Het doorbroken cordon
Peter Mertens debatteert met Tom Van Grieken
peter mertens
foto © Danny Gys / Reporters
In Wallonië heeft de PVDA-PTB begrepen dat je met Vlaams Belang in debat moet gaan om de kiezers van die partij terug te winnen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Franstalige linkerzijde stond op haar kop toen Peter Mertens (PVDA) samen op de foto was gaan staan met Tom Van Grieken (Vlaams Belang), als illustratie bij een interview met beide voorzitters in De Zondag. In Wallonië en Brussel houden de media en de politieke partijen zich aan een strikt cordon rond extreemrechts. Iets in de stijl van: met die mensen spreken we niet.
Daar is natuurlijk niet veel moed voor nodig in Franstalig België. Die houding lijkt dan ook eerder geïnspireerd door Eugène Ionesco, vader van het absurd theater dan door enige politieke denker: in Franstalig België is er immers geen noemenswaardige extreemrechtse partij. De media leggen zichzelf dus een ethische code op die een niet bestaande partij buiten spel houdt. Ionesco weze geloofd en geprezen!
Maar omdat de PVDA een unitaire partij is en Peter Mertens aan het hoofd van zowel de Vlaamse als de Waalse vleugel staat, werd hij door het Franstalige politiek correcte heir beladen met alle zonden van Israël.
Morele superioriteit
Franstaligen maken zichzelf graag wijs dat het ontbreken van een extreemrechtse partij wijst op de morele superioriteit van het zuiden in dit land. Zij zien de bevestiging van dit geloof in het succes van het Vlaams Belang in het noorden. Dat is natuurlijk niet zo. Recente enquêtes hebben uitgewezen dat de publieke opinie er ongeveer dezelfde denkbeelden op nahoudt over bijvoorbeeld migratie en diversiteit in Wallonië als in Vlaanderen.
Dat die gelijkaardige opvattingen niet hebben geleid tot een tegenhanger van het Vlaams Belang heeft alles te maken met de verschillende geschiedenis van de gewesten. Wallonië is altijd een industrieel gebied geweest, met sterke syndicaten en een bijzonder goed gestructureerde en alomtegenwoordige socialistische partij die via dienstbetoon en cliëntelisme het arbeiderselectoraat stevig aan zich bond.
Conservatief rechts heeft het in deze context altijd moeilijker gehad en een extreemrechtse partij had er nooit een reële basis, wat in het door en door katholieke agrarische Vlaanderen wel het geval was. Als in Wallonië een radicaal rechtse partij opdook was die meestal niet meer dan een kloon van het Franse Front national, zonder enige structuur en geleid door criminele clowns, die nooit enig gevaar betekende voor de traditionele partijen.
Foertstem
Dat die populistische onderstroom ook leeft in Wallonië werd op paradoxale manier bewezen door het verbluffende succes van de PTB, zoals de PVDA zich in het Frans laat noemen. Daar moet geen ruk naar links in gezien worden, maar vooral een uiting van de foertstem, dat moeilijk te definiëren ongenoegen bij de gewone kiezer waarvan de partij in Vlaanderen samen met het Vlaams Belang profiteerde.
Dat Peter Mertens zich liet verleiden tot een interview met Van Grieken is allesbehalve een ondoordachte impuls. Wel integendeel. Dat bleek uit een gesprek in Le Soir met Raoul Hedebouw, de welbespraakte perfect tweetalige woordvoerder van de partij. Die durfde het eindelijk aan om in een Franstalige krant te zeggen dat links het moet aandurven om te debatteren met extreemrechts. Hij vroeg zich ook af de criticasters het bewuste interview wel gelezen hadden, want Mertens was allerminst meegaand en vriendelijk geweest voor het Vlaams Belang. Hedebouw herinnerde eraan dat het electoraat van die partij afkomstig is uit voormalige rode bastions, volgens een schema dat ook in Noord-Frankrijk het succes van het Front national bij het voormalige communistische proletariaat verklaart. Het zijn net die kiezers die we terug moeten halen, stelde Hedebouw.
Heilige huisjes
De ecologische voorman Jean-Marc Nollet wist geen blijf met zijn verontwaardiging over dit doorbreken van het cordon sanitaire. Links laat zijn heilige huisjes niet zomaar bestormen. Hedebouw merkte fijntjes op dat het wel gemakkelijk is om het met elkaar eens te zijn in het gesloten kringetje van Franstalige partijen. Hij weet vooral ook dat het alleen maar groter onheil zal opleveren als je in Vlaanderen niet in debat gaat met een partij die een steeds belangrijker deel van de kiezers aanspreekt omdat die de indruk hebben dat er door de andere partijen niet meer naar hen geluisterd wordt.
Het is niet de eerste keer dat Hedebouw blijk geeft van een scherp politiek inzicht, dat niet gehinderd wordt door enige ideologie. Hij weet ook dat zijn partij en het Vlaams Belang eigenlijk beide populistische partijen zijn en vooral rechtstreekse concurrenten voor het steeds groter wordende electoraat der malcontenten. Zoals vaker schijnen de andere partijen in Franstalig België de realiteit van het Vlaamse politieke landschap slecht te kennen. Vanuit de aloude zelfverklaarde morele superioriteit met opgeheven vingertje lessen geven aan boze kiezers zal links niet één stem opleveren.
Socialisten volharden
Dat is ook in Vlaanderen niet doorgedrongen bij de sp.a, die liever gelijk haalt bij de eigen matekes. En ook de PS heeft die evidentie nog steeds niet begrepen. De fractieleider in de Kamer, Ahmed Laaouej wees Hedebouw scherp terecht. Volgens hem leidt debatteren met extreemrechtse partijen tot hun legitimatie. Links moet zich daar ver van afhouden en met rationele elementen de vijanden van de democratie bestrijden.
Laaouej lijkt nog altijd niet door te hebben dat dit soort sektarisch denken in dank wordt afgenomen door extreemrechtse partijen. Die hebben meer te vrezen van de strategie van de PVDA die misschien niet doctrinair juist zit, maar veel efficiënter zal blijken dan het gedoodverfde grote gelijk van links.
Categorieën |
---|
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Uittredend minister Bernard Clerfayt doet een boekje open over hoe de Brusselse regering met geld omgaat.
In Brussel loopt een energieke 24-jarige ‘influencer’ rond. Niet als toerist, maar als lid van het Europees Parlement.