Haat bedreigt ons allen
foto © Pixabay
Haat bestrijd je met argumenten. Censuur ondergraaft op de lange termijn de democratie en is zo een bondgenoot van discriminatie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe titel van het opgemerkte nawoord door Brigitte Herremans (in ons boek over het antisemitisme, 2016) luidt: ‘Jodenhaat bedreigt ons allen’. Dat is een correcte, maar niet vanzelfsprekende titel, omdat we weten hoe vaak de niet-Joodse meerderheid zich die hele geschiedenis lang niet echt bedreigd voelde door de hetze tegen hun Joodse medeburgers.
De haat tegen de Joden is inderdaad de oudste, nog altijd springlevende vorm van afkeer tegen een minderheid, om het even of het nu ging om de christelijke en kerkelijke afkeer tegen en veroordeling van ‘de perfide Joden’ (tot voor kort nog in de liturgie van Goede Vrijdag) of om het grotesk onwetenschappelijke racistische antisemitisme. Dit antisemitisme is al ontelbare keren door Joden en niet-Joden als laster en onzin weerlegd, maar duikt telkens opnieuw op.
Vanwege deze modelfunctie is het goed andere vormen van discriminatie en vervolging van minderheden, andersdenkenden en anders levenden aan onze bijzonder goed gedocumenteerde kennis van het antisemitisme te koppelen, want het patroon is bijna altijd hetzelfde. De anderen worden belasterd, vals beschuldigd, achter (getto)muren opgesloten – dat wil zeggen van de meerderheid gescheiden – politiek, economisch en sociaal gediscrimineerd, opgesloten en gedeporteerd en in veel gevallen fysiek aangevallen en vermoord.
Het is onmogelijk om alle voorbeelden van hedendaagse haat tegen minderheden op te sommen, maar denken we bijvoorbeeld aan de vervolging en uitdrijving van de moslims in India en Myanmar, de opsluiting van de Oeigoeren in China, de verdrijving van inheemse stammen uit het Amazonegebied en de moordpartijen op Afrikaanse immigranten in Zuid-Afrika.
Censuur
Eén van de uitingen van discriminatie is de censuur die gericht is tegen de vrije meningsuiting van deze bedreigde minderheden, waarvan in de geschiedenis van het antisemitisme regelmatig sprake geweest is. Natuurlijk kennen we allemaal individuen en groepen die we liefst het zwijgen zouden opleggen. Voor de enen zijn dat neonazi’s en fascisten, voor de anderen klimaatontkenners en gepatenteerde leugenaars, en voor weer anderen islamitische fundamentalisten of christelijke integristen.
We weten echter ook dat we met die censuur, of die nu van de overheid uitgaat of van specifieke drukkingsgroepen, de bodem aan het ondergraven zijn waarop onze democratie nu eenmaal berust. Eén geslaagde censuurmaatregel is zoveel keer nefaster dan de uitspraak van een pathetisch nostalgicus naar het Derde Rijk of een hopeloos achterhaalde macho als Donald Trump.
We weten ook uit ervaring, denk maar aan de beruchte Berufsverbote in West-Duitsland, dat het voldoende is één of een paar mensen de mond te snoeren om de rest van de bevolking te temmen. Niemand steekt daarna graag zijn nek uit, met als gevolg dat onze vrijheid van meningsuiting opnieuw ingekrompen is en we als bevolking opnieuw een beetje dommer en tammer geworden zijn. Tot je die censuur niet meer nodig hebt, omdat de democratie zelf, dé ruimte voor liefst geargumenteerde en soms heftige meningsverschillen, als het ware verdampt is.
Lig wakker!
Daarom is het zo verontrustend dat niet méér medeburgers, allemaal overtuigde humanisten toch, niet wakker schijnen te liggen van wat er de laatste tijd met de hetze tegen Brigitte Herremans, Pax Christi en in feite ons allen gebeurd is rond de verdraaiing van de opdracht van het Museum en Memoriaal van de Kazerne Dossin Mechelen.
De kleine groep die voor deze censuur verantwoordelijk was heeft uiteraard het volste recht op haar vrije meningsuiting. Dat wij hen door ons stilzwijgen ook het recht geven de vrije meningsuiting van anderen te verhinderen is in mijn ogen veel erger dan hun misleid fanatisme.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.
Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.