JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Het begin van het einde. De ondergang van België

Jan Ghysels27/5/2019Leestijd 5 minuten
Ook deze keer zullen de traditionele politici het signaal van de kiezer niet
begrijpen…

Ook deze keer zullen de traditionele politici het signaal van de kiezer niet begrijpen…

foto © R

Traditionele politici toonden altijd te veel hoogmoed en gebrek aan respect voor de kiezer. Zoals het spreekwoord het wil, komt hoogmoed voor de val.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wat gisteren gebeurd is, stond op voorhand vast. Er zijn verkiezingen gehouden en er is niets veranderd. Sterker nog, de bestaande tegenstellingen zijn verscherpt. Vlaanderen heeft hoofdzakelijk rechts gestemd, Wallonië en Brussel, links. De centrifugale beweging van het federalisme is daarmee in een hogere snelheid terecht gekomen. Stop met bevolking blaasjes wijs te maken: dit land valt uiteen, het splitst zichzelf. De traditionele partijen zijn als artsen die therapeutische hardnekkigheid aan de dag leggen om een uitgeleefde patiënt maar niet te laten sterven.

Het vervolg kondigt zich niet goed aan. De traditionele partijen (CD&V, Open Vld en sp.a) zijn traditioneel gebleven, dat is zonder meer gebleken. In hun traditionele wolligheid blijven ze de realiteit ontkennen. Al deze partijen hebben een pandoering van jewelste gekregen en ze willen dat maar niet erkennen. Dat is hoogmoed. Normaal gesproken komt hoogmoed voor de val, maar bij de traditionele partijen blijkt die ook te komen na de val. De N-VA en het Vlaams Belang halen samen bijna een absolute meerderheid. De N-VA zit in het verliezende kamp en betuigt deemoed. Het VB is de overduidelijke winnaar en stelt zich niet triomfalistisch op. Hoe groot kunnen contrasten zijn?

Signaal

De Vlaamse kiezers zijn moe gepamperd. Verkiezing op verkiezing heeft ‘de politiek’ het signaal begrepen. ‘De politiek’ gaat luisteren naar de mensen. Echt? Alweer? Voortaan zal ook de PVDA in dat koor gaan zingen. Dat belooft! Er wordt juist niét geluisterd. De CVP heeft zijn krediet als ‘volkspartij’ verspeeld omdat de partij zich in ‘staatsmanschap’ verheven voelde boven zijn kiezers. Korte tijd later heeft de VLD de fakkel overgenomen. Raar maar waar, die dacht met die fakkel niet aan het vertrouwen van de kiezer, maar hulde zich net als de CVP in ‘staatsmanschap’. De volgende verkiezing was de VLD al geen ‘volkspartij’ meer. De niet gehoorde kiezer had zich al eens naar het VB, toen nog Vlaams Blok, gewend maar merkte dat dit niets uithaalde omdat de andere partijen met die partij niet wensten samen te werken.

En toen kwam de N-VA. Deze partij leek niet alleen te kunnen luisteren, ze leek het ook te begrijpen en kon de frustraties ook verwoorden. Het was natuurlijk een slecht voorteken dat de traditionele partijen met de N-VA wilden samenwerken op voorwaarde dat de partij zich, niettegenstaande het Vlaamse volkslied, liet kluisteren. Vele oplossingen voor de problemen van de Vlaamse kiezers vergen immers een communautair antwoord. Maar daar mochten we het een hele legislatuur niet over hebben. De traditionele partijen dachten ‘en passant’ eens stevig af te rekenen met de N-VA, dat voor hen maar een VB-light was. Zij deden dat op een dossier dat de tegenstelling niet dramatischer kon tekenen: het Marrakeshverdrag. De traditionele partijen wisten verduiveld goed dat ze hierdoor de N-VA uit de regering konden zetten. Dat was ook het plan. Ze dachten de verwezenlijkingen van het voorbije beleid als pluimen op hun hoed te kunnen steken, wanneer zij onder elkaar, met een minderheidsregering, staatsmanschap konden betonen. Graag speelden de socialisten dat spel mee, want die willen ook graag en al lang staatslieden zijn. En natuurlijk waren er de Groenen, langs beide zijden van de taalgrens, om mee te doen in het grotere plan dat ze niet echt leken te kennen.

Minder dom

De kiezer blijkt minder dom dan dat ‘de politiek’ hem inschat. Er is een belangrijke en groeiende groep mensen van 10 a 15 %, los van de blancostemmers en wie niet opdaagt, die het om velerlei redenen beu zijn. Deze groep is opnieuw verschoven naar het VB. Nu de traditionele partijen met al hun staatsmanschap zelfs niet konden samenwerken met de N-VA, is de enige uitweg nog de totale confrontatie. Deze groep is de voorbode van de ‘gedegouteerden’. De boutade luidt dat wanneer alle gedegouteerden weg gaan, alleen de degoutanten over blijven.

Hoe ver moet het gaan opdat de traditionele partijen inzien dat zij het zijn die met hun arrogantie degouteren? Tot op vandaag zijn ze ermee weg gekomen om iedereen die kritiek op hun en hun air van staatsmanschap had, weg te zetten als ‘populist’. Als een ‘populist’ iemand is die van de bevolking een abstract begrip maakt in ‘het volk’ en dan voorspiegelt dat hij/zij in naam van dat volk spreekt, dan zijn de traditionele partijen vandaag super-populisten. Zij maken immers een abstractie van ‘het volk’, want niettegenstaande de verkiezingsuitslag, is ‘de Vlaming’ niet zo. En onze ‘staatslieden’ gaan nog een stapje verder, zij weten het (alweer) beter dat ‘de Vlaming’ waarvoor zij spreken, want die heeft zich onbezonnen uitgesproken met zijn stem in de verkiezingen. Het doet allemaal zo denken aan generaal De Gaulle, die zei ook aan de opstandelingen over Algerije, dat hij hun begrepen had en dan deed hij precies het omgekeerde. Je kan sommige mensen af en toe voor de aap houden, maar je kan niet alle mensen voortdurend voor de aap houden.

De traditionele partijen willen ons laten geloven dat andere partijen VB en N-VA ons bang maken en dat we dus bang van hen moeten zijn. Echt? Wie gelooft die mensen nog? We moeten dus bang zijn van mensen en partijen die ons bang maken? Wie maakt wie hier bang eigenlijk?

Trop is te veel

Heel wat mensen hebben het verdomd lastig om rond te komen in deze zogenaamde welvaartsstaat. We betalen ons nochtans krom aan belastingen, retributies en allerhande heffingen. Onze belastingbrief bevat maar een fractie van wat we afdragen aan de overheid. Hoe goed men dat ook probeert te verhullen, de mensen beginnen dat echt wel door te hebben. De belastingdruk is veel te hoog. Geen werkende mens kan dat blijven dragen. Dat systeem is niet transparant. Het is zelfs zo erg dat er geen enkele wettekst is die definieert wat een ‘belasting’ is. De meest combattieven trokken een geel hesje aan en gingen het uitschreeuwen. Zij worden niet gehoord, ze worden weggezet als asociaal.

We hebben in dit land een inspirerend stelsel van solidariteit opgebouwd met onze sociale zekerheid. Maar het valt niet te verklaren dat mensen die een beroep doen op onze menselijkheid zomaar dezelfde rechten moeten krijgen in dat systeem en zelfs bij voorrang moeten geholpen worden. De traditionele partijen met Groen en PVDA erbij willen de sociale zekerheid gewoon weggeven. Niet weinig kiezers hebben dat door en ontwaken in de brute realiteit dat ze voor zichzelf zullen moeten gaan zorgen, omdat die sociale zekerheid een luchtbel aan het worden is.

De prioriteiten liggen verkeerd en blijven maar verkeerd liggen. De wachtlijsten in de zorg geraken maar niet weggewerkt. Het onderwijs brandt zijn leerkrachten op, maar boert achteruit. Alle ‘witte woede’ ten spijt, wordt de medische zorg almaar meer een persoonlijke kost of last. Om dan nog maar van justitie te zwijgen. Dat zou een maatschappelijke dienst moeten zijn. Het tegendeel is waar, het is een organisatie van too little too late, van dweilen met de kraan open, waar cynisme groeit omdat men er gewapend wordt met potlood en papier om in het digitale tijdperk moderne interdisciplinaire problemen eenzijdig juridisch aan te pakken. Vrouwe justitia zit in de geriatrie. De mensen zien dat. Er gebeuren keer op keer erge dingen en ‘de politiek’ heeft het keer op keer begrepen, maar er verandert niets en diezelfde dingen gebeuren weer.

We worden met z’n allen overstelpt met administratie. We krijgen rechten op papier als papieren tijgers. Je hebt rechten waarvan je geen weet hebt. De rechten waar je wel weet van hebt, krijg je niet, net zomin als een begrijpelijke uitleg. Deze verkiezingsuitslag is de uitdrukking van ‘trop is te veel’. Er zal echt meer nodig zijn dan de belofte om te luisteren naar de mensen. Ninove is een streek die het heel moeilijk heeft. De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen was geen accident de parcours, het was een voorbode.

En ook de uitleg dat een en ander moet van Europa, werkt niet meer. De mensen willen weten waarom en met welk recht Europa dat van hen verlangt. De mensen willen voelen en zien dat Europa er voor hen is. ‘De politiek’, onze staatslieden, hebben zich al te veel antipolitiek en populistisch getoond wanneer het over Europa gaat. Daardoor hebben weinig mensen vertrouwen in de Europese instellingen. Het democratisch deficit van de Europese instellingen wordt dagelijks belichaamd door een Europese Commissie die allesbehalve ernst en betrokkenheid uitstraalt. Europa is geen antwoord meer, nu de Britten daarop gereageerd hebben met een brexit.

Hoogmoed

Verantwoordelijkheid nemen is echt wel meer dan betuttelend moraliseren. Politici moeten niet zozeer de klemtoon leggen op hun verschillen in normen en waarden, die kennen we al. En we weten ook dat de dienst aan normen en waarden dikwijls op de lippen sterft. Politici moeten ons niet ‘verkleuteren’ en bekijven dat we moeten verbinden. Ze zouden beter burgerschap tonen door over hun verschillen heen naar gemeenschappelijke punten te zoeken en daarop samen te werken. Het ‘cordon sanitaire’ is niets meer dan de zoveelste uiting van hoogmoed van een afkalvende politieke kaste. De gemeenschap betaalt heel veel, te veel voor deze hoogmoed. Waar stopt dit, wanneer komt men eindelijk tot inzicht?

Jan Ghysels (1961) is als jurist o.a. gespecialiseerd in grondwettelijk en administratief recht. Hij is als grondwetspecialist verbonden aan de UGent. Hij is oprichter van het tijdschrift Publiekrechtelijke Kronieken en hij was o.a. lid van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

Meer van Jan Ghysels
Commentaren en reacties