en waar we naartoe willen.)

Erfgoed

Hansjörg Müller, de correspondent van de Neue Zürcher Zeitung (NZZ) in Berlijn, was het hele verhaal ook ter ore gekomen. In zijn kwaliteitskrant verwijst hij naar de ‘Geschichtssinn’, een gevoel voor geschiedenis dat de Groenen niet kennen, maar dat wel de grote uitgever Wolf Jobst Siedler kenmerkte, een man die zichzelf in zijn strijd voor het historische erfgoed van Pruisen weemoedig ‘der letzte Preuße’, de laatste Pruis, noemde.

Fijntjes merkt Müller op dat het optreden van Timur Husein als Duitser van Turkse afkomst in de beste Pruisische traditie past en door Siedler zeker zou gesmaakt zijn:

‘Die besten, überzeugtesten Preussen waren nicht selten französischstämmige’

(‘De beste, meest overtuigde Pruisen waren niet zelden van Franse afkomst’).

Inderdaad, het zijn uit Frankrijk gevluchte hugenoten die Pruisen in de 18de eeuw mee groot hebben gemaakt.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties