Haalt CD&V de kaap van 20% en pleegt de sp.a-kiezer vaandelvlucht?
Exclusieve verkiezingsreeks. De Glazen bol, deel 2
In deze exclusieve Doorbraak-reeks houden we de resultaten van een grootschalig pre-electoraal onderzoek, uitgevoerd op zes maanden voor de verkiezingen, tegen het licht van de nakende veriezingen. We evalueren ook de 39 tussentijdse peilingen tussen juni 2010 en mei 2014 in Vlaanderen en blikken vooruit op de verkiezingsuitslag van zondag 25 mei. In aflevering 2 leggen we CD&V en sp.a op de ontleedtafel.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDit is deel twee in de reeks, lees zeker ook deel een over de N-VA.
CD&V: batig saldo?
CD&V eindigde bij de federale verkiezingen van 13 juni 2010 op 17,6 procent. In de daaropvolgende peilingen blijft de partij dicht in de buurt van haar verkiezingsresultaat schommelen. Volgens de TNS-peilingen van VRT/De Standaard scoorde CD&V, tussen 2010 en mei 2013, gemiddeld 18,2 procent, met enkele uitlopers die reiken tot dicht tegen de bovengrens van 20 procent. In het najaar van 2011 liep het verschil tussen de TNS-peiling (19,3% in oktober 2011) en de peiling van Dedicated (12,6% in december 2011) voor de christendemocraten op tot bijna 7 procentpunten.
In de peiling van Dedicated zakte CD&V met die score zelfs onder de sp.a (13,9%) tot het niveau van Open Vld (12,6%). In september 2012 bedroeg de afstand tussen de score van CD&V in de TNS-peiling (18,5%) en de peiling van Dedicated (13,4%) nog steeds 5 procentpunten. Vanaf het voorjaar 2013 kruipen de resultaten voor CD&V bij de drie marktonderzoeksbureaus evenwel steeds dichter bij elkaar. In de peilingen van april 2014 eindigen de christendemocraten bij zowel TNS (16,4%), Ipsos (17,6%) als Dedicated (16,9%) met een marktaandeel van 17% in de buurt van het verkiezingsresultaat van 2010 (17,6%).
De slotpeiling van TNS van mei 2014 plaatste CD&V 19,6 procent terug op hetzelfde niveau van oktober 2010. Toen haalde CD&V ook al eens 19 procent. Met die inschatting staat TNS evenwel alleen. De peilingen van Ipsos en Dedicated hingen de voorbije jaren immers een minder rooskleurig electoraal beeld op van de christendemocratische partij. In de Ipsos-peilingen scoorde CD&V tussen 2010 en 2014 gemiddeld 1,8 procentpunt lager dan TNS. In december 2011 zakte het marktaandeel van CD&V hier zelfs naar 14,4 procent. Dedicated peilde de Christen-democraten gemiddeld 2,5 procentpunt onder de resultaten van de TNS-peilingen. De christendemocraten behaalden hier een marktaandeel van gemiddeld 15,6 procent.
Bekijken we de in- en uitstroom op basis van het pre-electoraal onderzoek uit het het iVox-panel (illustratie 1), dan leveren de christendemocraten tussen 2010 en oktober 2013 bruto ruim 4 procentpunt marktaandeel in (4,3%): ongeveer één derde daarvan moet de partij afstaan aan N-VA. Over diezelfde periode verliezen de christendemocraten ongeveer 2 procentpunten marktaandeel aan CD&V-kiezers uit 2010 die de partij loslaten en overgaan in onbeslistheid. CD&V valt zo terug op een stabiele achterban van 13,3 procent.
De partij kan haar brutoverlies evenwel in grote mate compenseren door voormalige kiezers van concurrerende partijen aan te trekken. Bruto trekt de partij tussen 2010 en oktober 2013, 3 procentpunten marktaandeel naar zich toe. Opvallend is dat nagenoeg de helft van die instroom afkomstig is van voormalige N-VA-kiezers. Daarmee compenseert ze volledig het verlies door voormalige CD&V-kiezers die na de verkiezingen van 2010 naar N-VA overstapten.
CD&V realiseert een (licht) batig saldo bij Open Vld (goed voor 0,5 procentpunt nettowinst) en sp.a (goed voor 0,25 procentpunt nettowinst). Onbesliste kiezers niet meegerekend, scoort de partij een dik procentpunt onder haar verkiezingsresulaat van 2010. Daarmee is de CD&V voor potentiële nettowinst ten opzichte van de vorige federale verkiezingen, vooral afhankelijk van de onbesliste kiezer. Indien de partij de 2 procentpunten die ze verliest aan onbeslisten kan heroveren, klimt CD&V op 25 mei 2014 boven haar electorale score van 2010.
Indien ze er bovendien in slaagt haar aantrekkingskracht op (vooral) Open Vld-kiezers uit 2010 op te voeren, zouden de christendemocraten federaal in de buurt van de vooropgestelde 20 procent kunnen eindigen. Wellicht eindigt ze nipt onder dat streefdoel.
De vaandelvlucht van de sp.a-kiezer?
In de eerste TNS-peiling, vier maanden na de verkiezingen van 13 juni 2010, verovert sp.a een virtueel marktaandeel van 16,5 procent en scoort daarmee meteen beter dan haar vorig federaal verkiezingsresultaat (14,9%). In september 2010, peilde Dedicated de sp.a nog 3 procentpunten onder haar electoraal resultaat van 2010. Het scoreverschil van sp.a in de peilingen van TNS en Dedicated liep op moment moment op 4,4 procentpunten.
In de daaropvolgende TNS-peiling van maart 2011, moet de partij haar virtuele winst in de peiling eveneens inleveren en een verlies incasseren van ruim 3 procentpunten. Vanaf dat moment lijken de resultaten van de sp.a. in de TNS-peilingen te bevriezen: van juni 2011 tot mei 2013 blijft sp.a in vijf tussentijdse peilingen met een marktaandeel van ongeveer 14,5 procent, nipt onder haar federale score van 2010.
In de Ipsos-peilingen schommelt de sp.a in diezelfde periode tussen 12,5 pocent (12,6% in juni 2012) en 15 procent (14,9% in december 2011). De tussentijdse peilingen van TNS, Ipsos en Dedicated laten niet toe om tussen 2010 en 2014 een eenduidige trend te ontdekken.
De schijnbare stabiliteit van de socialistische partij in de peilingen verbergt evenwel een aanzienlijke dynamiek. De berekening van de in- en uitstroom van kiezers tussen 13 juni 2010 en oktober 2013 wijst daarbij op een (licht) dalende trend. De partij levert in die periode bruto 5 procentpunten van haar score uit 2010 in en valt daarmee terug op een basis van ongeveer 10 procent, vergelijkbaar met het percentage stamkiezers van Open Vld. Eén derde van het electoraat van sp.a uit 2010 waaiert tussen juni 2010 en oktober 2013, naar zowat alle richtingen. Globaal moet de partij moet daarbij ongeveer 3,5 procent marktaandeel afstaan aan onder meer N-VA (0,8 procentpunt), Groen (0,7 procentpunt), CD&V en PVDA+ (elk 0,6 procentpunt). De partij verliest ook 2 procent marktaandeel aan onbeslisten.
Dat brutoverlies wordt maar gedeeltelijk gecompenseerd door instroom van kiezers die in 2010 nog voor een andere partij stemden. Deze wisselkiezers compenseren het brutoverlies van ruim 3 procentpunten voor ongeveer 2 procentpunten instroom afkomstig van voormalige kiezers van N-VA, Groen en, in beperkte mate, ook van Open Vld- en CD&V-kiezers (illustratie 2).
Het beperkte nettoverlies van sp.a wordt daarmee grotendeels veroorzaakt door sp.a-kiezers die tussen juni 2010 en oktober 2013 de overstap maakten naar PVDA+. Geen enkele PVDA-kiezer uit 2010 maakte in diezelfde periode de overstap naar sp.a. Indien de socialisten hun verloren aandeel onbesliste kiezers terugwinnen – goed voor ongeveer 2 procent marktaandeel – kan zij op 25 mei 2014 het verlies beperken en eindigt ze in de buurt van 14 procent. In de oktoberpeiling van 2013 op basis van het iVox-panel, scoorde sp.a met dit scenario 13,7 procent marktaandeel. De aantrekkingskracht op de onbesliste kiezer zal evenwel bepalen of de Vlaamse socialisten hun positie als derde grootste Vlaamse partij al dan niet handhaven. Indien de socialistische partij op 25 mei 2014 onvoldoende onbesliste kiezers overhaalt, eindigt ze op in de buurt van 12 procent en tilt ze tegelijkertijd PVDA+ (in Antwerpen) nipt boven de kiesdrempel.
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.