JavaScript is required for this website to work.
Geopolitiek

Het einde van de ‘Ostpolitik’

Theo Francken10/4/2022Leestijd 4 minuten
Frank Walter Steinmeier in 2017. Vandaag zegt hij: ‘Ik heb mij in Poetin
vergist’.

Frank Walter Steinmeier in 2017. Vandaag zegt hij: ‘Ik heb mij in Poetin vergist’.

foto © Wiki

De invasie van de Russen in Oekraïne betekent ook het einde van de Duitse Ostpolitik. ‘We hebben ons in Poetin vergist’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met zijn mea culpa maakte de Duitse president Frank-Walter Steinmeier deze week een opmerkelijke publieke knieval. De gevolgen van de jarenlange Europese naïviteit ten aanzien van het Russisch leiderschap zijn dan ook niet te overzien. Met dit mea culpa komt een eind aan de Duitse Ostpolitik.

Een belangrijk gevolg van de Russische invasie in Oekraïne is dat de bekende Neue Ostpolitik ten einde komt. Die Neue Ostpolitik is de West-Duitse ontspanningspolitiek ingeluid door Bondskanselier Willy Brandt in het begin van de jaren zeventig. Ze was erop gericht was de relaties tussen het Westen en het Oostblok, en met name met de DDR en bij uitbreiding de Sovjet-Unie, te verbeteren.In de hoofden van het Russische leiderschap was dat al veel langer het geval. Voor Duitsland is het slecht wakker worden.

Paradigmashift

De paradigma-verschuiving in het Russische buitenlands beleid begon volgens menig analist met de herverkiezing van Poetin als president in 2012. Ze moet worden gezien in de context van het Russische binnenlands beleid. Het Poetin-systeem raakte in een legitimiteitscrisis als gevolg van dalende grondstofprijzen na de wereldwijde financiële crisis van 2008/2009. Hij kon zich niet langer houden aan zijn sociale contract met de Russische bevolking.

Dat werd gevolgd door massademonstraties in grote Russische steden in 2011/2012 die politieke verandering eisten. Het leidde dan weer tot angst bij de eigen elite en werd beantwoord met systematische repressie van leden van de oppositie, NGO’s, verdere beperkingen van de mediavrijheid en toenemende controle op het internet. Zonder enige scrupules werden politieke tegenstanders of critici in binnen- en buitenland uitgeschakeld.

Tegenstanders

Het conflict met het Westen en Moskou’s vraagtekens bij de Europese veiligheidsorde waarover na het einde van het Koude Oorlog was onderhandeld, diende om interne legitimiteit te verwerven en maakte van Duitsland en Rusland tegenstanders. Beide landen streefden al veel langer tegengestelde doelen na op het gebied van de internationale orde (multilateralisme versus multipolarisme) en systeemvraagstukken (rechtsstaat versus het recht van de sterkste). Moskou definieerde Duitsland niet langer als partner, maar als een sleutelstaat die de EU bijeenhoudt en daarom moest worden verzwakt, onder meer door steun aan antidemocratische krachten en desinformatie in het land.

Tegelijkertijd is het Rusland van vandaag geen land van het status-quo zoals de Sovjet-Unie, maar een revisionistische macht die haar machtsaanspraak in de post-Sovjetlanden afdwingt met militaire interventies en met succes haar systeem van informele structuren, corruptie en omkoping wereldwijd exporteert.

Mea maxima culpa

In deze agressieve context komt het recente mea culpa ‘Ik heb me in Vladimir Poetin grondig vergist.’ van de Duitse president Frank-Walter Steinmeier extra hard aan. Als sociaaldemocratische minister van Buitenlandse Zaken onder Angela Merkel was hij de medearchitect van deze Ostpolitik, die vriendschappelijke economische en politieke relaties met Rusland voorzag.

Economische verwevenheid tussen Rusland en het Westen zouden oorlog en agressie uitsluiten, zo luidde de Duitse logica. Quod non. Steinmeier gaf toe dat hij en zijn collega’s te naïef zijn geweest. ‘We hebben vastgehouden aan bruggen waarin Rusland al lang niet meer geloofde en waar onze partners ons voor gewaarschuwd hadden’. Vooral over zijn steun aan de omstreden Nord Stream II gaspijplijn zei Steinmeier dat het ‘een duidelijke vergissing’ was. ‘Ik geloofde niet dat Poetin bereid zou zijn om zijn land tot een complete economische, politieke en morele ruïne te herleiden voor zijn eigen imperialistische waanzin. Hierin heb ik mij, net als vele anderen, grondig vergist.’ luidde Steinmeier’s publieke knieval.

Trump’s oproep

Velen hebben zich vergist, nochtans waren de waarschuwingen legio. Zo was er de oproep van president Trump op 26 september 2018 tijdens de jaarlijkse VN-vergadering van ’s werelds regeringsleiders en staatshoofden aan het adres van de Duitse socialistische minister van Buitenlandse Zaken, Heiko Maas. President Trump waarschuwde tijdens zijn toespraak de Duitsers voor hun volledige energieafhankelijkheid van Rusland en vroeg hen om hun koers te wijzigen. Maas haalde de schouders op en de Duitse delegatie lachte president Trump vierkant uit. Dat werd wereldnieuws, Trump’s boodschap vervloog.

Gescheitert

Als de Duitsers het niet wilden aannemen van de Amerikanen, hadden ze misschien beter geluisterd naar eigen experten zoals Dr. Stefan Meister van het Deutsche Gesellschaft für Auswartige Politik. In zijn artikel ‘Das Ende der Ostpolitik’ in september 2020 voorspelde Dr. Meister een verder escalatie van Russische agressie jegens het Westen. Hij verklaarde de Ostpolitik-strategie en het gezamenlijke moderniseringspartnerschap met Rusland als gescheitert, mislukt. Directe aanleiding van deze uitspraak vormden de Novichok-gifaanval op de bekende Russische oppositieleider Alexei Navalny en de steun aan Alexander Loekasjenko nadat het Kremlin de presidentsverkiezingen in Wit-Rusland massaal had vervalst.

Roepende in de woestijn

Voor Dr. Meister illustreerden beide feiten de urgentie om binnen de EU een andere manier te vinden om met Rusland om te gaan. Voor hem ging het immers niet om alleenstaande feiten, maar om ‘een bewuste strategie van keiharde repressie tegen oppositiefiguren, mediavertegenwoordigers, kunstenaars en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in Rusland als onderdeel van een referendum dat president Vladimir Poetin na 2024 nog twee ambtstermijnen zal toestaan’.

Voor hem zijn ‘Duitsland en Rusland geëvolueerd van partners tot tegenstanders op belangrijke internationale kwesties zoals de Europese veiligheidsorde of hoe om te gaan met militaire conflicten in Syrië en Libië.’ Ook Dr. Meister bleef een roepende in de woestijn.

Gerard Schröder

Het mea maxima culpa van Haas’ voorganger, Steinmeier, klinkt erg bitter. Toch komt het er. Gewezen SPD collega en voormalig bondskanselier Gerard Schröder houdt de lippen intussen stijf op elkaar. Hij heeft nog altijd geen afstand genomen van zijn vriendschapsband met Poetin.

Meer nog, twintig dagen voor de inval in Oekraïne werd Schröder bestuurslid van de Russische energiereus Gazprom, het grootste aardgasbedrijf ter wereld, nadat hij eerder al benoemd werd tot voorzitter van Rosneft, Rusland’s grootste oliemaatschappij.

Macron’s Trojaanse paarden

Duitsland gaat niet vrijuit, maar Frankrijk evenmin. Voor de Franse president Emanuel Macron was Rusland niet alleen een partner op het gebied van Europese veiligheid, maar ook op het gebied van technologische soevereiniteit op sleutelgebieden als ruimtevaart en cyberveiligheid, vooral in relatie tot China en de VS.

Na een eerste ontmoeting tussen Macron en Poetin in augustus 2019 voor de G7-top, werden een jaar later 13 bilaterale werkgroepen opgericht om thema’s als cyberspace, ruimtevaart, internationale conflicten en wapenbeheersing aan te pakken. Wanneer Macron in zijn toespraak tot ambassadeurs het Russische argument benadrukt dat de Europeanen vooral ‘Trojaanse paarden van het Westen’ zijn en dat Europese benaderingen van Rusland ontbreken, dan versterkt hij de verhalen van Russische propaganda in plaats van een nieuw EU-beleid ten aanzien van Rusland.

Ook de Franse aanpak getuigde de afgelopen jaren van een ongelofelijke naïviteit. Vanavond weten we of dit Macron electoraal aangerekend zal worden.

Theo Francken (1978) is master in de pedagogische wetenschappen. Hij was staatssecretaris voor Asiel en Migratie en is momenteel Kamerlid voor N-VA en burgemeester van Lubbeek.

Commentaren en reacties