fbpx


Cultuur
ivo van hove

Ivo van Hove: ‘Theater is een rijk zonder grenzen’

Ivo van Hove over zijn 'product': het beste theater ter wereld maken



Van Hoogstraten, een kleine stad in de Kempen, over Londen en Parijs tot in het hart van New York, met tussenstops in tal van steden van vijf van de zes continenten. Daar staan de producties van Ivo van Hove, regisseur en directeur van ITA (Internationaal Theater Amsterdam). Pas op de plaats Door de coronacrisis is ook hij gedwongen een pas op de plaats te maken. Maar is dat wel zo? Een interview beantwoordt de vraag. Het geeft meer duiding over…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.


Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media.





Wachtwoord vergeten





Nog geen proefabonnement?


Lees Doorbraak een maand gratis en vorm uw eigen mening.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als u nu een abonnement neemt, dan mist u geen enkel artikel.


Van Hoogstraten, een kleine stad in de Kempen, over Londen en Parijs tot in het hart van New York, met tussenstops in tal van steden van vijf van de zes continenten. Daar staan de producties van Ivo van Hove, regisseur en directeur van ITA (Internationaal Theater Amsterdam).

Pas op de plaats

Door de coronacrisis is ook hij gedwongen een pas op de plaats te maken. Maar is dat wel zo? Een interview beantwoordt de vraag. Het geeft meer duiding over de plaats en inbreng van de regisseur.

Waarmee heb jij je tijdens de eerste lockdown beziggehouden?
Ivo van Hove: ‘Wonderlijk maar waar: Jan Versweyveld en ik hadden al jaren geleden besloten van begin april 2020 tot eind september geen nieuwe producties te maken. De laatste jaren hebben we namelijk heel veel producties gemaakt die elk om andere redenen onder een vergrootglas werden gevolgd door de buitenwereld. We vonden het tijd om in 2020 een pas op de plaats te maken. Tijd om na te denken, te lezen, te praten.’

Goddelijke ingeving

Waar ontspringt en wanneer ontsprong bij jou de bron van de zielsverwantschap met het theater?
‘In het Klein Seminarie in Hoogstraten, waar ik op internaat zat. Woensdagmiddag was er geen les en had je de keuze: of sporten op de meest fabuleuze sportvelden van de school, het dorp ingaan en de meisjes van het Spijker — het nabijgelegen meisjesinternaat — opzoeken, of lid worden van een theatergroep. Ik koos zonder aarzelen voor de theatergroep. Een goddelijke ingeving zoals achteraf is gebleken. Tijdens die woensdagmiddagen heb ik de warmte van het repeteren, het geheim van het werken aan iets waar niemand van weet en de ontlading bij de opvoering ontdekt.’

De ‘goddelijke ingeving’… daar had ik graag wat meer over geweten. Anders gezegd: wat gaf je passie vorm en inhoud?
‘Ik voelde heel snel dat het theater mijn manier was om me uit te drukken. Uit te drukken hoe ik voel en denk over de mens en de wereld. In de beginjaren waren dat vooral mijn diepste geheimen, verborgen gevoelens, angsten. Jan en ik maakten in het begin van de jaren 80 wat je nu locatietheater zou noemen, waarin de producties gebaseerd waren op eigen teksten (Geruchten en Ziektekiemen) of op losse inspiraties (William Burroughs, Noël Coward) en improvisaties van acteurs in voorstellingen als Wilde Heren en Wonderen der Mensheid.’

‘Daarna kwam er meer ruimte voor andere mensen met hun gevoelens, andere auteurs — Shakespeare vooral, en Marguerite Duras. Daarna kwam geleidelijk de blik op de wijdere wereld die uiteindelijk zijn echte beslag kreeg in Der Ring des Nibelungen, Romeinse Tragedies, Kings of War en The Fountainhead.’

Leuk misverstand

De scharnieren van je producties moeten deels te vinden zijn in je opleiding bij Dora van der Groen. Of vergis ik mij?
‘Dit is een van de grote misverstanden, maar wel een leuk. Ik ben niet door Dora opgeleid. Ben nooit acteur geweest. Ik heb drie jaar rechten gestudeerd en ben daarna naar het RITCS gegaan om regie te studeren. Een aantal grote persoonlijkheden hebben me de noodzakelijke handvatten gegeven. Niki Bovendaerde heeft me als Limburger verlost van mijn dikke “l” en me ervan bewust gemaakt dat voor een regisseur taalgebruik een essentieel wapen is.’

