JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Illegaal van ons

wettelijkheid en rechtvaardigheidsgevoel

Pieter Bauwens8/4/2014Leestijd 3 minuten

#foto14, het pre-electoraal onderzoek van de VRT, liet optekenen dat Vlamingen vinden dat illegalen die de taal kennen en hier werken het land niet moeten verlaten. Het lijkt een gekke zaak. En dat is het wel en niet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er zijn verschillende manieren waarop mensen illegaal in het land kunnen komen. Economische vluchteling noemen we die doorgaans – zo iemand komt het land binnen zonder de nodige verblijfspapieren of blijft gewoon als het visum verlopen is. Er zijn verschillende manieren te bedenken om het land binnen te komen. Daarnaast is er ook de instroom via de asielprocedure. Als een uitgewezen asielzoeker toch in het land blijft hoewel die dat dus – wettelijk gezien – niet mag, is die illegaal in het land. En dan hebben we het nog niet over niet-begeleidde minderjarigen, maar dat zou ons te ver drijven.

De procedures blonken in het verleden niet uit in snelheid en er zijn/waren ook beroepsmogelijkheden die de procedure nog wat langer maakten. Die langere periode maakt integratie mogelijk.

Illegale migranten komen vaak in een (zwart) arbeidscircuit. Dat loopt niet altijd even goed, denk maar aan de illegale bouwvakker die enkele jaren geleden voor dood gedumpt werd in de buurt van een ziekenhuis. Velen die hier illegaal verblijven zijn makkelijke prooien voor malafide personen die hen als halve of hele slaven ronselen voor een zwartwerkcircuit.

Hoe leert zo iemand in godsnaam Nederlands? Makkelijk kan dat toch niet zijn. Je zou spontaan denken dat het vooral gaat om asielzoekers wier aanvraag nogal lang loopt of bij niet-begeleide minderjarigen, of bij de eventuele kinderen van illegale migranten die hier dan school lopen en waarvan de ouders mee Nederlands leren. Het is dus om te beginnen niet echt een normale situatie dat wie hier illegaal is, erin slaagt om de taal te leren.

Waarom wordt dat zo positief geëvalueerd door ‘de gemiddelde Vlaming’? Het sleutelwoord daar is ‘integratie’. In het debat wordt soms nogal denigrerend gesproken over ‘integratie’ alsof dat zou betekenen dat nieuwe Vlamingen allemaal mosselen met frieten moeten eten met een pintje of abdijbier erbij. Dat is het dus niet. Integratie is deel uitmaken van onze gemeenschap, participeren. Hoe participeer je beter in de maatschappij dan door (1) de taal te spreken (2) te werken (3) er onderwijs te volgen? Een goed begin van participeren, er bij horen, toch? En van iemand die bij ons hoort die een verbeeld lid is van onze verbeelde gemeenschap, daar doen wij niet zomaar afstand van. ‘Een van ons is een van ons,’ zo zijn we blijkbaar toch ook weer.

Dat gezegd zijnde plaatst het de recente zaken van terugsturen van uitgeprocedeerde maar ‘geïntegreerde’ asielzoekers naar Afghanistan in een ander daglicht. Inderdaad, ik twijfel er niet aan dat de administratie alle procedures heeft gevolgd en dat correct gedaan heeft. En ja, regeringsverantwoordelijken moeten geen Romeinse keizers zijn die zomaar los van hun administratie en de wetgeving er op los kunnen geven en nemen. Maggie De Block had daarin gelijk. Maar ondanks het volgen van de wet en het niet toestaan van – willekeurige – uitzonderingen blijft een grote groep Vlamingen toch met een wrang gevoel achter. Het strookt niet met ons aanvoelen van wat ‘correct’ is, wat ‘rechtvaardig’ is. En blijkbaar is ‘participeren aan onze samenleving’, noem het integratie, geen criterium in lang lopende dossiers.

Hetzelfde gevoel overheerst ook vaak als hele schoolgemeenschappen protesteren tegen het uitwijzen van een gezin waarvan de kinderen schoollopen en blijkbaar heel goed … participeren. Een grote groep Vlamingen vindt dat de migratiewetten strenger moeten zijn, maar als in hun gemeenschap iemand die wettelijkheid ondergaat, gebeurt het dat het rechtvaardigheidsgevoel toch protesteert. Hebben we dan twee gezichten, twee maten, twee gewichten? Ik denk van niet. het stelt de discussie op scherp. Waarover gaat het? Over participatie, integratie. Het gevoel dat wie geen moeite doet om hier te participeren, toch mag blijven, en wie wel geïntegreerd is, soms moet gaan. En dat dat allemaal wettelijk is, juridisch correct.

Het toont ook aan hoe gemakkelijk integratie kan aangetoond worden. Is er een groter bewijs van integratie dan dat je plaatselijke gemeenschap protesteert tegen je verwijdering uit die gemeenschap? Maar hoe moet je zoiets wettelijk regelen … dringend tijd voor een stevig maatschappelijk debat. 

 

Foto © Reporters 

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties