Afgelopen maand kwam Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zwaar in aanvaring met milieuorganisaties Grondrecht en Greenpeace. Beide hebben beslist de onderhandelingen over de PFAS-vervuiling in Zwijndrecht te verlaten, nadat ze naar verluidt een njet van de minister kregen op de vraag om zo maar even financiële steun van de belastingbetaler te krijgen voor hun activiteiten in deze zaak. Het getuigt van een eerder bizar wereldbeeld, dat wel moet gevormd zijn door de doorgeschoten subsidiecultuur zoals die op Vlaams…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Afgelopen maand kwam Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zwaar in aanvaring met milieuorganisaties Grondrecht en Greenpeace. Beide hebben beslist de onderhandelingen over de PFAS-vervuiling in Zwijndrecht te verlaten, nadat ze naar verluidt een njet van de minister kregen op de vraag om zo maar even financiële steun van de belastingbetaler te krijgen voor hun activiteiten in deze zaak.
Het getuigt van een eerder bizar wereldbeeld, dat wel moet gevormd zijn door de doorgeschoten subsidiecultuur zoals die op Vlaams niveau bestaat. Misschien brengt het nieuwe subsidieregister hier wel verandering in, want zoals men in het Engels zegt: ‘Sunlight is the best disinfectant’. Het feit dat Engie 600.000 euro steun geniet voor één of ander zonnepanelenproject zorgde al voor ophef. Wanneer de belastingbetaler verneemt wat er zo allemaal met de schaarse middelen gebeurt, is dat de eerste stap naar een hervorming van het systeem.
In het bijzonder groene groeperingen worden bijzonder ruimhartig bediend door de Vlaamse subsidiedrift. Zo haalt Natuurpunt vzw, die ook aan tafel zit met Demir over PFAS, en zo maar even 25.000 hectare grond beheert, voor 70% zijn middelen uit subsidies. Blijkbaar is dat normaal.
Middenveld of onderdeel van het overheid?
Dan hebben we het nog niet gehad over de subsidies die groene activisten van allerlei slag opstrijken vanuit de begroting van de Europese Unie. Onderzoeker Matthias Bauer publiceerde hierover in 2019 een rapport, waarin hij stelt: ‘Een groot aantal goed geconnecteerde ngo’s heeft expliciet als doelstelling de beleidsvorming op het gebied van handel en investeringen te beïnvloeden. Sommige van de meest invloedrijke ngo’s die campagne hebben gevoerd tegen het handels- en investeringsbeleid van de EU, hebben aanzienlijke financiering ontvangen van de Europese Commissie en de nationale regeringen.’
Men mag er toch wel vragen bij stellen dat groene en andere door de overheid gefinancierde groepen ook lobbyen bij diezelfde overheid, en in die hoedanigheid als het ‘middenveld’ worden behandeld? In feite behoort men niet langer tot het middenveld wanneer men op ruime manier door de overheid wordt gefinancierd, maar is men de facto een tak van de overheid.
Men kan ongetwijfeld argumenten verzinnen dat het niet onnuttig is voor de overheid om over een departement te beschikken dat zich bezighoudt met beleidsdenken en niet enkel beleidsuitvoering, maar dit soort organisaties zou in elk geval niet de status van ‘middenveld’ mogen genieten. Wanneer niemand interesse heeft om een bepaalde actiegroep vrijwillig te ondersteunen, is dat misschien jammer, maar het is wel een blijk van gebrek aan steun binnen de samenleving voor de doelstellingen van die actiegroep.
Spaarmiddelen
Natuurlijk is het wel zo dat in Europa de belastingdruk zo verstikkend is dat er niet veel spaarmiddelen overblijven om aan private liefdadigheid of actiegroepen allerhande te geven – al bewijzen mooie initiatieven zoals ‘De Warmste Week’ misschien het tegendeel. In elk geval moet de oplossing dan natuurlijk zijn om de belastingdruk te milderen, om zo de civiele maatschappij opnieuw de middelen te geven om zich te organiseren. Niet nog meer overheidssubsidies, want dit betekent uiteraard een nog hogere lastendruk.