‘Maar het is vooral Alex Van Royen die mij wakker geschud heeft. Ten goede, maar eerlijk gezegd ook ten kwade. Ten goede omdat hij mij het belang van tekstanalyse en dramaturgie heeft bijgebracht. Dat elke zin in een toneelstuk moet geduid worden. Dat een tekst geen objectief feit is. Dat je elke tekst steeds weer anders kunt interpreteren. Van Royen was ook bikkelhard in zijn oordeel. Hij maakte je bang voor wat je te wachten stond. “Ze maken je Aziatisch af”, was een van zijn geliefde uitspraken. Toen hij naar onze eindregies kwam kijken, zei hij: “Ik heb gisteren zes keer geen toneel gezien en één keer slecht toneel”. Ik was zo blij dat ik “slecht toneel” was, want dat was tenminste toneel.’

‘Maar Dora is natuurlijk wel een scharnier in mijn leven, en mijn leven is nauw verbonden met het theater. Dora kwam in 1984 naar Agatha van Marguerite Duras kijken. Ze kwam vervolgens nog vijf keer kijken. Vanaf toen is er langzaam een intense vriendschap ontstaan. Ik sleepte haar mee naar voorstellingen in Parijs, we aten veel samen, ze leerde me alles over acteurs, over hun angsten ook, over haar keuze om geen toneel meer te spelen, enkel film. Dora is een oeverloze oceaan in mijn leven.’

Engagement

Samen met je vaste scenograaf, tevens je partner, lijkt het gezelschap een familiebedrijf. Is die sterk verwante band essentieel voor je realisaties?
‘Ik gedij het best in een omgeving waar vertrouwen heerst en ik geloof heilig dat je beter theater maakt als je elkaar goed kent, alle formaliteiten onbelangrijk zijn en de hele focus ligt op samen het allerbeste theater ter wereld te maken. Of althans dat te betrachten.’

Ten tijde van de lentefeesten van de Grieken, de grote Dionysiën, was het toneel een alternatief parlement. Sporen ervan vind ik in extreme mate terug in jouw producties. Heel bewust, veronderstel ik?
‘Ik heb geen enkele behoefte het publiek dat naar onze voorstellingen komt, te zeggen wat ze moeten denken en voelen. Onze voorstellingen zijn altijd ambivalent en doen geen moeite om politiek correct te zijn. Ik geloof dat theater ons onze monsters recht in het gezicht moet laten kijken.’

Lelijkheid wordt schoonheid

Jouw producties blinken naast engagement ook uit door hun beeldende schoonheid. Zelfs in de rauwe producties, zoals View from the Bridge. Hoe rijm je dat met elkaar?
‘Dat heb ik van Jean Genet. Zijn romans vooral, die ik als adolescent verslond. Ik herinner me dat hij ergens beschrijft hoe hij in de gevangenis is terecht gekomen en verliefd wordt op een andere gevangene. Die man mist echter een stuk van zijn arm, is dus alles behalve het toonbeeld van ideale schoonheid. Genet verheerlijkt, sublimeert dit fysieke gebrek en verbeeldt zich dat die arm is afgebeten door een tijger in de jungle. Lelijkheid wordt schoonheid.’

‘Het valt me de laatste jaren ook op dat werk van zwarte artiesten en regisseurs vaak hetzelfde doen. Denk aan Moonlight, aan Beyoncé, aan de fotograaf Tyler Mitchell en vele anderen. “De onrust geeft vleugels aan de verbeelding“, schreef Maurice Gilliams. Een betere definitie van theater is nauwelijks te vinden.’

Nieuw toneelgenre

De inbreng van videoprojecties bestaat al langer. Maar jij hebt er een wezenlijk bestanddeel van de voorstelling van gemaakt. Een nieuw toneelgenre, als het ware. Wat is je standpunt hieromtrent?
‘Video is een instrument, geen doel op zich. Zoals ooit maskers een instrument waren in een tijd waar de Griekse tragedies voor 10 000 mensen in openlucht werd opgevoerd. Het masker had de functie van een microfoon en van video omdat het gezichten uitvergroot. Elke tijd heeft zijn nieuwe instrumenten, zijn nieuwe technische mogelijkheden. Het theater is al eeuwenlang een laboratorium om nieuwe technieken uit te proberen, om verhalen telkens weer op een nieuwe manier te vertellen.’

Zal de zes maanden durende retraite zorgen voor een wending, een stijlbreuk, een nieuwe richting in je producties?
‘Dat zal ik je pas over een aantal jaren kunnen vertellen. Nu zitten we middenin de crisis die zich nog altijd onvoorspelbaar ontwikkeld. Of ik daardoor zal veranderen, kan ik niet voorspellen. Wel weet ik dat 9/11 wel degelijk heel veel invloed heeft gehad op ons werk. De Ring van Wagner die ik in de Vlaamse Opera maakte, en Romeinse Tragedies die ik tegelijkertijd bij Toneelgroep Amsterdam maakte, waren grote stappen in ons werk dat maatschappelijker en politieker werd.’

