JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Jan Peumans in de oppositie of in de meerderheid: dat is juist hetzelfde

Afscheid van de laatste Volksunie'er in de N-VA

Karl Drabbe27/2/2019Leestijd 14 minuten
Bart De Wever: ‘Principe is principe, of beter: Jan is Jan.’

Bart De Wever: ‘Principe is principe, of beter: Jan is Jan.’

foto © Doorbraak

Jan Peumans’ biografie wordt vandaag voorgesteld. Een kroniek van een eenzame Volksunie’er in een steeds harder wordende N-VA.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de verkiezingen in mei stopt Jan Peumans met de nationale politiek. De kans is groot dat hij nog eens verkozen wordt, maar toch doet hij de deur van het Vlaams Parlement achter zich dicht. Vandaag verschijnt een biografie over hem: Een zachte anarchist (Lannoo). Daarmee trekt de N-VA ook definitief een streep onder het Volksunieverleden, want de laatste linkse luis in de gele pels verdwijnt.

In de biografie lees ik niet altijd even fraaie omschrijvingen van u: grote bek, ambetanterik, hart op de tong, vervelende kuitenbijter, dissidente trekjes, dwarsligger, contrair, haat-liefdeverhouding, water-vuur, zachte anarchist, ruwe bolster met een gouden hart, erg rancuneus, eigenzinnig, einzelgänger. Herkent u zich in die woorden?

Jan Peumans: ‘Zeer goede omschrijvingen. Maar rancuneus ben ik niet.’

Terugkijkend op uw carrière. Waar kijkt u met de meeste voldoening op terug?

‘Ik heb me geweldig geamuseerd als fractieleider in de Limburgse provincieraad. Daarvan staat er heel weinig in het boek, bijna niets zelfs. Het burgemeesterschap van de kleinste partij in een coalitie in Riemst. En ten derde mijn voorzitterschap hier van het Vlaams Parlement. Dat zijn drie periodes waar ik het meest van genoten heb.’

Waar heb je het minst van genoten? Wat zou je anders hebben gedaan?

‘Ik zou geen pol&soc studeren, maar geschiedenis. Als politicus heb ik veel plezier beleefd. Ik heb 30 jaar in de gemeenteraad gezeten in de meerderheid. Ik heb 14 jaar in de provincieraad gezeten, waarvan twee derde in de meerderheid. Dan kun je wel een aantal dingen boetseren. Ik kan me niet indenken dat er periodes zijn geweest… Minder leuk was dat ik, nadat ik twaalf jaar schepen en twaalf jaar burgemeester was geweest, me nog zes jaar heb voortgesleept in de gemeenteraad. Dat was niet zo’n leuke periode.’

Na uw afscheid straks als parlementsvoorzitter, blijft u wel gemeenteraadslid in Riemst?

‘Omdat de partij dat gevraagd heeft.’

Niet om de CD&V-burgemeester te koeioneren, want jullie leven nogal op gespannen voet, lees ik in het boek.

‘Niet om te koeioneren, maar omdat oppositie voeren belangrijk is. Het is van belang dat er mensen zijn met dossierkennis en die het kunnen uitleggen, in de gemeenteraad blijven zitten.’

U zou op uw leeftijd ook baan kunnen ruimen voor jongeren.

‘Ik moet je eerlijk zeggen dat het de jongeren zijn die me vragen om te blijven zetelen. Dat is een misverstand, de populariteit van een 68-jarige bij jongeren is véél groter dan je denkt. Het is niet omdat je 68 bent dat je afgeschreven bent. En de heimelijke reden is dat ik dan kan blijven Duvel drinken na de gemeenteraad. (lacht) Het is een soort betrokkenheid in de lokale gemeenschap waar je woont en waar je gedurende 30 jaar veel gerealiseerd hebt, en dat wil je blijven verdedigen.’

Terugkijkend op uw voorzitterschap, waar bent u het meeste trots op? Hoe wil u herinnerd worden

‘Ik heb het Vlaams Parlement een smoel gegeven.’

Niet het Bezoekerscentrum?

‘Daar is veel over gediscussieerd, maar daar heb ik het been stijfgehouden, voor wat de Vlaamse beweging betreft. Men heeft intern toch geprobeerd om het luik waarom we een Vlaams Parlement nodig hebben, eruit te houden. Professor Manu Gerard heeft het dan heel goed uitgewerkt.’

‘Waar ik het meeste trots op ben? Dat ik als voorzitter altijd mijn onafhankelijkheid heb behouden ten opzichte van mijn eigen partij en ten opzichte van de regering. Dat is voor mij de grootste voldoening geweest. Toen ik de tweede keer voorzitter werd, ging er een zucht van oplossing door de oppositiepartijen. Voor hen is dat een garantie dat ze niet met hun dinges rammelen.’

Zwartzakken en smeerlappen

U bent in een Vlaams-nationaal nest geboren. Er is de moord op uw oom Jules. Volgens het boek bent u Vlaamsgezind geworden in het middelbaar. Maar ik leid uit het boek af dat de mijnstakingen jouw politieke awakening is geworden. Toen werden voor het eerst structuurhervormingen gekoppeld aan sociaaleconomische eisen.

‘Ik ben geboren in 1951. Als kind ging met mijn vader en heeroom – met zijn pijp – mee naar de Marsen op Brussel (1961 en 1962 in Brussel), we gingen elk jaar naar de IJzerbedevaart, we gingen elk jaar naar het Zangfeest – het Sportpaleis zat doen bomvol…’

Maar in het boek lees ik meer betrokkenheid bij de mijnstaking dan bij Marsen of IJzerbedevaarten.

‘Dat heeft ook te maken met het feit dat we altijd naar de mijnploeg kijken van Padro Eisden (in Maasmechelen – red.). Daar gingen we elke veertien dagen naar toe, naar zo’n wedstrijd. We hadden een paar kruisheren, waaronder pater Wieers (van de Baskische scholen in Spanje later – red.). En met hem gingen we betogen voor Leuven Vlaams, en organiseerden we solidariteitsacties met de mijnwerkers.’

 

Hebt u toen de Volksunie leren kennen?

‘Neen, dat is eerder al. Ik ging naar mosselsoupers – achteraf realiseerde ik mij dat dat allemaal zwartlappen bij elkaar waren, daar waren ook Oostfronters bij; (lacht) wat wist ik van Oostfronters af als klein manneke? Ik ging met onze pa mee naar zo’n bruin café (lacht), dat ging zo toen. Wat wist ik af van heel die historie, van die smeerlapperij van tijdens de oorlog? Dat zijn een hele hoop factoren die daar een rol in spelen. En dan ga ik naar Leuven, en dan (lacht) ga ik bij Amada zitten. Dat is de streng katholieke opvoeding .’

Als je het over de collaboratie hebt, ben je niet mals voor het Vlaams-nationalisme. U noemt hen ‘zwartzakken’ en ‘smeerlappen’. Hadden die mensen dan niet hun redenen, zoals Jan Jambon zei?

(lange stilte) Het is niet omdat je vond dat Vlaanderen achtergesteld werd… Als je de gruwelverhalen hoort en leest, dan denk ik niet dat die mensen hun redenen had. Als je hoort dat Vlaamse SS’ers erger waren dan de Duitsers. Of als je professor Pieter Lagrou hoort, op de boekvoorstelling van Björn Rzoska in Lokeren, over zijn grootvader René. Ik schrok mij een aap toen die zei dat ze zijn grootvader de dood met de kogel hadden moeten geven. Wat die mannen gedaan hebben, is gewoon afgrijselijk. In die tijd wisten we dat allemaal niet. En de literatuur in de boekenrek stond bij mijn vader, waren de boeken van Were Di en het Davidsfonds. Alles wat met de repressie te maken had, was een afrekening om de Vlaamse elite en de Vlaamse beweging kapot te maken – zo ben ik opgevoed.. Als je de laatste onderzoeken leest, krijg je toch een ander verhaal. Zeggen dat de collaborateurs hun redenen hadden, is een ongenuanceerde uitspraak. Dat zou ik nooit doen.’

U zou nooit ongenuanceerde uitspraken doen?

Daarover toch niet. Hallo!’

Peumans’ partij (1)

U hebt zich altijd ingezet voor het leefmilieu, u bent voor burgerparticipatie, u bent voorstander van de legalisering van softdrugs, voor dienstbetoon, als pacifist verwijt u uw partij liever miljarden euro’s uit te geven aan gevechtsvliegtuigen. Zo goed schijnt u niet te passen in de N-VA met zo veel afwijkende standpunten.

(luid lachend) Daar gaan we weer. (Begint vrolijk te zingen.) Inderdaad, dat klopt. Er zijn een hele hoop dingen … In een land waar nog armoede is, wij zijn de partij geweest, wij hebben de minister geleverd die 3,5 miljard euro naar voren heeft geschoven om gevechtsvliegtuigen te kopen. Misschien was het ideaal om in een Beneluxverband vredesopdrachten te doen. Maar 3,5 miljard, da’s veel geld. Ik heb daar mijn vraagtekens bij. De zachtere thema’s komen bij de N-VA te weinig aan bod, dat is gewoon zo. Als ik zie hoe we nu op de klimaatspijbelaars reageren… We hebben nu ecorealisten, eco-optimisten, eco-participationisten en ecofundamentalisten. Dat zijn vier verschillende dingen.’

Het lijkt wel de Volksunie.

(glimlacht) Ik denk toch dat er in de VU meer aandacht was voor zulke thema’s. Het is allemaal verhard, heel de samenleving, en dus gaat het in de partij ook hard. Er worden ook dingen aangepraat, waarvan ik denk “is dat wel zo”? Dat migratieprobleem, leeft dat nu zo bij de mensen?

Daar wordt toch over gepraat. Over migratie, over pensioenen…

‘Maar dat is ongenuanceerd. Dat zijn mensen die klagen over hun pensioen en dan zeggen dat die (migranten — red.) de centen krijgen. Dat ken ik. Dat hoor ik al dertig jaar. Dat is niet nieuw. Je kunt over sommige dingen ook genuanceerd praten.’

Ik krijg de indruk dat u meer problemen hebt met de stijl dan wel de inhoudelijke lijn van de partij. De Wever zegt dat ook in het boek: over de inhoud zijn jullie het eens, want Jan Peumans is volgens hem een loyale partijman.

‘Jan Peumans is door zijn voorzitterschap een tamelijk vrije mens. Bovendien zit ik niet in de cockpit van de partij.’

U bent wel gewezen ondervoorzitter van de partij.

‘Met alle respect, maar dat is een bloempotfunctie. Dat was van 2007 tot 2009, toen was de partij nog veel kleiner. We wogen niet in het debat. Wij hadden toegezegd dat we een eigen fractie mochten vormen. Mocht het één fractie geweest zijn van het kartel, zou ik niet hebben meegedaan. Dan zouden we volledig afhankelijk geweest zijn van CD&V-fractieleider Ludwig Caluwé. We waren met zes of zeven. Dat was toen toch een heel andere tijd. We zaten in de meerderheid, maar er was veel overleg met de CD&V, vooral rond de staatshervorming. Ik ben in 2009 uitgeroepen tot de beste Vlaamse volksvertegenwoordiger, en dat was door de onafhankelijke koers die ik als fractieleider reed tegenover de CD&V én tegenover de regering. De afspraak was: Peumans in de oppositie of Peumans in de meerderheid, dat is net hetzelfde.’

Peumans als voorzitter is ook hetzelfde; u hebt de regering nooit bevoordeeld en de oppositie net veel ruimte gegeven.

‘Dat is mijn taak. Vanuit het kabinet hebben we nooit medelijden gehad met de regering, maar we hebben onze rol altijd correct gespeeld.’

Kabinetschef Henk Cuypers komt even tussen: ‘Ook uw eigen partij is nooit bevoordeeld. Integendeel.’

Peumans: ‘Het kabinet van de voorzitter heeft vijf medewerkers. Twee hebben een lidkaart, drie hebben geen lidkaart. Ons kabinet is in het verleden voorgesteld als een rariteitenkabinet.’

Terug naar uw verhouding tot uw partij. Bij het uiteenvallen van de Volksunie werd van u gezegd ‘voor de linksen te nationalistisch en voor de nationalisten te links.’ Het zou een mooi motto geweest zijn voor uw boek.

(blaast) Te nationalistisch? Hoeveel linkse nationalisten kennen we? In Schotland wel, en in Catalonië… Maar wat is dat, links en rechts?’

Met het vertrek van Peumans zullen er amper nog sociaal-progressieve mandatarissen meer zijn.

‘Neen?’

Wilfried Vandaele misschien? Lieven Dehandschutter heeft zijn parlementszetel opgegeven om burgemeester te worden van Sint-Niklaas.

‘Waarvoor ik het volste respect heb. Daar doe ik m’n klak voor af.’

Beschamend!

In het boek lees dat ik u tegen cumul bent.

‘Ik geloof daar niet in. Ik zie dat in het parlement. Gisteren was er een commissie waar maar twee volksvertegenwoordigers aanwezig waren. Pijnlijk is dat. Blijkbaar zijn ze bezig met lokaal bestuur, of zitten ze thuis de aardappelen te schillen. Ik wil geen heilige zijn, maar ik volgde de commissies van begin tot einde als ik parlementslid was. Ik was altijd aanwezig. Ik leerde daar veel bij. Maar je moet tegenwoordig eens komen. Het is beschamend. Ik ben beschaamd.’

Waarom beschamend?

‘Enfin, je nodigt drie professoren uit… Ik ben nog eens naar die commissie geweest, toen waren er vijf volksvertegenwoordigers. Eén was er maar gedurende tien minuten En Andries Gryffroy (N-VA) zat daar tikketikketik, die deed zelfs geen moeite naar die mensen te luisteren. Ik vind dat ongehoord.’

We moeten het interview hier afbreken. Peumans was later op de afspraak. Ik heb er een volgende, met de Catalaanse minister van Buitenlandse Zaken. Peumans begint commentaar te geven op Spanje, maar dat is voor het vervolggesprek. We zoeken een ander moment. De dag erop kunnen we verder praten. Niet in het Vlaams Parlement, maar in een restaurant net buiten Mechelen. Er vindt een debat plaats voor een club van uitgeweken Limburgers. Een Limburgse versie van Vlamingen in de Wereld, suggereer ik. Peumans lacht er smakelijk om. ‘Ik moét hier niet zijn,’ zegt hij. ‘Maar anders moest ik naar de Senaat, en dan doe ik toch liever zo’n debat onder Limburgers…’

Krijgt Jean-Luc Dehane postuum gelijk? Hij vergeleek het Vlaams Parlement met een congres van het Davidsfonds.

‘Dat is dan het voorbeeld van een ACW’er die nadien zijn zakken heeft gevuld. We krijgen hier een decreet binnen, ik ben daarin trouwens geholpen door de administratie, over de Vlaamse codes voor overheidsfinanciën. Awel, je kunt dat hier gewoon laten passeren, zoals de meeste volksvertegenwoordigers ook doen.’

Beperkt het volksvertegenwoordigerschap zich te veel tot op het groene of rode knopje duwen?

‘Ja. En tot de waan van de dag. En vragen stellen, maar dossiers instuderen en zich daarop profileren, niet…’

‘Of zich verontschuldigen? Als je naar een vergadering niet kunt gaan, dan verontschuldig je je. Dat is elementaire beleefdheid. Maar dat doen ze zelfs niet.’

Dan zouden ze minder loon moeten krijgen.

‘Dat heeft daar niets mee te maken. Zelfs niet als ze niet naar de commissievergaderingen gaan.’

Als de burger op tv een leeg Vlaams halfrond ziet, reageert die: “en tegelijk zitten ze in onze zakken”. Dat klinkt erg populistisch. Waarom niet werken met zitpenningen, zoals op lokaal niveau?

‘Je gaat naar een gemeenteraad, je plaatst je handtekening, en na tien minuten ga je in een café aan de overkant zitten. Zitpenningen verworven. Dat was hier vroeger ook zo: drie minuten in de plenaire volstond. Nu moet je voor de helft-plus-één decreten gestemd hebben, of je wordt gepenaliseerd.’

U ergert zich hier écht wel aan.

‘Kijk, als je een goed betaalde job hebt en je bent gekozen om uw controlefunctie uit te oefenen en het wetgevend werk van de regering te controleren, dan moet je bij de les blijven. Ik stel vast dat volksvertegenwoordigers niet naar elkaar luisteren.

‘Daarom geloof ik ook niet in cumul. Dat je enerzijds schepen bent of burgemeester van een stad, en anderzijds volksvertegenwoordiger. Zogezegd om uw eigen dossiers op het hoger niveau aan te kaarten.’

Maar u hebt ook zelf gecumuleerd: schepen en provincieraadslid.

‘Maar dat is wel van een andere aard. Provincieraadslid, je moet wel een gedrevenheid hebben om daar te willen werken, want qua financiële vergoeding stelt dat niets voor. Trouwens, een schepenmandaat in een gemeente vroeger, daar moet je het ook financieel niet voor doen. Dat doe je uit idealisme. Een volksvertegenwoordiger heeft een brutoloon van meer dan 7000 euro en een belastingvrije onkostenvergoeding van 2000 euro. Daarvoor mag je toch wel de hele week opdraven in het parlement? En bezig zijn met de lange termijn en je controlefunctie opkleven, in plaats van bezig te zijn met de waan van de dag. Begrijp me niet verkeerd, er zijn volksvertegenwoordigers die hun werk goed doen.’

‘Als ik de aanwezigheidscijfers bekijk, valt op dat slechts de helft van de vooropgestelde commissievergaderingen worden gevolgd. Daar klopt iets niet. Mensen verontschuldigen zich zelfs niet voor commissievergaderingen. Dat is geen goede ontwikkeling. En de plenaire vergaderingen? Soms luistert er bijna niemand. De minister spreekt voor een zaal waar niemand luistert, maar ze applaudisseren wel allemaal. Ik ben een van de weinigen die naar iedereen luistert.’

Als voorzitter hebt u uw eigen inkomen verlaagd. Waarom was dat nodig?

‘Ik verdiende veel te veel. Ik heb bovendien andere faciliteiten, zoals een kabinet en een dienstwagen. De eerste keer dat ik mijn loon zag, dacht ik dat het een vergissing was. Maar het was geen vergissing.’

Ga je straks je volledige opzegvergoeding opnemen, meer dan 230.000 euro?

‘Daar moet ik nog eens over nadenken. Dat beslis ik in mei.’

U kan Doorbraak steunen, u kan aandelen kopen.

‘Ik steun Doorbraak nu al, maar ik zal een aandeel kopen. Dat wordt dan de zevende of achtste coöperatieve waar ik lid van word.’

Peumans’ partij (2)

Terug naar jouw verhouding tot de partij. Zal het geen verarming zijn voor de N-VA, als jij met je groen-progressieve imago verdwijnt.

‘De N-VA schuift op. Een aantal van die zachte thema’s krijgen veel te weinig aandacht. Afgelopen week ging het om pesten. En er was fractievergadering en er werden foto’s gemaakt tegen pesten van alle volksvertegenwoordigers. Maar ik zei: “daar doe ik niet aan mee, want er zijn genoeg mensen gepest met de samenstelling van de lijst.’

U zei net dat er in de N-VA minder aandacht is voor zachte thema’s. Wellicht zijn er ook minder kiezers voor.

