De prijzen aan de pomp swingen de pan uit. Na de explosie van de CNG-prijzen besloot deze vrije jongen terug te gaan dieselen. Maar donderdagavond was het aan menig tankstation aanschuiven geblazen, want diesel kreeg er weer een klets van € 0,20 bij, goed voor gemiddeld € 10 per tankbeurt meer. Dat een groot deel van de prijs van olieproducten bestaat uit accijnzen en heffingen is geen geheim. Maar ook de koers van de dollar tegenover de euro speelt een…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De prijzen aan de pomp swingen de pan uit. Na de explosie van de CNG-prijzen besloot deze vrije jongen terug te gaan dieselen. Maar donderdagavond was het aan menig tankstation aanschuiven geblazen, want diesel kreeg er weer een klets van € 0,20 bij, goed voor gemiddeld € 10 per tankbeurt meer. Dat een groot deel van de prijs van olieproducten bestaat uit accijnzen en heffingen is geen geheim. Maar ook de koers van de dollar tegenover de euro speelt een rol in de opvallende stijgingen van de laatste weken. Daar wees oud premier Yves Leterme (CD&V) op in een tweet. Tijd om eens uit te zoeken hoe de prijs voor diesel op dit moment bepaald wordt.
Aandeel accijnzen en heffingen net geen 50%
Volgens de website van de FOD Economie bestaat de prijs van brandstof uit vier elementen: de prijs van het geraffineerde product, de brutodistributiemarge, de wettelijke bijdragen en als laatste accijnzen en belastingen. Over de verhoudingen tussen die vier prijsbepalers wordt echter met geen woord gerept. Toch hoor je vaak dat het grootste deel van de prijs bestaat uit accijnzen en heffingen. Inkomsten voor de staat, dus.
Maar dat blijkt bij navraag bij de FOD niet waar te zijn. ‘Het grootste deel van de prijs is – met 47,8% voor diesel – wel degelijk de productkost’, weet woordvoerster Lien Meurisse. ‘Daar komt dan de brutodistributiemarge bij, die momenteel 8,2% uitmaakt. Die dekt de distributie- en logistieke kosten van de oliebedrijven om het product tot bij de eindgebruiker te brengen. Je kan dus stellen dat 56% van de prijs aan de pomp naar de handelaar, de verdeler en de producent gaat.’
‘Dan heb je de wettelijke bijdragen. Dat gaat over de bijdrage voor de maatschappij APETRA die verantwoordelijk is voor het aanhouden van de strategische voorraden van ruwe aardolie en aardolieproducten van België. Deze voorraden zorgen voor de bevoorrading van België in geval van crisis. Die bijdrage is goed voor 0,4% van de prijs. Vroeger had je ook nog een bijdrage voor het bodemsaneringsfonds voor tankstations BOFAS, maar die is sinds 2018 op 0 gezet.’
‘Uiteindelijk komen we bij de accijnzen en belastingen. Het aandeel accijnzen is het grootst: 26,3%. De belastingen bestaan enkel uit de BTW en zijn goed voor 17,3% van de prijs. Het totale deel van de dieselprijs bestemd voor de overheid is dus 46%.’
Invloed van de dollarkoers
Volgens Meurisse speelt de koers van de dollar tegenover de euro een niet te onderschatten rol bij de huidige prijsstijgingen. ‘Ruwe olie en raffinageproducten worden op de wereldmarkt verhandeld in Amerikaanse dollar. De FOD Economie berekent iedere werkdag de maximumprijs op basis van de noteringen van de afgewerkte producten op de internationale markten én op basis van de wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegenover de euro.’
‘Dit heeft uiteraard een effect op de maximumprijs, recht evenredig met de prijsschommeling. Een zestal maand geleden situeerde de $/€ koers zich rond de 1,17 $/€. Vandaag is dat 1,09 $/€. Dit zorgt voor een stijging van ongeveer 7,3% (1,17/1,09) van de productprijs component. De productprijs wordt namelijk uitgedrukt in $/ton, en wordt via de $/€ koers omgevormd naar €/ton.’
Op dit moment strooit de internationale wisselkoers voor 7,3% roet in het eten. Een heel stuk minder dan de 25% die Leterme in zijn tweet lijkt te suggereren.
Kan Vivaldi dit tij keren?
Ondertussen gaan er binnen Vivaldi verschillende stemmen op die pleiten voor maatregelen om de prijsstijgingen onder controle te krijgen. Een veelgehoorde suggestie is het invoeren van het omgekeerde cliquetsyteem. Dat zou betekenen dat bij een prijsstijging de accijnzen zouden dalen.
Wat daar niet wordt bijgezegd is dat zoiets maar een druppel op een hete plaat zou betekenen. Een dergelijke accijnsverlaging zou namelijk maar over een paar eurocenten gaan. Verwacht van deze voorgestelde oplossing dus geen spectaculaire impact.
De Vivaldi-regering kan eigenlijk weinig doen aan de stijgende brandstofprijzen, tenzij ze het aandeel van de eigen inkomsten aanzienlijk afbouwt. Of ze daartoe bereid zijn, en hoe dat gat dan zou worden opgevuld, is maar zeer de vraag.
Indexering komt er nog aan
Overigens komt er in april nog een stevige indexering van de brandstofprijs aan. De brutodistributiemarge wordt zo twee keer per jaar aangepast, eenmaal in april en een tweede keer in oktober. ‘Die indexatie’, stelt Meurisse, ‘zal in de grootteorde van 4% liggen. Je mag dus rekenen op een stijging van ongeveer 0,8 ¢/l (excl. BTW) aan de pomp voor de motorbrandstoffen.’
Ook de bijdrage voor APETRA wordt overigens op 1 april geïndexeerd, al zal de impact daarvan eerder miniem zijn.
Voor de transportsector komt er nóg een belangrijke indexering aan rond die periode. Die van de kilometerheffing. Ook daar zit een stevige aanpassing in de pijplijn. Ook die zal een invloed hebben op de cascade van prijsstijgingen voor consumptiegoederen.
De kilometerheffing is dan weer een bevoegdheid van de Vlaamse regering, meer bepaald van de liberale minister voor Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD). Doorbraak vroeg of er een indexsprong mogelijk was, rekening houdend met de wurggreep door almaar stijgende brandstofprijzen waarin de sector zit. Het kabinet deelde mee dat die beslissing niet in de handen van de minister maar van de voltallige regering ligt. Peeters is dus niet van plan zich aan deze hete aardappel te verbranden. Ze deelt die liever solidair met de coalitiepartners.
Het lijkt er op dat we stilaan in een spiraal van prijsstijgingen terecht zijn gekomen. Een inflatie die op hol slaat. Gelukkig kunnen we de schuld op Poetin afschuiven. Al gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat de inflatoire spiraal al voor de inval in Oekraïne op gang was gekomen.