Indringende producties

Je hebt ons aangenaam verrast met indringende producties, zoals Opening Night, Maria Stuart, The Fountainhead, de Couperus-trilogie. Waaraan moet een film, een boek voldoen om door jou opgezet te worden?
‘Ik moet volledig vallen voor een tekst, er roekeloos verliefd op zijn. Daarnaast moet elke tekst een persoonlijke en maatschappelijke urgentie hebben.’

Opvallend is dat om de paar jaar een lid van het gezelschap een monoloog krijgt. Twee mooie voorbeelden zijn Halina Reijn met La voix humaine en meest recent Hans Kesting met Wie heeft mijn vader vermoord. Is het de bedoeling om op dat pad verder te gaan?
‘Ja, maar niet te vaak. Werken aan een monoloog doe ik alleen met acteurs die ik heel goed ken en die ik ontzettend goed en bijzonder vind. Als regisseur ben ik vooral bekend van grootschalige producties. Een monoloog dwingt mij heel gedetailleerd te werken. Mijn vader was apotheker in een tijd waar dat echt nog vakmanschap vergde. Hij maakte zelf pillen, hoestsiroop en ‘sjalullen’. Hij deed dat onder andere met een heel kleine weegschaal om milligrammen af te wegen. Zo voel ik me als ik een monoloog regisseer.’

Gesamtkunstwerk

De invloed van Jan Versweyveld wordt vaak onderschat, vind ik. Zijn scenografie is — bij wijze van spreken — de verfijning van je regie. Of heeft zijn visie invloed op jouw regie?
‘Ik beschouw elke productie als eentje van Jan en mij. Er is geen onderscheid te maken tussen regie en scenografie. Jan heeft een mening over alle aspecten van een voorstelling en die mening is vanaf de beginjaren voor mij van doorslaggevend en bepalend belang geweest. Ik ken niemand die zo’n goed inzicht en theatraal gevoel heeft als hij. Ik kan me niet inbeelden zonder hem theater te maken. Het is een twee-eenheid.’

Bij de voorstelling West Side Story, had ik de indruk dat je voorrang gaf aan Anne Teresa De Keersmaeker. De dans — en de scenografie — moest prominenter in beeld komen dan de regie. Goed gezien of fout?
‘Onze WSS was een Gesamtkunstwerk waarin muziek, dans, theater en videokunst voortdurend op elkaar inwerken in plaats van naast elkaar te staan. Anne Teresa, An d’Huys voor kostuums, Jan voor de scenografie, Luke Halls voor video en ik hebben hierin nauw samengewerkt. Dat alles ten dienste van een hoger doel: een West Side Story voor de 21ste eeuw maken die gaat over racisme, uitsluiting, immigratie en integratie. En natuurlijk de liefde, de verzoening, de acceptatie.’

De klassieken: onuitputtelijke bron

‘Iedere reis die we maken, of ze nu klein of groot is, is nog steeds een odyssee,’ schrijft Italo Calvino in zijn boek ‘Waarom zou je de klassieken lezen’. Geldt dit ook voor jou en zo ja, in welke mate?
‘We noemen de klassieken niet voor niets de klassieken. Ze raken aan de kern van wat het betekent mens te zijn in al zijn facetten. Op dit moment bereid ik een groot Grieks project voor en elke dag opnieuw sta ik versteld van de diepgang van deze eeuwenoude teksten die mij meer vertellen over wat er vandaag in de wereld en met de mensheid aan de hand is dan menig boek van hedendaagse sociologen of politicologen. De klassieken zijn een bron die onuitputtelijk lijkt. Een bron die ons toelaat via werk dat decennia, eeuwen geleden geschreven werd, onze eigen tijd beter te begrijpen.’

Essentiële dilemma’s

‘Voorbeeld: mag een moeder haar eigen kinderen vermoorden in Medea van Euripides. In Antigone stelt Sophocles ons voor de vraag of een zus haar misdadige broer mag begraven tegen de heersende wetgeving. La Clemenza di Tito waarin Mozart ons confronteert met een keizer die publiekelijk twijfelt als hij ontdekt dat zijn beste vriend een coup d’état  heeft gepleegd. Aanvankelijk besluit hij tot de doodstraf, uiteindelijk besluit hij om de vijand van het volk te vergeven. Nelson Mandela avant la lettre. In Antonius en Cleopatra laat Shakespeare zien hoe de aanvoerders van twee vijandige naties die verwikkeld zijn in een alles beslissende wereldoorlog verliefd worden op elkaar. Antonius laat zijn Rome in de steek en kiest voor de liefde. Cleopatra verzinkt met hem in jaloersmakende passionele liefde. De liefde kan de wereld niet redden.’

‘Shakespeare is me meest nabij in zijn subversie, zijn durf om niet tot een eenduidig standpunt te komen. Hij laat je meeleven met Macbeth die zover afglijdt dat hij kinderen vermoordt om politiek gewin. Hij laat je mee afglijden in de door nachtmerries geplaagde Lady Macbeth die haar man ertoe brengt de koning te vermoorden om zo zelf koning te worden en zij koningin. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van essentiële dilemma’s en maatschappelijke, politieke problemen waarop de klassieken hun licht hebben doen schijnen. Onmisbare “evergreens”.’

Wat brengt de toekomst?

Je hebt al geruime tijd geleden gezorgd voor opvolging, zodat als jij je terugtrekt als directeur van ITA, er continuïteit van bestuur is, zowel op artistiek als op zakelijk gebied. Maar ik zie jou/jullie niet meteen stoppen als regisseur/scenograaf. Er moet toch al wat in je hoofd broeden?
‘Mijn ultieme passie is regisseren van theater, opera, film. Het directeurschap is voor mij nooit een doel op zich geweest; maar altijd een middel om ervoor te zorgen dat de organisatie in functie blijft staan van ons “product”: het beste theater ter wereld maken.’

Je orderboek is goed gevuld. Mogen we al weten welke producties we mogen verwachten — zowel bij ITA als voor je internationaal parcours — en waaraan die producties hun keuze te danken hebben?
‘Mijn eerstvolgende productie wordt Age of Rage bij ITA juni 2021. Het is het verhaal van de Trojaanse Oorlog aan de hand van acht Griekse tragedies, veelal in de versie van Euripides. Het wordt een grootschalige voorstelling in de trant van Kings of War en Romeinse Tragedies over hoe geweld tot nieuw geweld leidt en uiteindelijk tot een uitzichtloze radicalisering.’

Wat ik niet begrijp…

Je hebt films, romans, toneelstukken ten tonele gebracht, maar nooit een dichtbundel. Wat toch niet tot de onmogelijkheden behoort. The Waste Land  van T.S. Eliot is daar een mooi voorbeeld van. Ligt poëzie je niet of is er een andere reden?
‘De reden is simpelweg dat poëzie en ik geen gelukkig huwelijk vormen. In onze beginjaren kwam Patrick Conrad, een van de Pink Poets, naar onze voorstellingen en hij gaf me toen zijn meest recente dichtbundel met de boodschap dat hij het een eer zou vinden als ik dat op het toneel zou brengen. Ik las de bundel en werd overvallen door een alles dominerende paniek. Ik had het gevoel er niets van te begrijpen. En wat ik niet kan begrijpen kan ik niet ensceneren.’

Vernieuwende Vlaamse golf

Laatste vraag. Je mag gerust stellen dat jouw aandeel aan het hedendaagse theater een vorm van vernietiging is geweest van de verkalkte toneelvormen. Was het bewust een poging het toneel als kunstvorm van de ondergang te redden?
‘Ik ben een kind van de jaren 70. Dat was een tijd waarin niet veel te beleven viel op het vlak van theater in België. De grote gezelschappen waren verkalkte instituten geworden waar de positie van directeur veelal een fin de carrière geschenk was. Nogal incestueus met veel grootpraters die weinig te zeggen hadden.’

‘Het kan geen toeval zijn dat in 1980/81 een nieuwe generatie van twintigers buiten deze instituten hun werk beginnen te maken. Anne Teresa de Keersmaeker, Jan Lauwers, Jan Fabre, Alain Platel, Luk Perceval, de Witte Kraai, Het Trojaanse Paard, De Internationale Nieuwe Scène. Het was een totale vernieuwing van inhoud en esthetiek. Achteraf beschouwd heeft deze ‘Vlaamse golf’ geleid tot een ingrijpende emancipatie van het theater. Theater was terug het rijk van mensen met een open geest, met nieuwe ideeën, met nieuwe samenwerking. Een rijk zonder grenzen.’

Ik dank je voor dit interview en wens je nog prachtige producties. Voor jou, de mensen met wie je werkt… en het publiek.

Guido Lauwaert

Guido Lauwaert is regisseur, acteur, auteur, columnist en recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Knack en Doorbraak.