JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Het Peeters-dilemma

welke keuze maakt CD&V in 2014?

Bart Maddens3/6/2013Leestijd 4 minuten

Kris Peeters wil opnieuw Vlaams minister-president worden. Of toch niet? Bart Maddens bekijkt de opties.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een opmerkelijke uitspraak van Kris Peeters in Gazet van Antwerpen dit weekend: ‘Indien mogelijk wil ik een nieuwe termijn als minister-president’. En hij krijgt meteen applaus van Paul Geudens: ‘Het is een logische keuze. Peeters heeft een uitgesproken Vlaams profiel en is de jongste jaren zowat de verpersoonlijking van Vlaanderen geworden.’ Maar misschien juicht Geudens wat te vroeg want in hetzelfde interview sluit Peeters toch ook weer niet  helemaal uit dat hij volgend jaar kandidaat premier is. ‘Dat zijn van die journalistenvragen…’, luidt zijn ontwijkende antwoord. Met andere woorden: Peeters blijft een slag om de arm houden. Als het van hem afhangt, is hij kandidaat minister-president. Maar wat als de partij hem met aandrang zou vragen om toch te gaan voor het federale premierschap?

Koud en warm

De uitspraken van Peeters doen wat denken aan wat op 1 oktober 2005 in dezelfde krant te lezen viel: ‘Op dit ogenblik ga ik voor de volledige Vlaamse legislatuur als minister-president. Maar in de politiek is twee jaar een eeuwigheid waarin veel kan gebeuren. En dus zullen we in 2007 wel zien wat we moeten doen.’ Het is Yves Leterme die hier aan het woord is. Nadien zou hij nog anderhalf jaar lang warm en koud blazen over de vraag of hij bij de verkiezingen van 2007 kandidaat-premier zou zijn. Naar verluidt werd de knoop uiteindelijk doorgehakt op 7 februari 2007 tijdens een geheim topberaad met ex-premiers en ex-voorzitters van CD&V in het Brusselse Hotel Leopold. Daar zou niet alleen zijn beslist dat Leterme moest gaan voor het premierschap, maar ook dat CD&V (toen nog in kartel met  N-VA) het communautair niet te hard mocht spelen bij de regeringsonderhandelingen. Wie weet vindt er binnenkort weer zo een onderonsje plaats.

In een aantal opzichten zou de overstap van Kris Peeters naar het federale niveau vandaag minder problematisch zijn dan dat in 2007 was voor Leterme. Peeters kan minister-president blijven tot het einde van de legislatuur. Leterme moest zijn mandaat halverwege stopzetten, tegen zijn oorspronkelijke belofte in. Hij stelde zich dus veel meer bloot aan de kritiek dat hij Vlaanderen in de steek liet.

Er was nog een andere hindernis voor Leterme. We zijn het al wat vergeten, maar Leterme werd in die periode veel vaker op radicaal-Vlaamse uitspraken betrapt dan Kris Peeters vandaag. ‘De noodzaak om een federale regering op de been te brengen verschuift naar het tweede plan als het op de belangen van Vlaanderen aankomt.’ Dit is de stelling die vandaag door de N-VA wordt verdedigd maar ze werd in augustus 2006 (door Libération) opgetekend uit de mond van Yves Leterme. Peeters is veel voorzichtiger in zijn uitspraken. Sinds enige tijd trekt hij voluit de kaart van de zesde staatshervorming en heeft hij zijn Copernicaanse ambities naar beneden toe bijgesteld. Het gevolg is dat hij nu een redelijk goede pers krijgt in Franstalig België. Zo oogstte hij in januari nog applaus omdat hij in de ogen van de Franstaligen leek te erkennen dat Brussel een volwaardig derde gewest is. Kortom, een federale regering Peeters I zou voor de Franstaligen veel minder een horror-scenario zijn dan dat in 2007 het geval was met een regering Leterme I.

Alternatief voor di Rupo

Het lijkt de regel bij CD&V dat de sterkste en meest populaire politicus federaal wordt uitgespeeld als kandidaat-premier. Maar de spreekwoordelijke uitzondering was de verkiezing van 2010, toen Peeters aan de zijlijn bleef staan en Marianne Thyssen kandidaat premier was. Een denderend succes is dat niet geworden. Vandaag kan CD&V in de verleiding komen om weer aan te knopen bij de traditie. Peeters naar voor schuiven als kandidaat-premier zou het voordeel hebben dat er een duidelijk alternatief is voor di Rupo. Dat zou een sterke campagneboodschap opleveren: ‘Wil je di Rupo weg, stem dan voor Peeters. Een stem voor de N-VA is een stem voor di Rupo II want de N-VA weigert op het federale niveau verantwoordelijkheid op te nemen. Zie maar wat er is gebeurd in juni 2010: De Wever heeft het premierschap toen meteen op een schoteltje aangeboden aan di Rupo. Als je wil vermijden dat dit opnieuw gebeurt, dan moet je Kris Peeters plebisciteren als premier.’

Louter mathematisch gezien is CD&V natuurlijk niet zo goed geplaatst om het federale premierschap te claimen. De kans is klein dat CD&V in 2014 de grootste traditionele partij wordt of de christendemocraten de grootste familie. Maar anderzijds is het geen wet van Meden en Perzen dat de grootste partij of familie de premier levert. Sinds dit weekend weten we dat de PS er ‘alles, werkelijk alles’ voor over heeft om de N-VA uit de federale regering te houden  (‘Il faut tout faire pour éviter la N-VA. Tout. Tout!’ verklaarde Laurette Onkelinx ongemeen heftig in La Libre). Dat ‘alles’ houdt ongetwijfeld ook het opofferen in van di Rupo’s premierschap. Overigens, mocht er een federale regering komen die zelfs nog niet in de buurt komt van een Vlaamse meerderheid (en daar lijkt de PS blijkens het interview met Onkelinx op aan te sturen), dan zal men haast verplicht zijn om de pil te vergulden met een Vlaamse premier. Maar ook op het Vlaamse niveau liggen de kaarten van Kris Peeters vrij goed. Want het meest waarschijnlijke scenario is dat er een anti-N-VA coalitie komt en dan is hij automatisch minister-president.   

Zoals bekend heeft CD&V er in januari voor gekozen om het kamp te vervoegen van de communautaire demandeurs de rien, ten minste op korte termijn. De partij is geen vragende partij voor een nieuwe staatshervorming tijdens de volgende legislatuur. Dit is natuurlijk uiterst betreurenswaardig vanuit een Vlaamsgezind standpunt maar anderzijds moeten we ook durven erkennen dat CD&V tactisch gezien geen andere keuze heeft. De partij zit nu eenmaal in het bootje van de zesde staatshervorming en moet wel varen. Wouter Beke kan moeilijk enerzijds deze staatshervorming de hemel in prijzen en anderzijds al meteen een nieuwe grote staatshervorming eisen. Dat zou weinig geloofwaardig zijn. In die zin mogen we uit dit tactische maneuver van CD&V ook geen al te verregaande conclusies trekken. 

Veel fundamenteler is de vraag hoe CD&V het Peeters-dilemma zal oplossen. Als de partij haar onbetwiste sterkhouder naar voor schuift als kandidaat minister-president en past voor het federale premierschap, dan is het meteen ook duidelijk waar het politieke zwaartepunt ligt voor de partij: in Vlaanderen. Maar als CD&V haar boegbeeld toch naar het federale niveau verplaatst, dan kan er geen twijfel meer over bestaan dat België voor de partij het prioritaire beleidsniveau is en blijft.   

<Een goed artikel? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties