JavaScript is required for this website to work.
post

Het budgettaire jaar 2016: een verloren jaar?

Terugblik en vooruitzicht

Herman Matthijs26/12/2016Leestijd 3 minuten

Herman Matthijs schetst geen rooskleurig beeld van de Belgische begroting. Kan 2017 soelaas brengen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er is al heel wat inkt gevloeid over de te nemen budgettaire maatregelen in dit land. Maar laat ons eens een analyse maken van de federale en Vlaamse begroting van afgelopen jaar.

Up side down

De federale regering heeft het schuldenprobleem zeker niet opgelost. Inderdaad die schuldgraad ligt rond de 107% bbp. Met een stijgende rente wordt dat een probleem. Aangezien we een tekort blijven hebben, kan die schuldgraad niet zakken. Alleen een verkoop van staatsactiva (vb. Belfius) kan de schuld doen dalen, tenminste als men de opbrengst daarvoor gebruikt. Die 107% schuldgraad is voor 90% een federaal probleem. Het tekort blijft licht onder de 3% bbp (2,5% van de 2,8% is federaal), maar de race naar het evenwicht is niet meer haalbaar onder deze regering. 

Wel is er een breuk met de vorige regering ten aanzien van de uitgaven (-1,9%) en de ontvangsten (-1,1%), die dalen ten aanzien van het bbp. Zodoende zakt ook het overheidsbeslag voor het eerst sinds jaren. Maar we blijven hier met 53% bbp nog veel te hoog staan, zeker in  vergelijking met de beter presterende buurlanden. 

Een ander positief punt is dat de verlaging van de arbeidskosten de private tewerkstelling fors doen toenemen. Dit gegeven is wel een goede zaak voor de begroting. 

Communautair

De verschillen tussen het Vlaamse deel en het Franstalig deel van dit land blijven  opvallend. Zo is het Vlaamse tekort 317 miljoen euro op een totaal van zowat 40 miljard. Dit is zeker nog geen evenwicht, maar een stuk beter dan het Waalse tekort dat zowat even groot is voor een budget dat minder dan de helft bedraagt van de totale Vlaamse uitgaven. Iedereen met wat gezond verstand moet nu wel toegeven dat de regeling in de BFW als gevolg van de zesde staatshervorming niet werkt. De jojo-bewegingen zijn nefast voor het opstellen van begrotingen en heel het systeem heeft een gebrek aan transparantie en duidelijkheid. De Vlaamse overheid kampt ook met een toenemende schuld en de financiële toestand van nogal wat gemeenten is bepaald niet gezond te noemen.

Ook op het vlak van de werkloosheid zijn er sterke regionale verschillen (VL: 6%, Bsl: 12% en W: 18% ). Deze tendens ziet men ook in de export van dit land, die  een Vlaamse bedoening is (VL: 83%, Bsl: 2% en W:15% ). Bizar genoeg kwam Paul Magnette zijn politieke gal spuwen op de handel met Canada. De discussie over de vennootschapstaks is ook een dergelijk gegeven. Inderdaad van de 14 miljard euro opbrengst komt 7,8 miljard uit Vlaanderen, 2,2 miljard uit Wallonië, 4 miljard uit Brussel en dit vooral omwille van de fiscalisering van de hoofdzetels. Kortom, de betere economische situatie in dit land leidt niet tot kleinere regionale verschillen. 

Nederland

Het toonaangevende weekblad Elsevier (december/januari, p. 56 ) schrijft het volgende: ‘De jaren dat België het economisch beter deed dan Nederland liggen achter ons. Door minder hard te bezuinigen en de woningmarkt meer met rust te laten, deden de zuiderburen het jarenlang beter, maar het gebrek aan vernieuwing en hervorming begint de Belgen op te breken’. Daarna vermeldt Elsevier de enorme verschillen tussen de beide Benelux-landen met hierna een bloemlezing, namelijk (cijfers 2016 ): overheidsschuld (B: 107% bbp, NL: 63%), begrotingstekort (B: 2,9% bbp, NL: 0,5%), inflatie (B: 2%, NL: 0,6%), groei (B: ,3%, NL: 2,1%), werkloosheid (B: 8,5%, NL: 6% , werkgelegenheidsgraad (B: 62%, NL: 76%), fiscale druk (B: 48%, NL: 38%) en overheidsbeslag (B: 53%, NL: 47%).De Nederlandse regering heeft het begrotingstekort van 28 miljard euro in 2011 teruggebracht tot 3,3 miljard in 2017! 

Behoudens de institutionele structuren zijn beide landen best vergelijkbaar, maar het is wel duidelijk – op basis van deze feiten – dat de noordelijke Nederlanden een enorme kloof hebben geslagen met ons. De voornaamste reden is dat de Nederlandse regeringspartijen keuzen hebben gemaakt voor hun beleid. Daardoor worden de zaken die de staat verder blijft doen, goed beheerd. Maar andere taken worden resoluut naar de lokale besturen verwezen, geprivatiseerd of gewoonweg gestopt. Bij ons gebruikt men al jaren de ‘kaasschaafmethode’, namelijk: iedereen zoveel procent minder tot er niets meer werkt. Ook Zweden is best vergelijkbaar met dit federaal land en daar is de budgettaire- en economische toestand ook stukken beter door een duidelijk keuze beleid.

En 2017?

Het is afwachten wat het jaar 2017 gaat geven voor de regering-Michel. Een mogelijke crisis in deze regering  kan ook alleen maar overslaan naar de identiek samengestelde Vlaamse regering. Problemen zijn er genoeg op budgettair vlak: het Arco-dossier en wie gaat daarvoor betalen, de meerwaardetaks en vermogensbelasting van de CD&V, de lagere vennootschapstaks van de N-VA, de uitbreiding  van de fiscale vrijstelling van de Open VLD en dan moet men nog iets doen met de hoge schuldgraad en het tekort. Maar hogere economische groeicijfers kunnen al veel oplossen en al bij al stelt zich de vraag wie er de stekker durft uittrekken? Dit laatste houdt in dat er nieuwe federale verkiezingen komen in 2017. Daarna zijn er dan nog zeker verkiezingen in 2018 en 2019. Naar mijn mening hebben vele partijen daarvoor geen geld en ook geen strategie. Dus zal Charles Michel de bende samenhouden! 

Foto: (c) Reporters

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties