Geweld tegen christenen in de paastijd

Geweld tegen christenen in de aanloop naar en op Pasen is helaas al enkele jaren vaste prik in verschillende delen van de wereld. Als het met zwaar terrorisme gepaard gaat, haalt dat geweld nog eens het wereldnieuws, zoals in Sri Lanka. Meestal gaat het om gericht geweld, gericht op een christelijke minderheid.

Sri Lanka

Een heel zware reeks aanslagen in Sri Lanka brengt het geweld tegen christenen opnieuw op de voorgrond. 290 doden en zo’n 500 gewonden dat lijkt de balans van de aanslagen in Sri Lanka. In Negombo stierven zeker 93 gelovigen die Pasen vierden door een aanslag in de katholieke Sint Sebastiaankerk. In de katholieke kerk van Sint Antonius in Colombo vielen nog eens minstens 52 doden en in de evangelische Zionkerk overleefden 38 gelovigen de aanslag op hun paasdienst niet. Daarnaast zijn er nog de vele gewonden.

Maar vierende christenen waren niet genoeg voor de aanvallende religieuze extremisten, meer dan waarschijnlijk moslimextremisten. En dus werden er ook aanslagen verricht tegen hotels die populair zijn bij toeristen. In een hotel in de hoofdstad Colombo blies een terrorist zich op in een rij die stond aan te schuiven voor het paasbuffet. In totaal zijn er acht bomaanslagen geteld op paaszondag in Sri Lanka. De meeste daarvan zijn zelfmoordaanslagen.

De aanslagen werden nog niet opgeëist, maar in Sri Lanka wordt gekeken naar National Thoheeth Jam’ath (NTJ), een radicale moslimgroep die eerder ook al boeddhistische heiligdommen beschadigde. De regering zou gewaarschuwd zijn voor de aanslagen, maar zou daarop niet ingegrepen hebben. Ondertussen werden wel al de eerste verdachten aangehouden. Ook dat ging gepaard met geweld en de dood van drie politiemannen.

Christelijke minderheid

In Sri Lanka is 7% van de bevolking christelijk. Een meerderheid van 70% is boeddhistisch, 12% hindoeïstisch en zo’n 10% moslim. Er zijn al jaren gerapporteerde spanningen tussen de verschillende geloofsgroepen. De National Christian Evangelical Alliance of Sri Lanka (NCEASL) die meer dan 200 kerken en religieuze groepen vertegenwoordigt spreekt over 86 geverifieerde feiten van christenvervolging in 2018. Concreet gaat het over discriminaties, bedreigingen en geweld tegen christenen.

In 2019 noteerde NCEASL 26 incidenten. Op Palmzondag, 14 april 2019, werd nog een Methodistencentrum belaagd door een menigte. 25 jonge christenen werden aangevallen met stenen en voetzoekers en uiteindelijk ingesloten in hun gebedshuis.

In De Ranglijst Christenvervolging 2019 van Open Doors staat Sri Lanka op plaats 46. Open Doors vat de situatie voor christenen als volgt samen ‘Christenen worden op allerlei manieren gediscrimineerd op Sri Lanka. Lokale boeddhistische monniken herinneren bewoners er steeds aan dat ‘christenen hier niet horen’. Christenen worden dan ook extra in de gaten gehouden, beledigd en aangevallen. Christenen mogen niet worden begraven op de publieke begraafplaats. Wanneer christenen niet mee willen doen aan boeddhistische feesten worden ze verstoten. Op school kunnen kinderen door het gebrek aan christelijke docenten alleen het boeddhisme bestuderen. Zij worden gepest en krijgen slechtere cijfers.’

Nigeria

De aanslagen tegen christenen in Sri Lanka staan niet alleen. Ook in Nigeria werden in de loop van Pasen christenen aangevallen. Daar zijn er al langer spanningen tussen de islamitische Fulani herders en christenen. Tijdens een doop op Palmzondag werden door Fulani militanten 17 baptistische christenen gedood. De moeder van het kind dat gedoopt werd overleefde de aanval niet, de vader is zwaar gewond.

Het geweld in Nigeria blijft duren, maar kan op heel weinig internationale aandacht rekenen. Als er al aandacht is, dan word de oorzaak van het geweld vaak gezocht in socio-economische, historische of klimatologische redenen. 80% van de slachtoffers zijn christenen zijn en ook religie is een reden voor het geweld. Een ongemakkelijke waarheid die niet past in de schema’s.

Kopten in Egypte

Ook de Kopten in Egypte, een oude christelijke bevolkingsgroep, krijgen vaak te maken met geweld in de aanloop naar Pasen. Op Palmzondag werd ook in Egypte opnieuw geweld tegen christenen opgetekend. Een groep belaagde een christelijke zondagsschool met messen en stokken in een stad in de provincie Sohag op het moment dat kinderen er catechese kregen. Volgens getuigen kon een zwaar metalen hek de aanvallers net lang genoeg ophouden, zodat de politie kon ingrijpen. Twee priesters en een gelovige werden gewond en de bende slaagde er ook in de kerk te beschadigen.

Uit voorzorg besloot de politie de koptische kerk te sluiten ‘om verder geweld te voorkomen’. De lokale koptische gemeenschap had in de paasdagen geen kerk om te vieren. Het is een patroon dat wel vaker terugkeert in verhalen over vervolging van christenen, de slachtoffers moeten opdraaien voor de gevolgen. Ze worden opgesloten en van blasfemie beschuldigd of hun gebouwen worden gesloten om verdere incidenten te vermijden. De aanvallers zien hun actie beloond. Zolang niet luid genoeg geprotesteerd wordt daartegen zal er niets veranderen.