JavaScript is required for this website to work.
post

Het verdriet van een gouverneur

Het grote gelijk in het coronadebat

Alain Vannieuwenburg23/5/2020Leestijd 6 minuten
De bestaande voorraad mondkapjes werd vernield, nieuwe bestellingen verdwenen of
voldeden niet aan de eisen. Het zijn maar enkele voorbeelden uit de
coronablundersaga.

De bestaande voorraad mondkapjes werd vernield, nieuwe bestellingen verdwenen of voldeden niet aan de eisen. Het zijn maar enkele voorbeelden uit de coronablundersaga.

foto © Reporters / DPA

De coronablundersaga: over bestellingen, bevoegdheidskluwens, staatsschuld, contacttracing en meer pijnlijke vragen voor de toekomst.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het standpunt van de West-Vlaamse gouverneur over het loslaten van enkele epidemiebeperkende maatregelen kan niet echt op mededogen rekenen. Het volk mort en bepaalde kustburgemeesters cultiveren (refererend naar de achterhaalde gemeentelijke autonomie en toegevend aan de druk van lobbygroepen allerhande) een cultuur van civiele ongehoorzaamheid.

Overhaaste maatregelen

Het bedrijf Graydon, een gerespecteerd specialist op het vlak van financiële informatie, bracht zopas een onrustwekkend rapport uit: Men maakt onterecht gebruik van de economische steunmaatregelen van de overheid. Het overhaaste optreden van de politici en het ontbreken van sluitende controle hebben zelfs mogelijk gemaakt dat ook schimmige bedrijfjes en obscure dekmantelondernemingen gretig in de pot hebben gegraaid. Dit alles komt bovenop eerdere opmerkingen uit syndicale hoek waaruit blijken moet dat er vrij soepel wordt omgegaan met tijdelijke werkloosheid en er al eens vlot wordt ontslagen. Men telt meer dan 30 maatregelen allerhande.

Het Belgische labyrint

Voormelde vaststellingen verrijken de coronablundersaga. Het begon allemaal met de vaststelling dat men niet over een strategische voorraad beschermingsmiddelen beschikte. Geheel onwezenlijk werd het toen bekend raakte dat België tussen 2009 en 2015 over een voorraad van zowaar 63 miljoen mondmaskers beschikte, maar deze vernietigde. De verantwoordelijke minister wees het leger met de vinger. Een moedig adjudant weerlegde de bewering. Dit leidde tot leuke onthullingen (de vervaldatum had betrekking op het elastiekje, de ruimte werd leeggemaakt op vraag van een humanitaire organisatie…). Over het plaatsen van een nieuwe bestelling sijpelde wat informatie door, maar het werd niet duidelijk waarom men geen strategische reserve had wederopgebouwd.

Ook de bestellingen die volgden, liepen niet zoals verwacht. Er werd blijkbaar meer met Google gewerkt dan iets anders en wat uiteindelijk werd geleverd, bleek niet steeds aan de kwaliteitseisen te voldoen. Terug naar af. Niet getreurd echter. Men plaatste een nieuwe bestelling. Deze keer leidde het spoor naar Luxemburg. Bleek dat de federale overheid 15 miljoen stuks bestelde bij een onbekende firma die in handen zou zijn van een miljonair gedomicilieerd in Malta. Een krant wees zelfs op het actief zijn van een voetbalmakelaar die, vanuit Luxemburg, tegelijk handelt in grondstoffen uit Afrika. Moet kunnen.

De bevolking werd dan maar aan het naaien gezet. Gelukkig zorgde dit laatste niet voor bestellingen van naaidozen. De eerdere ervaring met de milieubox zorgde wellicht voor een rem op de bestelwoede van de beleidsverantwoordelijken. Wat een tragedie zou moeten zijn, verwordt immers snel tot farce.

Institutioneel kluwen

Dat er nu en dan iets in het honderd loopt, is niet te vermijden. Wij struikelen in dit land over beleidsverantwoordelijken: de federale, de gewest- en gemeenschapsregeringen, de provincies, de steden en gemeenten (alle met bijhorende mandatarissen en administraties), om maar te zwijgen van de obligate inspraak- en adviesorganen, waarvan de kwaliteit oscilleert tussen die van kwalitatief werkend tot veredeld tooggezelschap.

Als klap op de vuurpijl bleek dat men zowaar over acht (8!) ministers bevoegd voor ‘gezondheid’ beschikte. Dit zorgde al eens voor verwarring. In de drang om te tonen dat men bestaansrecht had, haastte bijvoorbeeld een Waals minister van Gezondheid zich om berichten over besmetting rond te sturen, gegevens die aanvankelijk niet bevestigd konden worden door de federale minister van Volksgezondheid. Die zat immers in haar kot. Een hertelling zorgde er zelfs voor dat men uiteindelijk 9 verantwoordelijken voor een of ander facet van de volksgezondheid in België ontdekte. Dit is geruststellend.

Verwarring alom

De communicatie zelf bleek ook voor verbetering vatbaar. De communicatiestrategie van de premier wordt wellicht verplichte leerstof voor communicatiestrategen. De persconferenties werden aanvankelijk op onmogelijke momenten gehouden, staken vol details, waren eerder verwarrend dan verduidelijkend en focusten nu en dan zozeer op een specifiek element dat men uiteindelijk door de bomen het bos niet meer zag.  Op bepaalde ogenblikken had men de indruk dat men een vertaalmachine had gebruikt. Het geheel resulteerde in gissen naar wat nu eigenlijk werd verteld. Een ware oefening in exegese.

Dit laatste was dan weer gefundenes fressen voor de pers. Na de wazige mededelingen werd gretig ingepikt op de besproken themata. Het werd een oefening in het volharden van het spuien van onduidelijke berichten. Op bijvoorbeeld de radio kreeg het publiek de ruimte om zijn bedenkingen, wensen, verlangens en interpretaties te berde te brengen. Men ging onvermoeibaar door met het verspreiden van alle mogelijke herkauwde richtlijnen, suggesties en adviezen. Eerder geruststellend (of verontrustend) is ook de vaststelling hoe groot, in Vlaanderen, het aantal ter zake deskundig geachte inwoners blijkt te zijn.

Wie wilde weten waar men nu aan toe was, waagde zich aan het bekijken van het journaal of het doornemen van relevante krantenartikels. De voorzichtige commentaren van de virologen, epidemiologen en spoedartsen lieten vermoeden dat men niet steeds gelukkig was met de wijze waarop men communiceerde en de lockdown afbouwde. Uiteindelijk diende zelfs het Belgisch Staatsblad erbij gehaald om een en ander te verduidelijken. Of dit een geslaagde operatie was, is nog onduidelijk. Gelukkig waren er nu en dan de gevatte reacties van bepaalde virologen of van een (zeldzaam) serene politicus. Een rustpauze in de kakofonie.

Elastische interpretatie van de regels

Het gretig vertoeven in de schemerzone van de modale Belg resulteerde in de elastische interpretaties van bepaalde regels. Midden mei werden reeds 98.489 pv’s uitgedeeld. Dit is wellicht slechts het topje van het werkelijke aantal overtredingen. Opvallend: Sommige lokale besturen nemen geen initiatieven om bijvoorbeeld via GAS-boetes de naleving af te dwingen. De invoering ervan leidde trouwens tot onenigheid tussen de partijen die deze noodregering steunen. De juridische indekking was een zorgenkind en al snel bleek dat het systeem van GAS-boetes in Wallonië nauwelijks wordt gebruikt.

De toeristische industrie mengde zich in het debat. Een aantal ziekenhuizen aan de kust zag de komst van al die toeristen helemaal niet zitten.  Niet verwonderlijk dat de gouverneur van West-Vlaanderen de komst van de tweedeverblijvers, in combinatie met de instroom van dagjesmensen en dito, met de nodige argwaan bekeek en vroeg om de politionele maatregelen (die men reeds mooi omzeilt) zo goed als mogelijk te handhaven.

Plotseling mengden zelfs Vlaams minister van Toerisme, Zuhal Demir en minister-president Jan Jambon zich in het debat. Federaal minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem hield echter voet bij stuk. En premier Wilmès zag de bui hangen na een mogelijke ingebrekestelling van de Belgische Staat door tweedeverblijvers. Het dossier van de belasting op een tweede verblijf stak de kop op. Een ministerieel besluit, met indrukwekkende considerans, regelde plotseling de zaak.

Legaliteit en legitimiteit

Dit alles verlegde soms de aandacht naar de legitimiteit van deze noodregering. De coronacrisis zorgde immers voor het ontstaan van de regering-Wilmès. De Koning en de onderhandelaars in spe kregen even ademruimte. Waren er echter geen verkiezingen geweest? Verkiezingen die nog steeds niet hadden geleid tot het vormen van een volwaardige en daadkrachtige regering?  Hoe lang zou deze regering met volmachten en een ingeperkte parlementaire controle kunnen regeren? Een Kamercommissie werd belast met de controle.

Hoe fortuinlijke generaties omgaan met welvaart

Deze controle is meer dan nodig. De budgettair krappe situatie verergert. De Belgische staatsschuld wordt wankel en zorgwekkend geheten en de impact van de coronacrisis zorgt er wellicht voor, aldus internationale kredietbeoordelaars, dat deze een permanent karakter krijgt. De schuldgraad, die vorig jaar voor het eerst in acht jaar onder de grens van 100 procent van het bruto binnenlands product zakte, neemt toe tot ruim 111 procent van het bbp. De Nationale Bank en het Federaal Planbureau becijferden dat de overheidsfinanciën het begrotingstekort zouden doen oplopen tot 7,5 procent van het bbp. De schuldgraad ramen ze daarbij zelfs op 115 procent voor 2020. Gewesten en gemeenschappen maar ook lokale overheden staan eveneens voor enorme uitdagingen. Een vergiftigd geschenk voor de toekomstige generaties.

Komt erbij dat het arsenaal aan middelen uitgeput raakt. De financiële politiek van de Europese Centrale Bank leverde niet het verhoopte resultaat en de fiscale en parafiscale druk in België is legendarisch en biedt geen speelruimte. De werkgroepen die pistes moeten ontwikkelen zijn hopeloos (ideologisch) verdeeld. Belangenorganisaties hebben lijsten met desiderata klaar.

De eenzaamheid van de veldwerkers

Ondertussen ploegen de ziekenhuizen, de zorgverstrekkers en de rust- en verzorgingstehuizen verder. Begin mei concludeerde de Universiteit Antwerpen uit een onderzoek dat veel zorgverleners en medewerkers in de zorgsector (van de arts over de thuisverpleger tot het poetspersoneel in de ziekenhuizen, verzorgingsinstelling en rust- en verzorgingstehuizen) de gevolgen van dit alles voelen. De psychische belasting en het sluimerende tekort aan beschermende middelen zijn een feit.

Contacttracing staat nu hoog op de agenda. Virologen benadrukken het nut van een volgehouden contactopsporing naast preventieve maatregelen. De toewijzing van de contracten voor contacttracing zorgde voor vragen. Sommigen vreesden dat coronatracking een cashkoe dreigt te worden. En… na de opstart bleek de respons zeer mager. Het systeem doet het niet. De vraag omtrent de wijze waarop e-health georganiseerd moet worden en welke de plaats is van de datawetenschappen binnen de gezondheidszorg is gesteld. Aandachtspunt is ook hoe wij ethiek met techniek verbinden.

Vragen

De crisis had reeds wat ethische vragen opgeworpen. Hoe gaan wij om met de regel van het minste kwaad, hoe gaan wij om met de angst die niet enkel bij de bevolking aanwezig is, maar ook bij het verzorgend personeel en allen die in de zorg zijn tewerkgesteld?  Moeten mensen met covid-19 alleen sterven of laten we ook hun gezins- en familieleden toe? Hoe gaan we om met de alleenstaanden, de zwakkeren?

Twee contractdenkers, Rousseau en Hobbes, lijken dan ook plots weer heel actueel. Beiden probeerden een theorie te ontwikkelen die verklaren kon welke de mogelijke redenen zijn die ervoor zorgen dat wij samenleven, een deel van onze vrijheid inruilen, dat wij een gezag aanvaarden, dat wij een staat aanvaarden.

Meer en meer wordt gewezen op het Paretoprincipe. Wat epidemieën betreft, is 20% van de besmette individuen verantwoordelijk voor 80% van de besmettingen. Concentraties vergroten het risico. Het risico op een heropstart van de epidemie is reëel. We moeten het reproductiegetal onder controle houden.

De zorgverleners hebben de voorbije weken letterlijk in de frontlinie gestaan. Gaan wij voor een tweede, een derde golf? Gezondheidseconomen wijzen erop dat, indien de zaak uit de hand loopt, men pijnlijke keuzes zal moeten maken.

Wanneer men de bezorgdheid van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen wil beoordelen, neemt men best voorgaande elementen in aanmerking, samen met enkele bijkomende ethische overwegingen. Bevordert onze individuele keuze het welzijn van elke persoon, of het nu burgers, zieken, rusthuisbewoners, volwassenen of kinderen betreft? Hoe verhouden onze particuliere desiderata zich tot het algemeen belang van de samenleving? Wat laten wij primeren en zijn wij dan ook bereid om de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van onze keuzes te dragen? Nemen wij de oversterfte erbij als collateral damage?

Dr. Alain Vannieuwenburg is ethicus en doctor in de interdisciplinaire studie van het recht.

Commentaren en reacties