Het contrapunt tussen kapitalisme en politiek
Socrates et cetera 51
Het kapitalisme triomfeert
foto © Reporters
Kapitalisme en politiek vormen het perfecte koppel. In welke vorm dan ook. Een zoveelste bewijs met De Croo, De Crem en De Backer.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMensen sneuvelen bij bosjes, maar het kapitalisme niet. Het krijgt wel klappen, zonder daar echter zware schade onder te lijden. Integendeel. De ministers smijten met geld. Het kan niet op. Kruimels voor de mensen, bakken voor de medische sector en diepliggende containerschepen voor de economische wereld.
Een mooi voorbeeld is Alexander De Croo, bijgenaamd Dagobert Duck junior. Als minister van Kapitaal wil Alex Duck bedrijven de kans geven een premie van 1.000 euro aan hun werknemers te betalen, waarop geen fiscale of sociale bijdragen moeten worden betaald. Wie wordt daar beter van? In elk geval niet de werknemer. Hij zal het gelag moeten betalen om die uitgave te compenseren en zelf moeten opdraven voor de sociale kosten.
Charles Woeste
De familie De Croo is een bende die wel ziet wie armoede heeft, maar de maat er niet van weet. De schijn van het zijn ophoudt, zoals de grote meerderheid van de politici. Vader De Croo heb ik altijd gezien als Aalsters kamerlid wijlen Charles Woeste die miserie zag maar pas met worsten en bier trakteerde in tijden van verkiezingen.
Wie goed kijkt ziet dat alle regeringen samengesteld zijn uit mensen die een bepaalde sector van de terreur vertegenwoordigen. De grote beul van de verzamelde regeringen is Pieter De Crem. Als geen ander kan hij verbieden, terwijl toestaan niet in zijn vocabulaire zit. Soms moet hij door een collega van hem teruggefloten worden. Zoals laatst kwakzalver Magie De Block.
Op de eerste rij voor een topjob
Dat is niet naar de zin van Crembo. Het fluitconcert moet gecompenseerd worden. Niet met wraak op Maggie met het fluitje, maar op wie het makkelijkst te treffen is, de toeschouwer, de burger dus. Zijn nieuwste peststoot is het afraden van het dragen van een mondmasker. Niet dat Crembo het dragen ervan belachelijk vindt, hij schijnt het niet erg te vinden dat mensen sterven. Zelfs al behoren ze tot zijn eigen partij.
De dood van Crembo heeft de kleur die Henry Ford voor ogen had, toen een journalist hem vroeg in welke kleur de Ford T verkrijgbaar is. ‘In alle mogelijke kleuren,’ zei die fan van Adolf Hitler, ‘als het maar zwart is’. Ja, Crembo is net als de legendarische wagen een zwarte. Uit zijn gedrag kan je opmaken dat als het communisme, het fascisme of het nazisme zouden terugkeren, hij op de eerste rij staat voor een topjob.
Mondmaskers
Over wat valt deze week nog te klagen? Ah! Gevonden. De mondmaskers. Met veel klaroengeschetter werd de aankoop van mondmaskers uit China aangekondigd. Toen zij in Luik arriveerden kwam er naast het geschetter ook tromgeroffel aan te pas. Een perfecte bestelling, een supersnelle levering en optimaal van kwaliteit werd de ether in geschetterd. Viel dat even tegen. Blijkt dat er altijd wat aan mankeert. Is het niet dat ze slecht aansluiten op het gezicht, zijn ze poreuzer dan een vergiet. Wat eruit gaat komt er vervuild weer in. Minister Philippe De Backer erkent dat sommige maskers afkomstig zijn uit een of andere Chinese Sarma. Over hoeveel maskers het gaat, kan hij niet zeggen.
Kijk, aan zijn bekentenis kleeft valsheid en bedrog. Wie een koe geen kalf noemt, heeft het niet over ‘sommige maskers’. Die noemt ze gewoon bij naam. Dat pakket, die hoeveelheid en van die leverancier. De Belgische regering heeft zich weer eens laten rollen. Niet omdat de Chinese politici handige handelaars zijn, maar omdat De Backer en company behoren tot de Club der Idioten. Simpelen van geest die net als de vrouwen die zich indertijd op de markt een sacoche lieten aansmeren, omdat Eddy Wally zei dat het een Telvaut was. Eddy bedoelde Delvaux, maar hij had een klein spraakgebrek.
Alarmbel
De woonzorgcentra, de revalidatie- en de psychiatrische ziekenhuizen trokken aan de alarmbel. Net als iedere school heeft elk schip en elke medische instelling een alarmbel. Een bronzen. Geleverd door de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts uit Asten in Nederland. Toen ik begin van de jaren zeventig een paar dagen logeerde bij Max Eijsbouts, vond ik in zijn garage een Mercedes Cabriolet, eenzelfde model als dat waarin Adolf Hitler zich verplaatste bij stoeten en optochten. Omdat de klokken voor voldoende brood zorgden, maar niet voor kreeft, richtte Max een tweede fabriekje op, ergens achterin een hal zonder ramen. Daglicht kwam binnen via dakramen. In dat fabriekje werden kogellagers gemaakt voor de wapenindustrie.
Ja, Max wist perfect het contrapunt tussen kapitalisme en politiek te vinden. En hij was een grappenmaker. In de binnenkant van zijn klokken liet hij in kleine letters een Latijns gezegde graveren: Ego memini mortuis vivos vocationem me, et plaga mea pugna belli. Vrij vertaald: ‘De doden gedenk ik, de levenden roep ik, honger en pest bestrijd ik.’
Een invulling die Max’ kapitalistische aard typeerde. Namelijk, dat je een handelsman moet zijn, wetend dat je van twee ruiven eten moet, wil je snoepen van de domheid van politici à la De Crem, De Croo en De Backer.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.