‘Daar ben ik niet zo van overtuigd. De partij speelt nogal sterk in op wat in de onderbuik van de Vlaming leeft. Terwijl ik denk dat er ook kiezers zijn die andere thema’s ook belangrijk vinden. Dat is moeilijk hard te maken. In de opiniepeilingen zie je dat we lichtjes achteruitgaan, al blijven we wel hangen tussen 27 en 30% wat nog altijd heel veel is. Er zijn mensen naar het Vlaams Belang, maar ik denk toch ook dat we kiezers aan CD&V en Groen verliezen. De kranten doen daar simpel over: N-VA verliest en Vlaams Belang wint. Maar er zijn zeker kiezers die de N-VA te hard vinden en zich beter thuis voelen bij CD&V of bij Groen. Ik zie dat trouwens aan de reacties bij CD&V’ers als ik bepaalde uitspraken doe. Dat is een vertaling van wat bij een aantal mensen leeft, maar waar de partij weinig aandacht voor heeft. De partij spreekt te veel in op wat er op een bepaald moment toe doet. Ik begrijp dat wel. Kijk naar het thema leefmilieu naar aanleiding van de klimaatspijbelaars. Leefmilieu is nu plots belangrijk. Maar dat is het altijd al geweest.’

In De Morgen las ik dat de meeste jongeren die op straat komen voor Groen zullen stemmen.

‘Dat zou tof zijn. De N-VA heeft dat thema veel te weinig bespeeld. Het gaat om de harde dingen, over meer jobs – en dat is heel belangrijk. Maar klimaat, natuur kreeg weinig of geen aandacht.’

Theo Francken zegt dan dat – zeker in Vlaams-Brabant – de N-VA altijd ‘groen en Vlaams’ is geweest, in de traditie van de Volksunie.

(rolt met zijn ogen) Dat is goed dat hij dat zegt. Maar heb je hem over dat thema ooit al gehoord? Ik lees zijn tweets niet. Daar houd ik me niet mee bezig.’

Ga je zelf niet de sociale media op na je pensionering?

‘Neen. Boodschappen pompen in 280 tekens, ik geloof daar niet in. Je moet ook niet over alles een standpunt innemen. En als je dat toch doet, moet het onderbouwd zijn.’

Zeg je nu dat vele standpunten van uw partijgenoten niet onderbouwd zijn?

(blaast) De ene week zeggen ze zo, en de andere week zeggen ze iets anders. Daar krijg ik het van. De ene week zijn de actiecomités van Antwerpen bendes onnozelaars. De andere week worden ze bijna heiligverklaard. Komaan, dat is wat ze noemen zwaar opportunisme.’

Op de wereldkaart

Je Catalaanse collega-parlementsvoorzitter Carme Forcadell zit nu in een Spaanse gevangenis. Hoe kijk je naar dat proces in Madrid?

‘Dat heb ik duidelijk gemaakt in een brief die ik naar Forcadell heb gestuurd. Het is wel duidelijk wat ik daarvan denk.’

Spanje kon er niet mee lachen.

‘Daar lig ik niet van wakker. Ook onze Belgische diplomaat Calcoen maakte daar een opmerking over. Maar die heeft mij daar geen opmerking over te maken.’

De vertegenwoordiger van de Vlaamse regering – André Hebbelinck – is wel Spanje uit gezet.

‘Dat is een straf signaal van Spanje. In het Vlaams Parlement is dat ter sprake gekomen. Alle zes de partijen vinden dat een volksvertegenwoordiger het recht van spreken heeft, en dat een uitvoerende macht daar niet kan tegen ingaan. Minister Borrell is daartegen ingegaan. Maar je hebt toch het vrije recht op spreken. Enfin, iemand opsluiten om haar politieke mening, je kunt daar dan nog de grondwet bij slepen enzovoort, dat doe je niet. Dat vind ik wraakroepend! Dit is Europa onwaardig. Ik vind de wijze waarop Europa daarmee omgaat…’

Wat zou de EU kunnen doen?

‘Bemiddelen tussen Spanje en de Catalanen. Maar de EU kent enkel Spanje als staat en niet de volkeren die binnen Spanje wonen. Dat is toch niet meer van deze tijd?’

Hebben we het Comité van de Regio’s hierover ooit gehoord?

‘Ik weet het niet. Maar wat is de impact daarvan? Wij hebben ook zo’n club, de CALRE, ken je dat?’

Nog nooit van gehoord.

‘Dat zegt genoeg. Dat is een organisatie die alle regionale parlementen met “wetgevende” bevoegdheid verenigt en een stem vormt naar Europa. Maar dat is een lege doos. Dat stelt niets voor. De bevoegdheden die wij hebben en een regio in Italië, dat scheelt dag en nacht, dat werkt dus niet’

‘Met de Commissie Buitenlandse Zaken heeft Rik Daems veel moeite gedaan om Vl op de kaart te zetten. Ik heb heel veel buitenlandse delegaties ontvangen, ambassadeurs, van andere nationale staten en hun parlementen. Ik stak daar veel tijd en energie in, wat mijn voorgangers niet deden. Ik deed dat erg bewust omdat je zo Vlaanderen op de internationale kaart zet.’

Vlaanderen

Volgens Chris Janssens (VB) heb je het parlement niet aanbgewend als hefboom in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Je hebt volgens hem een opportuniteit gemist om het nationalistische project verder gestalte te geven.

‘Waarvan akte.’

Had u meer kunnen doen?

Als al die Vlaams Belangers eens hard gewerkt hebben als Vlaamse volksvertegenwoordigers, dan hadden we een hele stap verder geweest. Wat ik gedaan heb is binnen de context die mij toegemeten is… Ik kon toch moeilijk de voorzitter zijn die door allerlei straffe verklaringen af te leggen, die niet door het parlement gedekt zijn, dat heeft toch geen enkele zin. Wat kon ik doen als voorzitter?’

3 maart is het 20 jaar geleden dat de vijf resoluties van het Vlaams Parlement zijn …

‘Die heb ik vorig jaar tijdens mijn 11 julitoespraak aangekaart en onderzocht welke gerealiseerd zijn en waar er nog werk is.’

Wat moet er nog gebeuren op het vlak van staatshervormingen?

‘Alles wat elkaar overlapt, en dat is veel, de wijze waarop men allerlei bevoegdheden niet helemaal heeft willen regionaliseren of communautariseren, maar ook federaal te laten. Als ik in de Duitse Länder kom, en ik heb er toch een stuk of negen bezocht, die hebben allemaal een eigen grondwet. Dat kunnen wij ons niet voorstellen, dat wij een eigen Vlaamse grondwet zouden hebben.’

Tien jaar geleden werd er toch in het Vlaams Parlement gediscussieerd over zo’n grondwet, het Vlaams Handvest?

‘Dat was maar een handvest. En we konden dat hoogstens met een resolutie doen. Als voorzitter wou ik dat maar ondertekenen op het ogenblik dat de zes partijen er achter stonden. Als voorzitter ben ik altijd voorzitter geweest van de 123 volksvertegenwoordigers. Ook van die van het Vlaams Belang. Ik heb die allemaal op dezelfde manier behandeld. Dat betekent dat je qua standpunt-vertaling je in de rij zet van waar een brede consensus over bestaat in het parlement. Die dingen heeft het Vlaams Blok toen ook niet goedgekeurd.’

Politiek pensioen

U stopt als voorzitter, maar het u nog politieke ambities? Binnen vijf jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen.

‘Maar neen, weet je wel hoe oud ik dan ben?’

Jouw buurman uit Bilzen, Camille Huysmans, is tot zijn 94ste politiek actief gebleven.

(lacht) Ja, da’s waar. Camille was een fantastische vent. Ik had ook nog vijf jaar in het parlement kunnen zitten. Bart De Wever heeft me gezegd dat ik nog vijf jaar mocht blijven, ik zou nog een verkiesbare plaats krijgen. Ik zal nu als lijstduwer waarschijnlijk ook verkozen zijn. Als je 64,000 stemmen haalt in Limburg, dat zijn er 130,000 in Antwerpen. Dat is altijd een grote stimulans geweest.’

En daardoor voelt u zich dus minder gebonden?

‘Inderdaad. Ik had ook kunnen zeggen dat ik niet meer zou meedoen aan de verkiezingen. Maar zo zit ik niet in mekaar. Wat je van de partij gekregen hebt, moet je ook teruggeven.’

PeumansDoorbraak

Jan Peumans: ‘Jos Lantmeters zou geen verkiesbare plaats hebben gekregen in Limburg, als ik niet ook op de lijst stond.’

Ondanks uw petites phrases qui tuent, blijft u toch erg trouw aan uw partij.

‘Partijtrouw? Ze hebben me gevraagd om opnieuw aan de verkiezingen deel te nemen. Als ik niet zou meegedaan hebben, zou Jos Lantmeters uit Genk – ik ken hem al 30 jaar — geen verkiesbare plaats gekregen hebben van Zuhal Demir en Steven Vandeput. Zo spelen ze dat. Dus ben ik lijstduwer. Ik hoef eigenlijk niet meer, maar voor Jos. En ik ben heel waarschijnlijk terug gekozen, maar ik ga niet meer zetelen.’

Gaat u na uw pensioen nog iets politieks doen? In de Vlaamse beweging bijvoorbeeld?

‘Ik ben geen verenigingsmens. Ik ben wel lid van enkele heemkundige kringen en van Natuurpunt. Ik weet niet hoe het me zal afgaan…’

Het zwarte gat?

‘Neen. Ik ben steeds meer graag thuis. Ik ga een kookcursus volgen! Ik ken daar geen bal van, van koken. En mijn vrouw en ik gaan samen zangles volgen. Ik heb al een aanbod gekregen van vier koren, want ik heb een basstem. Een gregoriaans koor zou wel iets voor mij zijn.’

Wie zou een goede opvolger zijn als parlementsvoorzitter?

‘Moeilijk te zeggen. Als ik een naam noem, kwets ik er drie andere.’

Wie moet er de volgende voorzitter worden van de N-VA?

‘Sander Loones. Ik heb daar veel sympathie voor. Die weet heel goed wat hij wil. Die heeft een soort zachtheid, gemoedelijkheid. En toch weet je waarvoor hij staat. Hij kan heel verstandig antwoorden als je hem een vraag stelt. Wie voorzitter van de partij gaat worden, zal een heel belangrijk moment zijn. Ondanks alles heb ik heel veel respect en bewondering voor mijn partijvoorzitter. Je zult mij van Bart nooit vieze dingen weten zeggen. In mijn ogen zal het heel moeilijk zijn om De Wever op te volgen.’

Sander Loones doet het goed met Jean-Marie Dedecker…

‘Dat is overlevingsstrategie voor West-Vlaanderen! Dedecker denkt dat ik hem niet moet hebben omdat hij ooit gezegd heeft dat het Vlaams Parlement lijkt op de Antwerpse gemeenteraad. Maar dat heeft er niets mee te maken. Ik vind dat een arrogante brulaap.’

Je gaat doctoreren in de moderne geschiedenis, meer bepaald de naoorlogse partijpolitieke Vlaamse beweging in Limburg. Ziet u dat zitten?

‘Ik ben aan het lezen, ik heb al een heel rek vol boeken en ik heb er veel zin in. Ik wil er klaar mee zijn op mijn 75ste; ik wil er ook niet de hele tijd mee bezig zijn. Bob Cools en Jef Ulburghs zijn na hun politieke carrière nog gedoctoreerd.’

Bert Anciaux ook.

(lacht)

Waarom de naoorlogse geschiedenis?

‘Omdat het nog niet gebeurd is. En omdat Evrard Raskin ooit schreef dat de naoorlogse geschiedenis nog moest geschreven worden. En dat wil ik nu doen.’

Wat Evrard ook gedaan heeft, is in zijn politieke memoires Van binnenuit bekeken serieus natrappen naar zijn partij. Mogen we dat van Jan Peumans ook nog verwachten?

‘Neen. Zoals De Wever zegt: ik zeg dingen niet om de partij te beschadigen. Er zijn gewoon kritische stemmen nodig.’

 

De biografie Jan Peumans: Een zachte anarchist (Lannoo) is vanaf nu verkrijgbaar in de boekhandel. Nu zaterdag verschijnt een recensie op Doorbraak.be

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties