Gezond eten op je bord, met dank aan de boer
Nee, de boer probeert je niet te vergiftigen
boer – pesticide
Boeren krijgen het zwaar te verduren omwille van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Toch proberen ze je niet te vergiftigen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWe streven allen naar gezonde en gevarieerde maaltijden. Elke maaltijd is terug te brengen tot één bevolkingsgroep, namelijk de landbouwers. Het zijn zij die zorgen voor het graan om brood te maken, de groenten, vlees en aardappelen voor het middagmaal en de granen voor deegwaren bij het diner. Of zoals een onofficieel spreekwoord luidt: “Een pastoor heb je 2 keer nodig in je leven, een advocaat misschien wat meer, maar een boer, die heb je 3 keer per dag nodig.” Spijtig genoeg is er een aantal activistische groeperingen die er hun doel van hebben gemaakt de traditionele landbouwsector ten gronde te richten. Hun wapens? Foute informatie, geënsceneerde filmpjes en gerichte aanvallen op boeren en tuinders. Zo wordt er onder meer foutieve informatie verspreidt over pesticides en het gebruik ervan.
Geneesmiddel voor planten
Pesticides (of bestrijdingsmiddelen) zijn chemische middelen die aangewend worden om ziektes en plagen in teelten te voorkomen of te bestrijden. Daarnaast worden ze ook gebruikt om onze huisdieren te beschermen tegen plagen zoals vlooien en teken of gebruiken we ze op onszelf tegen bijvoorbeeld muggen. Waar er door bepaalde groeperingen met graagte wordt gesproken over landbouwgif, is het intellectueel eerlijker om ze te bestempelen als geneesmiddel voor planten. Want dat is uiteindelijk waarvoor ze dienen, de gewassen gezond houden zodat ze oogstbaar worden, zijn en blijven. Dit kan zowel preventief zijn, om de ontwikkeling van ziektes te voorkomen, als curatief, om ziektes te bestrijden.
Dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet zonder gevaar of gevolgen is, daar is geen discussie over. Daarom is het gebruik ook gereglementeerd. Voor een gewasbeschermingsmiddel op de markt komt, wordt het onderworpen aan allerhande tests en keuringen. In Europa is het EFSA (European Food Safety Authority) verantwoordelijk voor het al dan niet goedkeuren van de werkzame stoffen die gebruikt worden in gewasbeschermingsmiddelen. Toegelaten werkzame stoffen worden opgenomen in bijlage I van de richtlijn, samen met hun karakteristieke eigenschappen (zuiverheidsgraad, maximale gehalte aan onzuiverheden) en eventuele beperkingen op het gebruik. Daarnaast worden erkenningen voor gewasbeschermingsmiddelen in België toegekend door de Dienst Pesticiden en Meststoffen van de FOD Volksgezondheid. Professionele gebruikers dienen ook te beschikken over een fytolicentie, een certificaat dat aangeeft dat de gebruiker op een correcte manier kan omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. Dit in tegenstelling tot de particulier, die zonder kennis van zaken vrije toegang heeft tot deze middelen via winkelketens als Aveve, Horta of het internet.
Met de spuit het veld in
Wanneer de landbouwer of loonwerker met de spuit het veld in trekt, is het van belang om te weten dat hij of zij dat doet met het algemeen belang in het achterhoofd. In eerste instantie is niet elke sproeier gevuld met gewasbeschermingsmiddelen. Ook bladvoeding wordt gegeven door middel van een veldspuit. Wanneer er toch gewasbeschermingsmiddelen in de tank zitten, dan zijn deze afgemeten en gewogen om niet meer dan nodig te verspuiten. Een te hoge dosering houdt namelijk twee zaken in: ten eerste is dit een rechtstreekse aanval op de portefeuille (gewasbeschermingsmiddelen zijn duur, meer spuiten dan nodig brengt geen voordelen mee), ten tweede bestaat de kans dat het gewas schade oploopt (wat een minderopbrengst tot gevolg heeft bij de oogst). Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is ook gebonden aan een aantal regels. Zo mogen de producten enkel gebruikt worden voor wat ze dienen, in de teelten waarvoor ze herkend zijn. Elk product heeft een wachttijd, een periode tussen het laatste gebruik en de oogst, om de residulimiet niet te overschrijden. Hetzelfde geldt voor de toepassingsfrequentie (het maximum aantal toepassingen per gewas) die in geen geval mag worden overschreden. Ook op gebied van traceerbeerheid heeft de overheid de nodige stappen genomen. Zo zijn er zowel bij de verkopers als gebruikers registers waarin de verkoop en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden bijgehouden.
Behalve de alsmaar effectievere gewasbeschermingsmiddelen en strengere wetgeving zijn er ook technologische evoluties die de afgelopen jaren het gebruik van de producten heeft terug gedrongen. Veldspuiten worden voorzien van verschillende doppen om producten op een correcte en effectieve manier toe te dienen. Daarnaast zijn er systemen zoals luchtondersteuning om het product beter in het gewas te blazen en verwaaiing te voorkomen of worden veldspuiten voorzien van een GPS installatie om tot op 2 centimeter nauwkeurig te kunnen spuiten en zo overlapping (en teveel product-gebruik) te voorkomen. De laatste ontwikkelingen zijn pulsdoppen waarbij de sproeistof door middel van elektronische pulsen worden verstoven om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen nog verder terug te dringen.
Wanneer u dus uw lokale groenten en fruit koopt, hoeft u zich geen zorgen te maken over uw gezondheid. De boer heeft het beste voor met zijn gewassen en u als consument.
Antoon Vanderstraeten (1979) is zaakvoerder van Ekimedias, een pers- en communicatiebureau gespecialiseerd in onder meer land- en tuinbouw, sectoren waar ook zijn hart ligt. Omdat een eigen boerderij een te grote droom was, schrijft hij nu artikels over de landbouw en het boerenleven.
Jonge landbouwers willen een toekomst voor hun bedrijf. Artikels over megastallen en het beleid van Demir doen echter vragen rijzen.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.