JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

Het museum als transmitter

Kunstschilder Peter Proost: ‘De verandering in de musea wordt ingevuld met woke-standpunten, zoals quota voor vrouwen, inclusie en ecologie.’

Peter Proost is kunstschilder.

21/10/2024Leestijd 3 minuten
De jolige maskers uit ‘Ensors stoutste dromen’ bij het KMSKA.

De jolige maskers uit ‘Ensors stoutste dromen’ bij het KMSKA.

foto © Peter Proost

Kunstschilder Peter Proost: ‘De verandering in de musea wordt ingevuld met woke-standpunten, zoals quota voor vrouwen, inclusie en ecologie.’

Een andere benadering van het museale beleid hing al langer in de lucht, de coronalockdowns versnelden de omschakeling wereldwijd. De grote pauze liet toe om een stap terug te zetten en de aanpak te resetten. Het museum evolueert nu naar een beleveniscentrum dat signalen uitzendt.

West-Europa is behoudsgezind, en de landen financieren musea meer en makkelijker dan elders. Musea ondersteunen op hun beurt volmondig het linkse Europese beleid. Wereldburgerschap is wat ons bindt. Het dure museumconcept dat sinds de Verlichting antropologische verzamelingen samenbracht in grote gebouwen om ze op encyclopedische wijze te bestuderen, heeft – althans volgens de musea – zijn grenzen bereikt. Wat nu?

Een nieuwe aanpak

Collecties staan met de nieuwe aanpak ter beschikking om de net zo nieuwe maatschappij te ondersteunen, niet om oude denkbeelden versterkt weer te geven. Minderheidsgroepen willen niet als te bestuderen subjecten gezien worden, maar als wereldburgers. Ook als hun inbreng beperkt is, anders is er sprake van discriminatie.

Selecteren gebeurt nu op basis van wenselijkheid, en het onderzoek wordt eraan aangepast

Dat heeft een behoorlijke impact op de collecties. Selecteren gebeurt nu op basis van wenselijkheid, en het onderzoek wordt eraan aangepast. Kunst van vrouwen wordt opgevist uit de kunstgeschiedenis zodat ze alsnog een terechte plaats verwerven. Antropologie kan enkel als de onderzoekers uit dezelfde etnische groep komen.

De nieuwe aanpak gaat liefst alle kanten uit. Zo testen de ‘Staatliche Kunstsammlungen’ Dresden en Ghana onderling codirecteurschap uit om besluitvorming te delen. In Lomé, de hoofdstad van Togo, staat een nieuw museum waar technologie en ondernemerschap ontdekt kunnen worden in de botanische tuin. In New York plant het Metropolitan Museum een permanente kamer om de complexiteit van het nu-moment te ervaren. Multisensorische verhalen brengen de orale cultuur naar het museum.

Een hybride identiteit

De verandering wordt bijna volledig ingevuld met woke-standpunten, zoals quota voor vrouwen, inclusie en ecologie. Ook de omgeving, de architectuur en het eten maken zijn er deel van. Kortom, er is een doorgedreven sociale betrokkenheid in de musea, die voordien al massaal aanwezig was bij kunstenaars. Denk dan ook aan retributie van artefacten en dekolonisatie.

Vermits kritische stemmen storen, lijkt het deels op indoctrinatie. De curatoren groeiden op in een postmoderne, multidisciplinaire maatschappij waarin een pluralistische kunstwereld en handelen ernaar normaal zijn. Samenwerkende musea, ook over de continenten heen, versterken het globale karakter, net zoals universiteiten. ‘Equity’ ontspruit er organisch.

Gemeenschappen die instappen in dit wereldwijd uitgebouwd systeem zullen zichzelf definiëren als authentiek: dat is een vereiste om identiteit te verwerven. Al kan het een hybride of postmoderne identiteit zijn. Antropologie is gewoon aanwezig in de getoonde kunst en hoeft niet via onderzoek opgenomen te worden. Hoogstens worden enkele kenmerken uitgelegd met muurteksten. Er is een hunkering naar minder autoriteit en minder ernst zodat participatie makkelijker wordt.

Beleving, participatie en inclusie

Mondiaal lopen steden vooraan bij deze ontwikkeling omdat de maatschappelijke transitie er eerst plaatsvindt. De kunstscene in Brussel lijkt zo te werken, en ik vermoed dat er in Vlaanderen ook afspraken zijn om mee te stappen in deze richting.

De algemeen directeur Carmen Willems benadrukt dat het zwaartepunt is verschoven naar beleving, participatie en inclusie

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) is niet alleen zeer mooi gerenoveerd en gedeeltelijk aangepast aan de hedendaagse spektakelarchitectuur, er is ook aansluiting gezocht met de beschreven omschakeling. De algemeen directeur Carmen Willems benadrukt dat het zwaartepunt is verschoven naar beleving, participatie en — ja — inclusie. Zo lees ik in de verantwoording dat de drempel letterlijk is verlaagd, waardoor de ingang op de begane grond ligt.

Ik dacht dat dat vooral een praktische reden had. De ontvangst is exceptioneel omdat er geen balie is. De verwelkoming gebeurt door vier, vijf personeelsleden over een afstand van 30 meter die allemaal even behulpzaam zijn. Met ook één gesluierde vrouw, waardoor je de grenzen van het concept gaat zien.

Ensors stoutste dromen

Ik bezocht het museum drie keer sinds de opening in september 2022. De twee speciale tentoonstellingen Krasse Koppen en nu Ensors stoutste dromen waren allebei voltreffers. Geconcentreerd kijken was voor beide tentoonstellingen vanzelfsprekend. Er is dus een bekwaam team aan het werk. De ontwapenende popularisering en bijhorende kinderachtigheid neem ik erbij. Ik veronderstel dat het tot de genoemde participatie leidt.

De nadruk ligt op het traject waardoor je geleid wordt. De kunstschilder James Ensor was bij een kunstgroep ‘Zwans’, die met carnavaleske kunstfratsen het burgerlijke establishment aanviel. Het ligt voor de hand dat een dergelijk thema door het museum werd gerecupereerd en gepopulariseerd zonder terughoudendheid. Daardoor ontstaat het bekende ‘koekendoossyndroom’. Door de klemtoon overdreven op één kenmerk te leggen, de jolige maskers, verwijderen ze de angel uit de boodschap. In vergelijking met andere musea gaan ze ver wat ensceneringen betreft. Tot zover de signalen van een heerlijke nieuwe wereld.

Peter Proost is kunstschilder.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties