JavaScript is required for this website to work.
post

Isfahan, stad van het zuur

Aanvallen op jonge vrouwen jagen schokgolf door Iran

Edward Azadi23/10/2014Leestijd 3 minuten

In de Iraanse stad Isfahan worden jonge vrouwen door mannen op een motorfiets overgoten met een bijtend zuur. Veel Iraniërs verdenken hardliners binnen het regime ervan achter deze aanvallen te zitten, met als doel jonge vrouwen aan te zetten zich zediger te kleden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Isfahan is de stad die u misschien kent uit het gedicht De tuinman en de dood van Pieter Nicolaas van Eyck. Ooit de hoofdstad van Perzië, en nog steeds een van de belangrijkste toeristische trekpleisters, met het Naghsh-e Jahan plein (na de islamitische revolutie herdoopt tot het plein van de Imam), de beroemde bruggen over de Zayandeh rivier (die helaas droog staat) en de Armeense wijk met haar vele kerken. Sinds drie weken staat Isfahan in het centrum van de belangstelling in Iran, als de stad van de aanvallen met zuur.

Iedere zomer laait de discussie over de hoofddoek opnieuw op in Iran. De overheid promoot het dragen van de hijab: een hoofddoek die nauw om het gezicht sluit. Wettelijk is die hijab niet verplicht. Een losse hoofddoek is in principe voldoende. De ‘hijab politie’ ziet strikt toe op het dragen van ‘zedige’ kleding. Draag je te spannende kleren of hangt je hoofddoek te veel naar achter, dan word je aangehouden. Maar voor de hardliners in het parlement is het beleid niet streng genoeg. Zij ergeren zich aan de, in hun ogen, ‘onfatsoenlijke’ kledij die heel wat vrouwen tijdens de warmste maanden van het jaar dragen. Ook dit jaar riepen ze de regering op om strenger te zijn.

En dan zijn er nu de ‘asid pashi’, de aanvallen met zuur. Het patroon is steeds hetzelfde: twee mannen rijden op een motorfiets voorbij, en gooien al rijdend een bijtend zuur in het gezicht van een jonge vrouw. Er hebben in drie weken tijd minstens acht dergelijke aanvallen plaats gevonden. De vrouwen zijn zwaar verminkt. Minstens één van de slachtoffers zou inmiddels zijn overleden.

Dit soort aanvallen tegen vrouwen doet zich in sommige landen wel vaker voor. Vooral het Indiase subcontinent heeft op dat vlak een kwalijke reputatie. Meestal zijn de daders familie van het slachtoffer, die vinden dat de vrouw zich ‘oneerbaar’ heeft gedragen. Ook in Iran gebeurt dit, maar dat is eerder zeldzaam. Bovendien passen de huidige aanvallen niet in dit patroon, aangezien de aanvallers willekeurige vrouwen lijken uit te kiezen. Het nieuws jaagt dan ook een ware schokgolf door het land, en de foto’s van de slachtoffers worden volop gedeeld via sociale netwerken en smartphone apps.

‘Mijn hele lichaam stond in brand, en ik schreeuwde het uit van de pijn’ getuigt de 27-jarige Soheila Jorkesh. ‘Ik probeerde mijn (in zuur gedrenkte) kleren uit te trekken. Mensen drongen zich rond mij samen, maar in plaats van me met water af te spoelen, bleven ze me zeggen: waarom kleed je je uit? Houd je kleren aan.’ Als er geen infecties optreden, en de operatie verloopt goed, hopen de dokters een deel van haar linker oog te kunnen redden. Door haar rechter oog zal ze nooit meer zien.

In Iran lijkt niemand te twijfelen aan de reden voor de aanvallen: de hardliners vinden dat de hijab-politie te laks, en dus nemen ze nu zelf actie. Dat de aanvallers zich per motorfiets verplaatsen, doet velen denken aan de Basij milities die je in de steden met hun wapenstok op motorfietsen ziet voorbij rijden. Ze bestaan uit vrijwilligers, en worden vaak ingezet bij het onderdrukken van protesten.

De autoriteiten ontkennen met klem dat de Basij milities verantwoordelijk zijn voor de aanvallen. Het motief voor de aanvallen is onbekend, klinkt het. Één van de slachtoffers zou uit een zeer religieuze familie komen, wat de overheid doet besluiten dat het onwaarschijnlijk is dat ongepaste kledij de aanleiding zou zijn. Er zouden volgens de autoriteiten ook maar twee aanvallen met zuur hebben plaatsgevonden, en enkele aanvallen met ‘een vloeistof die geen zuur is’.

Dinsdag overleed Ayatollah Kani. De 83-jarige ayatollah was voorzitter van de Raad van Experts, het orgaan dat bij overlijden van de Opperste Leider een opvolger aanduidt. Naar aanleiding van het overlijden kondigde president Hassan Rouhani twee dagen van nationale rouw af. Dat Rouhani wel een verklaring aflegde naar aanleiding van dit overlijden, maar nog met geen woord had gerept over de zuur aanvallen, was voor heel wat Iraniërs de spreekwoordelijke druppel. Woensdag verzamelden zo’n 2000 Iraniërs voor het gerechtsgebouw in Isfahan, De menigte schreeuwde ‘leugenaars’, ‘Waar zijn de ogen van mijn zus’, ‘Isfahan wil ISIS niet’ en ‘Dood aan de zuur-gooiers’. Later op de dag werd er ook in Teheran geprotesteerd. Woensdagavond verwees president Rouhani dan toch zijdelings naar de aanvallen door te waarschuwen voor ‘de dag dat sommigen onze maatschappij naar onveiligheid leiden, verdeeldheid zaaien en twisten veroorzaken, onder de vlag van islam’.

Rouhani zit in een lastige positie. Toen hij anderhalf jaar geleden werd verkozen, schepte hij hoge verwachtingen. Hij zou de sancties beëindigen, en voorzichtig meer vrijheid introduceren. Iran geloofde weer in de toekomst. Vandaag is meer dan ooit duidelijk hoe machteloos de president van de Islamitische Republiek is. Tijdens de verkiezingscampagne stelde hij nog de vrijlating in het vooruitzicht van Mir-Hossein Mousavi en andere leiders van de protesten in 2009. Vandaag durft hij het zelfs niet aan om deze barbaarse praktijken in duidelijke bewoordingen te veroordelen. Het is het trieste, voorlopige dieptepunt van zijn ambtstermijn.

Illustratie: radiozamaneh.com

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties