JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Grote Peiling VTM/HLN vooral slecht nieuws voor Groen

Jan Van de Casteele12/3/2018Leestijd 5 minuten
De Grote Peiling

De Grote Peiling

foto © HLN.be

De Grote Peiling van VTM en Het Laatste Nieuws moet vooral de groenen in de haren doen krabben.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zit er nieuws in de Grote Peiling van VTM/HLN die vorig weekend werd gepubliceerd? Natuurlijk wel. Bij recente verkiezingen van de jongste tien jaar scoorden die politieke thermometers van de onderzoeksbureaus TNS en IPSOS behoorlijk, kijk het maar na. En als we over de jongste peiling kort mogen zijn: ze lijkt vooral een droom van Groen aan diggelen te slaan.

Jawel, met cijfers kun je alle kanten uit. Je kunt polls vergelijken met ‘de enige echte peiling’, de recentste verkiezingsuitslag (1). En die dateert van 2014. Een zinnig begin.

Je kunt ze onderling vergelijken (2) op basis van wie ze heeft gemaakt. Er blijven nog twee grote spelers op het veld van de politieke barometers:  Ipsos (voor VTM/Het Laatste Nieuws HLN) en TNS (voor VRT/De Standaard, DS). Daar zit wat verschil op. Hoe ga je daarmee om?

Je kunt peilingen van eenzelfde bureau ook met voorgaande vergelijken, met het nabije of wat verdere verleden, om de evolutie te bekijken (3). Je kunt ze Vlaams analyseren, of federaal (4). Je kunt ten slotte de commentaren (5) op de peiling bekijken. Dat wordt pas leuk. Het combineren van al die invalshoeken is geen makkelijke klus, maar we doen een poging.

https://twitter.com/nathaliedb/status/972173711649501185

N-VA

De N-VA zou – indien er omstreeks deze tijd wordt gekozen – volgens de Grote Peiling van VTM/HLN 31,3 procent behalen. Een licht verlies tegenover 2014, maar – veel belangrijker in een dynamisch politiek landschap – voor de partij de beste peiling sinds dat verkiezingsjaar. En dat waren er meer dan twintig. In 2016 werd de N-VA nog maar 24 procent waard geacht. Linkse commentatoren werden euforisch.

Het zal aandachtige volgers niet zijn ontgaan hoe ook VTM zich beperkte tot een vergelijking met 2014, maar zweeg over de recente trend, terwijl co-piloot Het Laatste Nieuws die trend wél belangrijk vond.

‘Die schijnbare status quo is vooral het succes van N-VA’, aldus Dieter Dujardin in die krant. ‘Tot het voorjaar van 2016 leek de partij een zware prijs te betalen voor haar deelname aan een federale regering. Toen haalde N-VA nog 24,2 procent  in De Grote Peiling. Maar door daarna in steeds scherpere bewoordingen in te zetten op veiligheid, identiteit en migratie hebben De Wever en co die trend weer helemaal omgebogen‘. De beide invalshoeken worden dus best gecombineerd.

Traditionele Partijen

Voor de drie traditionele partijen blijft het somber weer. Ze blijven samen (sic) steken op 40,8 procent.

CD&V blijft met een trieste 15,1 procent nog maar eens een eind onder de 18,6 procent van 2014. Alweer een slechte peiling dus, en de tijd naar de confrontatie met de kiezer (2018, 2019) krimpt. ‘Er is veel stabiliteit’, luidt het relativerend commentaar van voorzitter Beke. Of hoe men zichzelf blaasjes wijsmaakt. ‘Op de rechterflank van CD&V neemt de nervositeit toe, getuige de felle kritiek van Pieter De Crem op de eigen partijlijn’, stelt Dujardin.

Ook pijnlijk voor de die lage score voor CD&V: de liberalen (12,7 procent tegenover 15,5 in 2014) en de socialisten (13 procent tegenover 14 procent) komen vrij dicht in de buurt. En dan moet je weten dat – dit keer weer in omgekeerde volgorde – rood en blauw ook nog op verlies staan tegenover 2014. Dat Crombez straalt van geforceerd geluk over de derde plaats van zijn socialisten lijkt wat voorbarig.

Groen

Nog interessanter zijn de scores van Groen. Voor VTM is het ‘vooral Groen dat wint’, maar in het geval van Groen gaat het in procenten om een statistisch verwaarloosbare winst van amper 1,6 procent (van 8,6 in 2014 naar 10,4).  Terloops even deze bedenking: die kleine winst zou goed zijn voor vier extra zetels, terwijl de 8,6 procent van 2014 maar zes zetels opbrachten. Zo’n extrapolatie moeten ze bij VTM en Het Laatste Nieuws toch nog even uitleggen. Maar goed, blij was Almaci. Ze draaide weer volop aan haar orgel: ‘De mensen zijn deze regering beu!’. Zouden ze?

Opmerkelijk hoe Het Laatste Nieuws dat totaal anders – en juister – interpreteert: ‘Het is net bij Groen dat de motor nu sputtert’, schreef Dujardin in Het Laatste Nieuws. Van een Grote Doorbraak van Groen is in Vlaanderen geen sprake meer. De partij was voorgaande polls vorig jaar nog 14 tot 15 procent waard. ‘Onze eigen peilingen wijzen op 15 procent’, maakte Almaci zich sterk. Maar dat is peptalk. Wie de polls goed volgt, ziet dat de motor van de Vlaamse ecologisten sputtert. Ze zouden zich daar beter hoeden voor het hyperkinetische positivisme van Almaci. Achter gesloten deuren zal de twijfel toeslaan.

De radicalen

En dan zijn er nog de radicale partijen. Tegenover de verkiezingen van 2014 zou de vooruitgang in procenten alleen significant zijn voor Vlaams Belang (9 tegenover 5,8 procent) en de PVDA (6 tegenover 2,8 procent). Die 3,2 procent winst zou VB zou goed zijn voor vier extra zetels (VB heeft er nu drie) en drie voor de PVDA (dat er nu geen heeft).

In het perspectief van 2014 is dat voor beide radicale partijen goed nieuws. Maar het bevestigt de eeuwige waarheid: wie zich (te) radicaal opstelt, vindt alleen troost in een versteend oppositiebestaan.

[DE GROTE PEILING] Mochten het morgen verkiezingen zijn, zou de huidige coalitie haar meerderheid verliezen in het parlement. Enkel N-VA krijgt zetel bij, andere coalitiepartners verliezen zetels. https://t.co/4xb0t5YO0q pic.twitter.com/mONHdEh8YJ

— VTM NIEUWS (@VTMNIEUWS) March 10, 2018

Overzicht

Nog even iets over het totaalplaatje. Links Vlaanderen overtoetert de media, maar de kiezer volgt niet. Sp.a en Groen – in 2014 samen goed voor amper 22,6 procent van de kiezers – hebben geen reden om roodgroen vuurwerk af te steken.

CD&V, de partij van ‘het moedige midden’, weet nog altijd niet welke kant te kiezen. Willen ze de N-VA daar echt uit het centrum van de macht weg, dan is er alleen de optie om met liefst vier partijen samen (CD&V+paarsgroene partijen Open Vld + sp.a + Groen) het doel te bereiken. Vandaag zou die formule maar goed zijn voor 53,6 procent van de stemmen. De liberalen zullen zich niet haasten om in zo’n links verhaal te stappen.

Bovendien: de partij zal zich op Vlaams niveau niet zomaar laten dribbelen. Twee van de drie traditionele partijen verleiden volstaat om er eentje voor vijf jaar te neutraliseren. Dat is een vrij comfortabele uitgangspositie die de concurrenten toch zal doen nadenken.

Probleem

Tot daar het Vlaamse plaatje. Federaal staat de N-VA mogelijks wel voor een probleem. De huidige Zweedse coalitie kan in de Kamer haar meerderheid in zetels kwijtspelen. Op dit moment  en op basis van de hier besproken VTM/HLN-peiling van maart is dat zo. Als bondgenoot MR inderdaad vijf zetels zou verliezen en de PS maar vier, wordt het in 2019 erg lastig.

Vindt de N-VA in Wallonië een bondgenoot naast de MR? Zou dat kunnen leiden tot een alternatief? Hebben ze bij CdH – ziet iemand andere opties? – al een koerier van De Wever gezien? Vooraleer ze als zoveelste minipartijtje van de kaart worden geveegd?

Ach ja, ook dat nog…

Bij de peilingen wordt ook getoetst naar de populariteit van de politici. Welke politicus zou je je vertrouwen geven? Komt zo’n bevraging niet eerder neer op het aftoetsen van de naambekendheid van de politicus op de lijst? Er valt ook wat te zeggen over namen op die lijstjes. Waarom staat de Gentse burgemeester Daniël Termont daar (nog) op, bijvoorbeeld.

De polls bevestigen wel de politieke machtsverhoudingen. Goed om weten toch: in de top-10 staan vijf N-VA’ers (Theo Francken 1, Bart De Wever 2, Jan Jambon 4, Ben Weyts 8, GeertBourgeois 10). Toen Maggie De Block de populairste werd, was dit groot nieuws. Nu Francken daar staat (in Wallonië op 6 en in Brussel op 7) is het dat niet.

Nog voor het einde van de maand pakken de concurrenten van VRT/De Standaard (TNS) weer uit met hun verhaal.  Die peilen eenmaal in de vroege lente, en eenmaal in de vroege herfst. ‘Bij TNS (telefonische bevraging) scoren N-VA en vooral VB inderdaad altijd wat lager, CD&V doorgaans wat hoger dan bij IPSOS (on-linepanels)’ verduidelijkt Jan Drijvers van TNS. In oktober was de analyse daar vlug gemaakt:  ‘N-VA verliest pluimen’, ‘Groen overal in opmars’. Benieuwd toch wat Ivan De Vadder en de redactie van De Standaard straks te vertellen hebben.

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties