Kinderen van de collaboratie, met een selectief geheugen
De sjorploeg van het VNI OVL-kamp in 2003 met Pieter Bauwens linksonder.
In Kinderen van de collaboratie gaf Wim Claeys wel een heel eigenzinnige versie van zijn VNJ-geschiedenis. Pieter Bauwens was er bij.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag heeft iedereen recht op zijn waarheid, maar heeft de waarheid nog rechten? Dat dacht ik bij het bekijken van de jongste aflevering van Kinderen van de collaboratie. In de uitzending werd verteld hoe de oud-collaborateurs zich opnieuw organiseerden. Daarnaast stond ook de Vlaamse beweging opnieuw op en ook daarin vonden oud-collaborateurs, of hun kinderen, vaak een plaats. Vooral Wim Claeys lijkt er te willen afrekenen met zijn VNJ-verleden. Het treft dat ik hem als medeleider in VNJ Gent heb gekend, ik moest wel de wenkbrauwen fronsen, toen en nu.
Wim toen
Toen ik me als zeventienjarige aansloot bij het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ) ergens in de vroege jaren 1990, dan was Wim Claeys er een charismatische leider. Hij had heel veel invloed op de VNJ’ertjes die sterk naar hem opkeken. Wim was toen al muzikaal, hij leerde verschillende jongens trommelen en klaroen spelen. Ook ik heb die trompetbasis van hem geleerd. Hij leerde ons ook de basispassen van verschillende volksdansen. Wat later bekend werd als het Boombal, laagdrempelig volksdansen, oefende hij in het VNJ. Hij speelde daarbij zelf muziek (of gebruikte cassettes-waar is die tijd!).
Wim Claeys is enkele jaren ouder dan ik. Zijn bewering dat hij in de laatste jaren van het middelbaar ‘tot historisch inzicht’ is gekomen, klopt niet. Toen ik hem leerde kennen was hij die leeftijdsfase al voorbij en geloof me, tot inzicht was hij nog niet gekomen. Frappant is het voorbeeld dat hij in de uitzending geeft van VNJ-leiders die militariabeurzen afschuimden om er inkopen te doen en onderdelen van Duitse legeruniformen toe te voegen aan het VNJ uniform. Ik heb in mijn VNJ-carrière (vijftien jaar als leider) er maar één gekend die dat deed: Wim Claeys.
Kriegsmarine
Tijdens een weekend met de afdeling Gent in Tiegem gaf Wim leiding aan de oudste tak. Hij had voor de gelegenheid blauwe ‘scheepjes’ – hoofddeksels van de Kriegsmarine – mee als aanvulling op het uniform van de oudste tak of leeftijdsgroep. Vlammende ruzie onder de leiding, die dat niet accepteerde en een quasi-opstand van de oudste tak onder leiding van Wim Claeys was het gevolg. Tijdens onze wintertochten, inclusief wild kamperen in het bos, of op kamp, droegen velen een scoutsmes (eerder een dolk), al dan niet op het uniform. Hier en daar had er iemand een zeer gelijkaardig exemplaar. Het was niet van de scouts maar van de Hitlerjugend. Drie keer raden welk mes Wim had.
In de ogen van types als Wim Claeys waren ik, maar ook mijn broer en zus en andere leiders en leidsters zoals Dirk, of Els of Werner of… geen ‘echten’. Wij ‘verscoutsten’ het VNJ te zeer en hadden geen stamboom (lees: niet uit een ‘zwarte’ familie). Wim wou met het VNJ naar de ‘roots’, die waren voor alle duidelijkheid niet het eerste VNJ, noch het NSJV (de jeugdbeweging van het VNV tijdens de bezetting) maar de Hitlerjugend. Hij is nog naar mijn ouders getrokken om hen bij hen thuis te overtuigen van die ‘goede zaak’, goed wetende dat ik in Leuven op kot zat en mijn broer een avondshift draaide.
Wim vandaag
Ofwel is Wim het vergeten, of hij heeft het verdrongen. Ik weet het niet, maar jezelf en vroeger gedrag goedpraten, heeft grenzen. Wim gaf eerder al een interview over hetzelfde onderwerp aan Het Nieuwsblad. Een reactie van het VNJ wou de krant niet plaatsen, dus plaatste de jeugdbeweging haar reactie op Facebook. In de reacties op die uitspraak zag en hoorde ik veel onbegrip bij andere oud-leiding en -leden. Velen dragen Wim persoonlijk nog een warm hart toe en volgen hem in wat hij muzikaal allemaal doet. Ik ook. Velen ontmoeten hem in het circuit van de volksmuziek. Het is voor hen een raadsel waarom Wim niet vertelt hoe hij die muziek in het VNJ leerde kennen.
Hoe hij, geheel zichzelf, allerlei feestjes opluisterde met foute tot heel erg foute liedjes, geleerd op bijeenkomsten van het Sint-Maartensfonds, dat zal hij zelf ook wel willen vergeten of vergeten zijn.
VNJ
Het VNJ is een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging. Niets meer en ook niets minder. Vlaams-nationalisme is een toegelaten politieke overtuiging. Ik heb jaren meegewerkt aan de leidersvorming in het VNJ. Wij gaven opleiding om erkende monitorenattesten uit te reiken. Wat daar meegegeven werd, is niet wat Wim wou, wel wat wíj wilden. Ik reageer om ervoor te zorgen dat jonge mensen van vandaag in alle openheid hun VNJ van vandaag en morgen kunnen maken. Ik ga nog elke zomer mee koken op kamp, ik zie de werking van vandaag dus van dichtbij. Het is dan ook erg frustrerend te zien hoe mensen als Wim Claeys het VNJ in een of ander neonazikamp willen plaatsen vanuit een misplaatste rancune of in een gevecht met zichzelf, zich verantwoordend aan nieuwe vrienden voor vroeger.
U moet zich eens voorstellen hoe frustrerend het is je te moeten verdedigen tegen de uitlatingen van Wim Claeys, goed wetende dat wat hij beweert, je vroeger hebt bestreden, tégen diezelfde Wim Claeys. Hij schetst vandaag een beeld va het VNJ zoals hij het graag had gezien en dat wij niet wilden. Dat beeld schuift hij in de schoenen van wie dat bestreden. Veel gespletener dan dat hoeft het echt niet te worden.
Dat Wim Claeys op dit moment een voorstelling speelt over zijn vader, Zwartzak is misschien niet vreemd aan de heisa die hij nu maakt. Slechte publiciteit bestaat niet.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.