In een artikel stelt De Standaard de vraag: ‘Moeten burgeractivisten een vergoeding krijgen?’ De krant slaagde er in om e-mailverkeer in te kijken waaruit blijkt dat door de Zwijndrechtse actiegroep Grondrecht en activist Thomas Goorden effectief een concreet subsidievoorstel werd ingediend bij het Team coördinaties en subsidies van het departement Omgeving. Niet alleen minister Demir stelde haar veto, maar er kwam hierover ook een negatief advies van de Inspectie van Financiën.
Goorden stelt in de krant: ‘Het is absoluut onredelijk te verwachten dat vrijwilligers zonder professionele bijstand of ondersteuning door de overheid veroorzaakte problemen van deze omgang mee oplossen.’ Veel twijfel klinkt hier niet door over de vraag of belastingbetalers de kost van zijn activiteiten maar dienen op te hoesten. Maar als de man er niet in slaagt voldoende private fondsen te werven voor zijn zaak, kan hij zich ook altijd politiek engageren. Zo werkt democratie.
David Van Reybrouck slaat de nagel op de kop over het thema van belastinggeld voor activisten wanneer hij stelt: ‘De vraag is natuurlijk hoe onafhankelijk je nog kunt zijn van de overheid als je haar een vergoeding vraagt‘. Goorden zou dus moeten beseffen dat allerlei ongetwijfeld goedbedoelde private initiatieven net vergiftigd kunnen worden door de subsidiespuit. Er niet in slagen om private fondsen te werven kan daarenboven een nuttig signaal zijn om de eigen aanpak te herdenken en te verbeteren.
Rechtszaken
Interessant is dat minister Demir ook ‘signalen kreeg dat de middelen rechtstreeks gebruikt zouden worden om verdere procedures te starten’. In Nederland is dit een bijzonder groot probleem aan het worden. De ngo Milieudefensie slaagde er met rechtszaken in om Shell, zowat de trots van het Nederlandse bedrijfsleven, uit het land te jagen, aldus Tweede Kamerlid Derk Jan Eppink. Zijn partij, de centrumrechtse formatie JA21, achterhaalde dat deze ngo de afgelopen 5 jaar 27,2 miljoen euro subsidie ontving. Meer rechtszaken tegen andere bedrijven staan ondertussen gepland. Schaamteloos.
Het is ook niet dat de Vlaamse overheid stilzit bij de PFOS-problematiek. Integendeel, er werd zelfs te ver gegaan. Maanden nadat de Vlaamse Omgevingsinspectie de chemiefabriek van de Amerikaanse multinational 3M in Zwijndrecht verplichtte om alle productieprocessen in de fabriek waarbij PFAS-stoffen kunnen worden uitgestoten tijdelijk stop te zetten, kreeg het bedrijf van de rechter wel gedaan dat een deel van de productieprocessen opnieuw mocht worden opgestart, ‘voor zover zij het leefmilieu en de gezondheid niet in gedrang brengen’. De economische schade door de achteraf gebleken nutteloze stopzetting was ondertussen wel toegebracht.
Van in het begin had 3M aangevoerd dat de PFOS-uitstoot van de fabriek op het moment dat de problemen werden ontdekt in elk geval te laag was om de hoge waarden gemeten bij de omwonenden te verklaren, maar integendeel ‘alles met de historische vervuiling’ te maken heeft. Het bedrijf wees er bij dit alles ook op dat de eigen werknemers veel hogere waarden hadden dan omwonenden en toch niet ziek werden, maar was steeds bereid om op te draaien voor enige kosten. Het gaf trouwens al zijn akkoord voor een compensatie voor landbouwers met gronden rond de bewuste fabriek.
Dat de Vlaamse overheid onmiddellijk naar de botte bijl greep en nadien moest terugkrabbelen in dit dossier heeft uiteraard alles te maken met de niet-aflatende druk van groene actiegroepen. Dat die nu nog eens belastinggeld durven vragen om als zogenaamde vertegenwoordigers van het middenveld aan tafel te gaan zitten met de overheid, dat slaat alles. Goed om te zien hoe minister Demir hier kordaat paal en perk aan stelde.