JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Grote strafrechthervorming is nog lang niet zeker

Trage procedures maken nood aan grondig verbeterd en gemoderniseerd Strafwetboek steeds hoger

Horizon 2024Wannes Bok22/11/2022Leestijd 3 minuten
De nood aan een vernieuwd Strafwetboek is hoog.

De nood aan een vernieuwd Strafwetboek is hoog.

foto © Unsplash / Bill Oxford

De nood aan een gemoderniseerd Strafwetboek is hoog. Maar voordat het eindelijk in werking kan treden zijn we jaren van procedures verder.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Justitieminister Van Quickenborne plant strafrechthervormingen. Het werd tijd, want ons huidig Strafwetboek dateert voor een groot stuk nog steeds uit napoleontische tijden. Of daar binnenkort verandering in komt, is nog maar de vraag.

In 1867 voerde de Belgische wetgever ons Strafwetboek in. Hij baseerde zich daarvoor voornamelijk op dat van Napoleon. Toentertijd was dat een flinke stap vooruit, maar door de voortdurend evoluerende samenleving verloren flink wat regels hun banden met de tijdsgeest. Bijgevolg loopt het huidige Belgische Strafwetboek al decennialang achter, en wordt het strafrecht vooral met knip- en plakwerk samengehouden. De vorige anderhalve eeuw voerde het strafrecht talloze ad hoc-wijzigingen door. Hoe ouder het Strafwetboek werd, hoe meer regels gedateerd raakten en dus gewijzigd moesten worden. Van vlotte leesbaarheid is al lang geen sprake meer.

Voorbijgestreefde wetten, met absurde gevolgen

In napoleontische tijden moest een strafwetboek hard zijn. De nadruk lag daarom vooral op gevangenisstraffen, vergelding en geldboetes. Op die manier zou Justitie immers structuur creëren en gehoorzaamheid aan de regels van het overheidsapparaat. Volgens Edward Landtsheere, woordvoerder van Justitie, is dat vandaag anders: ‘De wetenschap heeft intussen vastgesteld dat bij minder zware inbreuken een gevangenisstraf meer kwaad dan goed doet.’

Volgens Landtsheere weerspiegelen heel wat bepalingen, begrippen en strafbaarstellingen de negentiende-eeuwse moraal en zijn ze niet meer verenigbaar met wat de burger verwacht van justitie. ‘Zo was het tot voor kort zo dat een dader die bij een inbraak een diefstal en een verkrachting pleegt, strenger bestraft kon worden voor de diefstal dan voor de verkrachting’, zegt hij. In vroegere tijden focuste men immers meer op misdrijven tegen het vermogen, en minder op lichamelijke of seksuele integriteit.

De zogeheten ‘correctionalisering’ is een ander welbekend mankement van het huidige Strafwetboek. Oorspronkelijk voorzag de wetgever dat een assisenjury alle misdaden zou moeten beoordelen. Hier kon men al heel snel afwijken door een misdaad te herleiden tot een wanbedrijf, waarover de correctionele rechtbank dan een uitspraak moest doen. Vandaag worden talloze misdaden bijna automatisch omgezet in wanbedrijven om de hele rompslomp en bijhorende kost van een Hof van Assisen te vermijden. Het gevolg is dat straffen in het wetboek en in de praktijk niet meer overeenkomen, en een hoop mensen zich afvragen hoe het mogelijk is dat iemand die een ernstig misdrijf begaat, alsnog een relatief lichte straf krijgt.

Niet de eerste poging om een hervorming door te voeren

Hoewel verschillende media menen dat het oude napoleontische Strafwetboek al gemoderniseerd is, blijkt uit het voorgaande wel anders. Rechtsgeleerden ondernamen bovendien doorheen de geschiedenis al talloze pogingen om het Strafwetboek te moderniseren. Zo stelden zij in de periodes 1976-1979, 1983-1985, 2000-2003 en in 2015 wetenschappelijke commissies aan. Een concrete hervorming van het strafrecht bleef echter uit.

Ook nu is er nog geen nieuw strafwetboek: enkel een ministerraad keurde het ontwerp goed, in tegenstelling tot wat sommige journalisten beweren. Eerst moet de tekst via de Raad van State passeren, die een aantal adviezen zal formuleren. De door échte experten in de Raad van State geformuleerde adviezen zijn belangrijk, maar worden vaak door politici naast zich neergelegd. Dat is vreemd, want ze kunnen bij eventuele vernietigingsprocedures voor het Grondwettelijk Hof een belangrijke rol spelen.

Vervolgens kan het parlementaire werk beginnen in de vorm van discussies en een uiteindelijke stemming. Waarschijnlijk zal er te vroeg gejuich klinken, want vaak voert het parlement nog grondige wijzigingen door. Justitie is nochtans zeker van haar zaak. ‘Dit voorstel zorgt voor een wetenschappelijk onderbouwde, heldere en coherente visie op het Belgisch strafrecht in de 21e eeuw. Het houdt rekening met de hedendaagse maatschappelijke normen en past deze toe op een menselijke, eenvoudige en uniforme manier’, stelt Justitie.

Nog niet voor vandaag

Mocht het parlement besluiten de wet goed te keuren, dan nog voorziet de tekst dat die pas twee jaar na publicatie in het Belgisch Staatsblad in werking treedt. Het zal dus nog wel even duren vooraleer dat nieuwe strafrecht realiteit zal worden. Maar goed, het feit dat er binnen de meerderheid van deze kibbelregering voldoende samenhang is om een eerste ontwerp goed te keuren, is al een pluim op Vivaldi’s hoed waard.

Het Strafwetboek is eigenlijk een verzameling van al wat onze samenleving als ongewenst gedrag beschouwt. Hoe erger we een bepaalde handeling vinden, hoe zwaarder de uitgesproken straffen. Van Quickenborne wil de indeling in drie categorieën (overtredingen, wanbedrijven en misdaden) omzetten in acht klassen. Daarbij moet de gevangenisstraf de laatste optie zijn, dus enkel wanneer elke andere straf niet zinvol is. Als dat idee effectief de eindmeet haalt zou het moedig zijn, want steeds meer politici lijken zich te laten vangen door het populisme en steeds luider te roepen voor strenge en langdurige gevangenisstraffen.

‘Met dit breed gedragen ontwerp zorgen we voor een modern strafwetboek dat zwaardere straffen oplegt aan de zaken waar we als samenleving strenger willen tegen optreden, zoals huiselijk geweld. En we zorgen ook voor effectievere straffen, zodat daders na hun straf geen nieuwe slachtoffers meer maken’, luidt het bij Van Quickenborne.

Wannes is eindredacteur en journalist. Hij werkt sinds 2021 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen