JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Insluiting betekent ook uitsluiting

Als we zeggen wat we wél willen, zeggen we ook wat we niét willen.

ColumnJohan Sanctorum16/3/2019Leestijd 4 minuten

foto © Reporters

Zelfs de meest ‘liberale’ democratie moet grenzen stellen als ze wil overleven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het orakel Francis Fukuyama heeft gesproken. We kennen hem als de auteur van het intellectuele cultboek ‘Het einde van de geschiedenis en de laatste mens’ (1992). Daarin voorspelt hij het einde van de geschiedenis en de verwerkelijking van een planetaire utopie, genaamd liberale democratie. Dat feest is niet doorgegaan. Onder meer het moslimfundamentalisme gooide roet in het eten en het identitaire denken stak meer dan ooit de kop op. Bij links in de vorm van emancipatiebewegingen (kleurlingen, vrouwen, holebi’s..), bij rechts in de vorm van onversneden nationalisme.

Voor de Amerikaanse socioloog, behalve een briljant denker ook iemand die gaten in de markt van kilometers ver ruikt, moeten we dringend terug naar een republikeinse opvatting van identiteit. Die omvat een set van basiswaarden – verankerd in een grondwet — die wordt gedeeld door een groep, een volk, een natie die zich niet etnisch definieert maar filosofisch-maatschappelijk. De Franse republiek is het te volgen voorbeeld. België daarentegen ziet Fukuyama expliciet als een door de wereld niét te volgen model van non-identiteit: hebben we even pech. Na de etiketten van hell hole en failed state wordt dit koninkrijk ook nog eens bij het groot vuil gezet door een van de invloedrijkste denkers van deze tijd.

De natte droom van het ‘inclusief nationalisme’

Reporters

Francis Fukuyama

Zouden de Vlaams-republikeinen (een ondertussen zo goed als verdwenen soort) postuum toch gelijk krijgen? In 2009, dus exact tien jaar geleden, publiceerde ik de essaybundel De Vlaamse republiek: van utopie tot project – Denksporen naar Vlaamse onafhankelijkheid. Daarin werd min of meer betoogd wat professor Fukuyama vandaag naar voor brengt: tegenover het Belgische amalgaam en het slecht bestuur dat daaruit volgt, moeten we republikeins gaan denken en Vlaanderen definiëren als een nieuwe grondwettelijke ruimte die ook gevoelsmatig mensen verbindt. Patriottisme dus. Op dat moment duikt het monster van Loch Ness, genaamd identiteit weerop. Als we de non-identitaire Belgische constructie opgeven ten voordele van een Vlaamse republiek, hoe zal die res publica dan het verschil maken qua gemeenschapsbeleving?

Recent flakkerde het identiteitsdebat ook in Doorbraak opnieuw op. De voorzet kwam van de heren Philip Roose en Othman El Hammouchi, die pleiten voor een inclusief nationalisme dat in de Vlaamse samenleving ook plaats moeten bieden aan religieuze doctrines als de islam. Het multiculturalisme heruitgevonden dus. Daar is weinig animo voor, onder meer Ann Moella en Sam Van Rooy schoten het af, terecht lijkt me: in het post-IS-tijdperk zitten we volgens onafhankelijk onderzoek nog altijd op Belgisch niveau met 50% van een moslimpopulatie die er radicale denkbeelden op nahoudt. En dat zal met de huidige asiel- en migratiepolitiek eerder stijgen dan dalen.

Realisatie van hun politiek programma zou bijvoorbeeld betekenen: invoering van de sharia, afschaffing van de scheiding tussen Kerk en Staat, uiteraard het toelaten van ritueel (onverdoofd) slachten, genitale verminking en, waarom niet, meteen ook afschaffing van de democratie naar westers model. Het vooruitzicht op zo’n houellebecqiaans scenario leidt tot de prognose: een Vlaamse grondwet zou vermoedelijk weinig ruimte laten voor totalitaire en expansieve theocratieën als de islam. Ik zet daarbij graag een paar puntjes op de i die het identiteitsdebat uit het romantische flou artistique halen.

1 (Collectieve) identiteit is een misleidende metafoor

Het is iets waar, blijkens alle interviews die ik recent gelezen heb, ook Francis Fukuyama aan voorbij gaat: het woord identiteit komt van het Latijnse grondwoord idem, wat ‘hetzelfde’ betekent. Maar alleen een individu kan zich als eenzelvig manifesteren. Ik ben wie ik ben, en de anderen zijn de anderen. Groepsidentiteit is een misleidende metafoor want een groep is nooit homogeen: mensen verschillen nu eenmaal in alle mogelijke opzichten. Er zijn spontane verwantschappen, smaken die we delen bijvoorbeeld, maar de zogenaamde identiteit van een natie moet geconstrueerd worden, ze is het voorwerp van een debat en moet leiden tot een constitutioneel document dat een consistent geheel van waarden opsomt, liefst helder en bondig geformuleerd zoals de Amerikaanse grondwet. Geen abrakadabra op zijn Belgisch dus. Dat leidt meteen tot de tweede vaststeling:

2 Insluiting betekent ook uitsluiting

Reporters

De titel van deze column, het onaangename deel van het verhaal, dat mensen als Philip Roose en Othman El Hammouchi maar niet willen begrijpen. Als een groep zich definieert als ‘samenleving’, vallen er altijd individuen uit de boot waarmee niet samen te leven valt. Xenofobie, om een heel onaangenaam woord te gebruiken, is de keerzijde van (collectieve) identiteitsbeleving, alleen al omdat waardeconflicten opduiken van zodra men het eens raakt over waarden en normen. En dan moeten we grenzen trekken en drastisch optreden. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom Farid Bamouhammad, bijgenaamd Farid le Fou, in de gevangenis is gestorven: omdat hij zich absoluut weigerde aan te passen aan onze normen en waarden. Om dezelfde reden willen we die gewezen IS-strijders niet terug en ontnemen we hen zelfs de Belgische nationaliteit. Maar in een breder kader stelt zich dezelfde vraag voor allerlei categorieën, populaties, culturen, die een bedreiging zouden kunnen vormen voor onze ‘res publica’. Men kan dan drie dingen doen: assimilatie (door opvoeding, onderwijs,…), isolatie (Farid) of uitsluiting (de IS-strijders).

Dat is de reden waarom ik een tijdje geleden pleitte voor een soort Israël voor moslims die hun religie in de meest extreme vorm willen beleven. Een Islamitische Staat dus, ergens in de woestijn waar veel plek is, maar zonder externe terreur, ideaal voor wie onder de sharia wil leven en snel wil bruinen. In Molenbeek tracht men de facto ook zo’n gesloten gemeenschap in gettovorm uit te bouwen, maar zo’n salafistisch eiland op een paar kilometer van de Brusselse Grote Markt, neen, dat zien we niet zitten.

3 Terug naar meer individualisme?

Toch wil ik dat uitsluitingsprincipe de-dramatiseren. Misschien zien we dé samenleving veel te idealistisch en willen we erbij horen, met alle strubbelingen van dien. Terwijl, ach, heeft de mens anno 2019, in deze tijd van het World Wide Web, wel een stamverband nodig? Zelf woon ik al dertig jaar in Overijse/Terlanen, en nog altijd word ik daar op het dorpsplein bekeken als een alien, ne vremde. Daar leer je ook mee leven, op de duur wordt het zelfs vermakelijk, terwijl ik doorheen mijn facebook scroll om te zien wie vandaag mijn bericht geliket heeft. Misschien moeten we maar wat meer leren nergens bij te horen, en dan zitten we weer bij de discussie die ik heb met mijn confrater Sid Lukkassen over een alternatieve, rechtse kerk waarin de verdwaalde, door het cultuurmarxisme getroffen schapen terecht zouden kunnen.

Naar mijn gevoel schuilt de kracht van de postmoderniteit in het opgeven van het groepsdenken, religieus of seculier. De katholieke kerken lopen leeg, de partijvaste kiezer bestaat nog nauwelijks. Dat zie ik als een fenomeen van bevrijding en de aanzet tot een nieuwe vorm van burgerlijk bewustzijn, met vrijheid als hoogste goed. Hoever die vrijheid mag reiken, ja kijk, daarover moeten we het dus eens worden in die Vlaamse grondwet. Liefst niet te veel regeltjes, gewoon de essentie. En voor de rest mogen ook goede smaak, cultuur en wellevendheid (djeezes, dat woord) terug aangeleerd worden. Iets voor het onderwijs misschien, na de klimaatbetoging.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties