JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Het spel met honger en dorst in de Begijnhofkerk

Jean-Pierre Rondas20/7/2021Leestijd 4 minuten

foto © foto Belga

De tijd is gekomen om de bezetting van de Begijnhofkerk op te heffen. Wellicht ook wat de PS met haar dreigement om op te stappen bedoelt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Franstalige socialisten en groenen die ermee dreigen om binnen het uur na de dood van een hongerstaker in de Begijnhofkerk hun ontslag als minister in te dienen en aldus de regering te laten vallen, lijken wel heel erg begaan met het lot van de sukkelaars die daar liggen te creperen. In feite spelen ze een cynisch dubbelspel met het spel dat op het altaar van deze kerk op wrede wijze wordt gespeeld en opgevoerd.

Want stel nu even dat niet alleen gewone toeschouwers zoals u en ik geacht worden het dreigement serieus te nemen, maar dat de hongerstakers zelf verondersteld worden te geloven dat als een onder hen het begeeft, de regering dan zal vallen: wat heeft die hele actie dan opgebracht? Zal het wapen van die ene dode dan scherp genoeg geweest zijn, of moeten er meerdere mensen uitgehongerd sterven?

Een verloren strijd

In elk geval worden er dan verkiezingen uitgeschreven, waarop dan een enorm gepolariseerde en gecommunautariseerde campagne volgt met als enige onderwerpen en inzet migratie en asiel. In die omstandigheden is de algemene regularisatie die de hongerstakers beogen ondenkbaar, terwijl de hongerstaking zelf om fysieke redenen niet nog eens een extra week kan duren – tenzij tientallen onder de stakers bereid zijn hun leven echt op het spel te zetten, wat niet waarschijnlijk lijkt. De tijd zal voor iedereen dringen. Dan is de actie voor algemene regularisatie een verloren strijd geweest.

Maar wij nemen het PS-dreigement niet ernstig omdat zodra er één dode valt, de hele bezetting manu militari zal worden beëindigd.

Dodelijke haast

Als de stakers en hun begeleiders dat zouden inzien, dan bestaat het risico dat ze, als het ware in een pre-emptive strike en in ideologische verblinding, haast zullen willen maken met het sterven van minstens één onder hen. Dan zouden ze erop rekenen door zo’n daad snel de wereldopinie achter zich te krijgen. Dat is een tweede mogelijke consequentie van het dreigement van socialisten en groenen. De hongerstakers zijn daar trouwens beslist toe in staat. In feite dreigen ze ook elke dag met hun eigen dood.

Ofschoon de hongerstaking zoals ze nu door extreem-links in Brussel wordt georganiseerd op zich al van een grote dosis cynisme getuigt, zou het bespoedigen van het overlijden van een of enkelen onder hen het toppunt van misdadig cynisme betekenen. Want deze mensen verachtende ideologen lijken me geen knip om het leven van hun verdwaasde volgelingen te geven.

Politieke chantage

Zouden de beschaafde PS’ers en Groenen die met-ontslag-binnen-het-uur dreigen, zich nu helemaal niet bewust zijn van de mogelijkheid van de hier geschetste scenario’s? Zo ondoordacht kan hun politieke handelen ook weer niet zijn. Weliswaar stapelen ze hun politieke chantage op de alreeds voorhanden collectieve chantage van de sans-papiers; maar toch is het bijna ondenkbaar dat ze geen rekening zouden hebben gehouden met een plotseling opduikende haast bij de ideologen in de Begijnhofkerk.

In feite hebben ze, met behulp van wat risicovolle grootspraak,  hun politieke opponenten binnen in de regering een uitwijkmogelijkheid geboden die het gezicht van alle partijen redt. De PS’ers zijn namelijk nooit van plan geweest af te treden. Dat ogenblik is nog niet gekomen.

Verduldige democratie

Want wat wil het geval? Een democratische samenleving moet zich nu eenmaal bepaalde collectieve en publieke aberraties, zoals massale en artificieel opgerekte hongerstakingen getroosten, zeker zolang deze soort van misplaatste acties de vorm aanneemt van ‘hou me tegen of ik stort me in de afgrond’. Een democratische samenleving kan weinig anders dan zich tot zo’n spelletje lenen en de chantage gedogen, zij het onder een voorwaarde, namelijk dat het bij een spel blijft. Een ernstig spel, een spel met inzet, maar wel een spel dat een keer moet ophouden.

De grens tussen spel en harde realiteit, tussen een beetje hongeren en definitief sterven is, zoals ik al suggereerde, hoogst rekbaar, wat niet belet dat hij medisch kan worden vastgesteld. Dan is het aan de samenleving en haar instellingen om politioneel in te grijpen. Dat horen ze ook te doen omdat geen enkele instelling (politie, gerecht, politiek, kerk) er zomaar mag op toekijken hoe mensen zichzelf wetens en willens een vreselijke dood aandoen. Deze instellingen zouden zelfs gerechtelijk vervolgd kunnen worden voor het weigeren van bijstand aan mensen in nood, of voor passieve medewerking aan, of het niet verhinderen van zelfmoord. Zodra de aberratie menens wordt moet de sterke arm der wet zich laten gelden.

Die tijd is nu gekomen. De bezetting van de Begijnhofkerk moet opgeheven worden en de wegkwijnende bezetters zelf horen in ziekenhuizen te worden opgenomen. Dat is wat de PS’ers op hun complexe, hypocriete, gewrongen Belgisch-politieke manier zeggen: begin snel met opname en dwangvoeding zodanig dat er in deze actie niet gestorven hoeft te worden. Het is de hoogste tijd om dat te doen.

Exploitatie van suïcidale mensen

Dan kunnen de in de kerk opererende ideologen er ook mee ophouden om de vermagerde sukkelaars ontbloot te etaleren, liggend op kasseien en hun ledematen gedrapeerd over fauteuils – als het maar fotogeniek is. Daardoor verleent de pers haar medewerking aan deze linkse ideologen en werkt ze tegelijk mee aan het culpabiliseren van de hele samenleving.

Een krant publiceert in haar online avondeditie een foto van een fysiek afgetakelde man, met voor wie het niet begrepen zou hebben, als onderschrift, ‘De fysieke aftakeling is onmiskenbaar’. De associatie met Auschwitz is opzettelijk en ligt voor de hand: dat hebben ‘wij’ immers gedaan. De associatie met een van het kruis afgenomen Christus is al evenzeer bestudeerd: wij zijn het die Christus dagelijks opnieuw kruisigen.

PVDA-artsen en de eed van Hippocrates

En als er zich, zoals de pers niet nalaat te vermelden, onder de begeleiders in de kerk inderdaad PVDA-artsen bevinden, dan is het een kwestie van deontologie dat zij allerminst geplaatst zijn om de pols van de hongeraars te nemen en te controleren wie al dan niet op de rand tussen leven en dood staat. Ze doen me immers denken aan die artsen die door martelregimes worden ingehuurd om na te gaan hoeveel extra pijniging hun slachtoffers nog kunnen verdragen – de volgende dag moet er immers voortgemarteld worden, net zoals er in de Begijnhofkerk zo lang mogelijk voortgehongerd moet worden, en in crescendo: van gecontroleerd niet eten over lippen dichtnaaien naar gecontroleerd niet drinken. Na vier dagen is het doel is bereikt: die ene, of erger nog, die eerste dode. Alles onder toezicht van artsen. In de Begijnhofkerk geldt de eed van Hippocrates niet.

Dit alles willen ook de PS’ers vermijden. Maar ze kondigen het aan op verkrampt-Belgische wijze.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).

Commentaren en reacties