JavaScript is required for this website to work.
Europa

Het nationalistisch ‘spook’ in Europa

Philip Roose21/5/2019Leestijd 5 minuten
Juni 1848: studenten uit alle Duitse landen leggen de kiem van de moderne Duitse
natiestaat.

Juni 1848: studenten uit alle Duitse landen leggen de kiem van de moderne Duitse natiestaat.

foto © Reporters

Nationalisten en conservatieven kunnen broodnodige hervormingen van de Europese instellingen en beleidskeuzes vooropstellen waarbij soevereiniteit, subsidiariteit en culturele verscheidenheid centraal staan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Herman Van Rompuy, 10 november 2010: ‘Euroscepticisme leidt naar oorlog en de groei van het nationalisme is de grootste vijand van de Europese Unie.’

Guy Verhofstadt, februari. 2017: ‘Nationalisme in Europa betekent een nieuwe holocaust.’

Jean-Claude Juncker, 9 november 2017: ‘Nationalisme is een vergif dat Europa ervan weerhoudt te kunnen samenwerken.’

Emmanuel Macron, 11 november 2018: ‘Nationalisme is het verraad van de morele waarden.’

Angela Merkel, 14 november 2018: ‘Nationalisme en egoïsme mogen nooit meer een kans krijgen in Europa.’

Frans Timmermans. 20 november 2018 : ‘Nationalisme is de weg naar de vernietiging.’

De hierboven aangehaalde citaten zijn maar een kleine selectie van wat Europese staatshoofden en toppolitici over het nationalisme denken. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze ideologische stroming verboden terrein ter rechterzijde van het politieke spectrum omwille van de gruwelijkheden van haar extreemste en gewelddadigste vorm. Maar na het enthousiasme van de beginjaren, wekt de Europese Unie sinds de millenniumwissel bij steeds meer burgers echter een groeiende afkeer op. Sinds decennia klinkt de roept om te re-nationaliseren en voor culturele eigenheid steeds luider, niet alleen in de oostelijke en ex-communistische lidstaten, maar ook in stichtende kernlanden. Begrippen als culturele identiteit, soevereiniteit en natie kregen langzaam maar zeker weer de aandacht die ze sinds 70 jaar onterecht waren kwijtgespeeld.

Nationalistisch spook

Deze ‘renaissance’ is deels te wijten aan de pro-Europese krachten zelf, die het 21ste-eeuwse nationalisme verantwoordelijk achten voor de huidige malaise in de Europese Unie en het ook louter beschouwen als een tegengestelde kracht aan de Europese gedachte. Het dominante discours in de media, bij traditionele partijen en politieke instellingen beschouwt het  ‘nationalistische spook’, zoals Arnon Grunberg het in 2015 in de Volkskrant noemde, als het grootste gevaar voor de Europese Unie en stelt deze concurrerende ideologie zeer gemakkelijk in het rijtje van xenofobie, economische autarchie en culturele isolatie of neergang. Echter, niet het nationalisme ligt aan de oorzaak van de huidige malaise in de EU, integendeel, de heropleving is grotendeels een gevolg ervan.

Aan de basis van de mondiale en Europese economische stagnatie, de uitbreiding van nationale schuldenbergen, de kramikkige begrotingen van vele lidstaten, de grote werkloosheid in sommige landen of regio’s, de traumatische ervaring van de migratiecrisis en de nieuwe armoede bij een deel van de middenklasse, ligt het ongebreidelde globalisme die de Europese beleidsmakers al decennia prediken en in de praktijk brengen. De EU was dan wel een positieve zaak voor de vrede en welvaart van de meeste inwoners, ze produceerde echter ook heel wat verliezers in de samenleving. De selectieve blindheid en het politieke onvermogen om de sociale belangen van elke Europeaan te vertegenwoordigen, versterkte de kloof tussen burgers en de Europese instellingen nog meer.

Europese integratie

Vooral sinds de recente economische moeilijkheden, en zelfs achteruitgang in sommige lidstaten, kwam het electorale ongenoegen aan de oppervlakte langsheen electorale alternatieven, niet alleen ter rechterzijde. Maar zij die roepen dat het nationalisme verdere Europese integratie bemoeilijkt, vergeten echter dat de economische beleidskeuze ten voordele van transnationale markten, waarbij zowel de productie als het kapitaal steeds sneller van lidstaat naar lidstaat kon verhuizen, gemaakt werden door pro-Europese partijen en regeringen. Niettegenstaande het vrij verkeer van personen, en de kans om te migreren naar rijkere regio’s, bleef de overgrote meerderheid van de Europese burger gebonden aan de lokale cultuur en omgeving en het traditioneel sociaal weefsel. Een burger die veel reist, wordt daarom nog geen kosmopoliet. En juist het minst mobiele deel van de bevolking verloor economisch, maar ook sociaal en cultureel het meest.

In tegenstelling tot wat de eurofederalistische wereldburgers al jarenlang prediken, is de Europese Unie niet te vergelijken met de Verenigde Staten, al was het maar omdat er ginds niet in 24 officiële talen (en 44 niet-officiële talen en nog meer regio- en dialecten) wordt gecommuniceerd en in drie alfabetten wordt geschreven. Wie het Amerikaanse staatsmodel wil importeren naar het Europese continent, gedraagt zich dan ook als een cultuurnegationist. Degenen die zich verzetten tegen of kritiek leveren op de oprichting van een federatie van Europese staten, worden in het beste geval ‘eurosceptisch’ genoemd, en in het slechtste geval ‘nationalistisch’. Maar wie zich verzet tegen de oprichting van een Europese federatie is niet noodzakelijkerwijs tegen de EU.

Migratie

Terwijl het oude continent ‘uitsterft’, staat er op het zuidelijk halfrond een demografische bom op ontploffen. De sociaal-culturele ongemakken en onzekerheden, en soms zelfs regelrechte chaos, die voortkomen uit de ongecontroleerde en illegale migratiestroom en de daaraan verbonden integratieproblemen, werden eveneens niet veroorzaakt door het nationalisme. Integendeel, het was een gevolg van een globalistische visie van de Europese heersende politieke, economische en culturele klasse, die zelf in de veilige ‘paleizen’ amper met de gevolgen van het eigen beleid wordt geconfronteerd. Wanneer eurofiele politici opperden dat migratie onze welvaart, en de daaraan verbonden vergrijzingsfactuur, zouden garanderen, bleek die in de praktijk slechts de loonkost van multinationals te drukken en de uitgave van de sociale zekerheid te doen stijgen.

Gezien Europa 70 jaar geleden het nationalisme de rug toekeerde, betekent dit dat de hedendaagse problematieken daar geen kind van kunnen zijn. Noch kan men beide ideologieën gelijkstellen met racisme, fascisme of nazisme. Het nationalisme ontstond in het 19de-eeuwse tijdperk waarin imperialistische keizerrijken zich ontbonden in nationale staten, meestal na bloedige oorlogen. Als product van de moderniteit, waarin de samenleving nog sterk verbonden was met de eigen geschiedenis, taal en culturele traditie, wou het de massa emanciperen en verheffen. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd het tevens de drijvende kracht achter de dekolonisatiebeweging. Het nationalisme sproot voort uit jonge en dynamische samenlevingen, en niet zoals vandaag uit een bejaarde en defensieve maatschappij.

Keizerrijk

Ook het 21ste-eeuwse nationalisme verzet zich tegen een keizerrijk, dat van de Europese Commissie en haar eurofederalistische hof. Maar terwijl in de 20ste eeuw de massa centraal stond, leven we vandaag in een geglobaliseerd tijdperk waar het individu centraal staat. Tegen dit ‘atomisme’ zet enerzijds het nationalisme de soevereiniteitskwestie terug centraal, terwijl anderzijds het herboren conservatisme de traditionele waarden en culturele identiteit opnieuw wil versterken. Dit beantwoordt aan drie hedendaagse behoeften: de centrale plaats van de demos ten opzichte van de internationale dominante juridische, technologische, politieke, economische en financiële machten (waartoe ook de ngo’s behoren); het primaat van de politiek ten opzichte van eender welke drukkingsgroep; en ten slotte de bescherming van nationale grenzen, lokale economieën en culturen ten opzichte van supranationale instellingen, van ongebreidelde mondiale concurrentie, van casinokapitalisme en van ongecontroleerde migratiestromen.

Visie

De soevereiniteitskwestie omvat vandaag grotendeels de 21ste-eeuwse definitie van het nationalisme, en kan zeker ten dele een antwoord zijn op veel van de huidige problematieken (of ze zeker vereenvoudigen). Ook het conservatieve reveil brengt soelaas tegen de ontrafeling van het sociaal weefsel en de verwatering van de culturele identiteit, waarop onze demos is gebaseerd. Wie deze ideologische stroming, samen met het conservatisme, reduceert tot haar meeste extreemste uiting uit de 20ste eeuw, is niet alleen intellectueel oneerlijk maar tevens blind voor de echte oorzaken van de huidige crisis. Nationalisten en conservatieven moeten echter oppassen niet in de xenofobe en rechts-populistische val te trappen. Tevens vermijden ze ook beter het Europese kind met het badwater weg te gooien, zoals wanneer rechts-populisten pleiten voor nationale brexit-scenario’s als oplossing voor het falende beleid van de Europese Commissie en eurofiele regeringen. Nationalisten kunnen daarentegen broodnodige hervormingen van de Europese instellingen en beleidskeuzes vooropstellen waarbij soevereiniteit, subsidiariteit en culturele verscheidenheid centraal staan.

Want niet het nationalistisch spook ligt aan de basis van de huidige Europese malaise, wel de eurofederalisten die al 70 jaar Europa regeren en de nationale verscheidenheid zo snel mogelijk willen afschaffen. Desnoods onder dwang.

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).

Meer van Philip Roose

Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.

Commentaren en reacties