Jef Turf, Vlaams communist
In Waarom valt Icarus – zeg maar zijn memoires – betreurde gewezen ‘vrijgestelde’ van de Communistische Partij van België Jan Debrouwere, dat zijn partij een ‘unieke kans verloor om een rol te spelen in de Vlaamse Beweging’ na de Tweede Wereldoorlog. Wat hij het ‘Brusselse element’ noemde, ‘brutaal, agressief en kleingeestig antivlaams’ – want Vlaams stond voor collaboratie met het fascisme – was daarvoor verantwoordelijk (p. 79). Zijn partijgenoot Jef Turf – in De laatste communisten van Ivan Ollevier lezen we dat beide heren géén kameraden waren (p. 229) – sluit zich daar volmondig bij aan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn wat bij wijlen leest als een roman, geeft de eveneens gewezen vrijgestelde en nu 80-jarige communist Jef Turf aan dat het Vlaamse communisme zijn roeping had gemist. Nochtans, vóór de wereldbrand was er een duidelijke lijn tussen communisme en Vlaamse Beweging. De illustere Jef van Extergem is daar een voorbeeld van. Het heeft niet mogen zijn. De tegenwerking was te groot. En niet enkel op dat vlak.
Geboren in 1932 in een gematigd Vlaamsgezind katholiek gezin uit Mechelen, door oorlogsomstandigheden ook opgegroeid aan de kust, door een verzaakte vader naar een atheneum gestuurd. Jef raakte al vroeg van zijn geloof af, om er zich ook van af te keren. Geen onverschilligheid, maar een virulent antiklerikalisme, dat zich uit tegen alle godsdiensten, katholicisme evenzeer als islam.
Al aan de universiteit raakte hij door zelfstudie overtuigd van het marxistische gelijk en werd hij lid van de CPB. Turf werd er zich bewust van de klassenstrijd. En die laatste bracht hem in het syndicalistische verzet tegen de Eenheidswet, tegen ‘rationalisering’ van ACEC, maakte hem spilfiguur in de haast legendarische dokwerkersstaking van Gent …
Maar in de CPB, zo schildert hij zijn verleden af in zijn memoires, stond hij vaak alleen, want te kritisch in een partij die zijn huik naar de wind uit het oosten, uit Moskou, hing. Aan het stalinisme had hij een broertje dood. Het leverde hem kritiek en problemen op in eigen partij en bij de Führers van het partijpolitieke communisme: de CPSU, de communistische partij van de Sovjet-Unie. Nieuwe partijbestuursleden mochten (moesten) op bezoek bij de Sovjet-ambassade, ook al schrijft Turf hier niet over. Hij heeft het wel over zijn bezoeken aan Moskou, reizen in het Oostblok – op kosten van; een bezoek aan Roemeens leider Ceaucescu – het enige waar hij nu spijt van heeft en afstand van neemt (opvallend: ook Jan Debrouwere heeft enkel van dat bezoek spijt). Turf was een voorstander en voorvechter van het eurocommunisme, dat los van de SU een eigen marxisme wilde belijden. Wat hij op zijn beurt vooral deed in het actieve syndicalisme, bij het ABVV, omdat de partij er niet voor open stond.
Tegengewerkt werd hij ook wegens zijn eigengereide acties. De partijtop discussieerde over zware theoretische vraagstukken. Tijdens de harde winter van 1984-’85 zorgde Turf er eigenhandig voor dat arme gezinnen terug aansluiting vonden bij gas en elektriciteit. De partijtop keek erop neer.
Turfs engagement is bewonderenswaardig. Als kernfysicus had hij zich een rijke en rustige wetenschappelijke carrière kunnen uitbouwen. Hij koos voor de klassenstrijd, een radicaal engagement in de Communistische Partij, dat hem zijn huwelijk kostte. Basiswerking, basisvorming van weinig geletterde basismilitanten, hoofdredactie van weekblad De Rode Vaan. De tegenwerking die hij in de partij ondervond – in 1988 werd hij aan de deur gezet – kent hij tot op vandaag. Want zijn nieuwe engagement in de Vlaamsgezinde Gravensteengroep roept veel vragen op. Toch voert Turf hier dezelfde klassenstrijd. Voor emancipatie van de door grendels gegijzelde meerderheid. Want pas dan – in een vrij Vlaanderen – kan de klassenstrijd verder worden gevoerd en de kleine man zich verder ontvoogden.
Met veel tongue in cheek humor schreef Jef Turf zijn memoires. Die lezen én als een tijdsbeeld van bewogen jaren – Tweede Wereldoorlog, Koude Oorlog, Eenheidswet en André Renard, Mei ’68 … – maar ook als een pamflet voor emancipatie van én in Vlaanderen. Tot slot biedt het boek ook de nodige stof tot nadenken over nucleaire energie – kort: Turf is tegen, en biedt hier heel wat argumenten aan. Als u memoires wil lezen die een tijdsdoorsnede bieden van internationale én Vlaamse politiek van de 20ste eeuw, dan moét u de memoires van Turf lezen.
Ook omdat hij er – net als Jan Debrouwere, alweer – niet echt in slaagt om een oordeel te vellen, laat staan schuld te bekennen, over het communisme dat gedurende bijna zeventig jaar hele samenlevingen versmachtte en niet weinig doden op zijn conto heeft. De opstand van 1956 in Hongarije is opgezet door de CIA. De bouw van de Berlijnse Muur was er om een ‘muur’ te bouwen tegen ‘Westerse agitatie’. Collega’s van klein links uit Amada/PVDA en RAL/SAP noemt hij ‘amateurrevolutionairen’ en ‘gauchistische avonturiers’ … ‘Die Partei hat immer recht’.
[drie handjes (op vijf)]Jef Turf, Memoires. Van kernfysicus tot Vlaams communist. Lannoo, 280 blz., €24,99, isbn 978 94 0140 511 9.
Personen |
---|
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.