JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Het personeel van de excellenties

Luckas Vander Taelen9/11/2019Leestijd 2 minuten
De regering Di Rupo I

De regering Di Rupo I

foto © Belgium press center

Oud-ministers mogen nog twee medewerkers aanhouden in de periode dat hun opvolger zetelt, op kosten van de staat. Dat is een vreemde aberratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er zijn van die momenten dat het getik  van de stijgende teller van de foert- en proteststemmen bijna oorverdovend klinkt. En dat het niet moeilijk is om zich het gemor en gevloek in Vlaamse volkscafés en huiskamers in te beelden.

Vorige week had de pers het nog eens over het personeel dat oud-leden van de federale regering er op kosten van de overheid mogen op nahouden, tot hun opvolger zelf opstapt. Dat is eigenlijk geen nieuws, want over deze merkwaardige situatie is al veel geschreven en gepraat.

Di Rupo

Eind september hadden dank zij die regeling  nog 12 van de 18 leden van de regering Di Rupo recht op een aantal medewerkers, die ze naar eigen goeddunken mogen gebruiken. Dat doen ze al sinds ze zijn afgetreden in 2014. En ook de leden die uit de ploeg Michel vertrokken zijn, hebben recht op wat personeel. Zolang er geen nieuwe regering is, worden die doorbetaald. En als er ooit een nieuwe regeringsploeg komt, mogen de overblijvende ministers en staatssecretarissen van de restregering Michel op hun beurt personeel meenemen. Wie door ontslag of aan het einde van de regeerperiode niet langer federaal minister of staatssecretaris, kan dus op twee medewerkers rekenen. En dat tot hun opvolgers op hun beurt worden vervangen door een nieuwe ploeg.

Huispersoneel

Ze mogen die medewerkers gebruiken zoals ze willen. Als chauffeur of als medewerker, het maakt niet uit. Er bestaan geen regels voor. Zelfs als huispersoneel mogen ze ingezet worden. Sommige voormalige regeringsleden houden de medewerkers voor zichzelf, anderen staan ze af aan de partij. Samen zijn ze goed voor het equivalent van zo een 26 voltijdse medewerkers, wat jaarlijks neerkomt op meer dan 2,5 miljoen €. Te betalen door de belastingbetaler.

Merkwaardig is dat alle partijen het volmondig eens zijn dat dit eigenlijk een onverdedigbaar systeem is. En unisono pleiten ze ervoor om het af te schaffen. Alleen schijnt dat maar niet te lukken. Er werd al over gedebatteerd in het verleden, resoluties werden gestemd, regeringsleiders verklaarden al dat het op zijn minst hervormd zou moeten worden. De werkgroep Politieke Vernieuwing vond ook dat het federale parlement het voorbeeld van Vlaanderen moest volgen, waar het systeem veel strikter is. Maar helaas, er is nog steeds niet aan getornd aan deze merkwaardige vorm van nazorg voor ontheemde politici.

John Crombez

De toekomstige voormalige voorzitter van de Vlaamse socialisten verwoordde het best waarom een aberratie blijft bestaan waarvan alle politici af willen. ‘Ook ik ben voor de afschaffing’, zei John Crombez. ‘Maar zolang het bestaat, zou het dom zijn om het niet te gebruiken. Ik ga mijn partij niet benadelen ten opzichte van de andere.’

En zo liet deze koene progressief het aan een vertegenwoordiger van het Vlaams Belang over om de eerste minister de vraag te stellen hoelang dit casino-spelletje nog zou geduld worden. Sophie Wilmès maakte er zich natuurlijk gemakkelijk van af door te wijzen op haar onmogelijkheid om zo een ingrijpende maatregel te nemen als een lopende zaak.

Zwarte zondagen

Die zaak is helaas al jaren lopende. En alle politieke partijen die zichzelf graag profileren als belangeloze behoeders van het openbare goed, doen niets anders dan van dat openbare goed profiteren en vooral zichzelf en hun ‘eigen partij niet benadelen’ zoals Crombez dat zo complexloos durfde te zeggen.

De politici die dit systeem laten bestaan zouden toch moeten weten dat ze door het uitblijven van voortschrijdend ethisch inzicht de populisten van dit land slapend rijk maken. Als ze dat niet inzien, moeten ze er zich niet over verbazen als er steeds zwartere zondagen aankomen…

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties