Met oneliners win je verkiezingen, maar voer je geen beleid
Conner Rousseau: wie bedoelt hij nu met ‘de sterkste schouders’?
foto © Belga Image/PG
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr zijn verschillende soorten politici. Je hebt bijvoorbeeld Frank Vandenbroucke, een man van weinig woorden, maar van heldere principes. Vanuit dat grote gelijk maakt hij moeilijk lastige compromissen. En dan is er Conner Rousseau, een man van troebele principes en veel woorden. Compromissen maken is moeilijk, want hij weet het zelf ook niet.
‘Kandidaten die geen heldere principes en coherente standpunten hebben, voeren campagne op basis van helemaal niets.’ Zei de Amerikaanse journalist Graeme Wood over het verlies van Kamala Harris bij de presidentsverkiezingen. We moeten daaraan toevoegen dat ze ook regeren op basis van helemaal niets. In ons geval onderhandelen ze op basis van niets. Ja, op basis van buikgevoel, maar dat is niets.
Veel politieke partijen zijn hun fundamenten kwijt. In het beste geval hebben ze eensgezindheid over basisuitgangspunten. Er is één partij die wel fundamenten heeft: Groen. Maar die is zo fundamenteel dat ze de realiteit ervoor doet wijken: dat is dan het andere uiterste. De kunst is om vanuit een ideologie, vanuit heldere principes, in de realiteit te regeren.
Kleinste gemene deler
Dat is in België moeilijk. Een regering zit vast in het hoogst haalbare, vaak de kleinste gemene deler. Daardoor worden er geen keuzes gemaakt. Maar dat is nu geen optie meer, en dus springt de ideologische richtingloosheid midden in de oneliners en marketingpraat van politici.
Neem nu Rousseau als hij vrijdag 15 november 2024 aankondigt dat hij toch opnieuw wil onderhandelen om een regering te vormen: ‘En we gaan knokken om ervoor te zorgen dat die regering de inspanningen eerlijk verdeelt, met een ernstige bijdrage van de sterkste schouders. Met afspraken die de koopkracht van de werkende mensen en gepensioneerden beschermen. Die de gezondheidszorg voor iedereen betaalbaar en toegankelijk houden. En met diepgaande hervormingen die het land op orde zetten, maar die ook altijd rechtvaardig en uitlegbaar zijn.’
Sterkste schouders
Stel je eens voor dat iemand het tegenovergestelde zou zeggen. Dat zou politiek nergens op slaan. En laat ons daarbij nog een vraag stellen: wie of wat zijn ‘de sterkste schouders’? Het klinkt goed, maar wie worden precies bedoeld? Het klinkt als de rijkste 1 procent die moet betalen. Maar als dat een ‘ernstige bijdrage’ moet zijn, een maatregel die effect heeft, dan zijn die sterkste schouders het overgrote deel van de mensen die werken en sparen. U en ik, niet die rijkste 1 procent. Anders is het niet meer dan symbolisch.
Daarnaast wil Rousseau én de koopkracht beschermen van werkenden en gepensioneerden, én de gezondheidszorg voor iedereen betaalbaar en toegankelijk houden, én diepgaand hervormen om het land op orde te zetten. Hij wil én de kool én de geit sparen. Maar er moet bespaard worden, en dat gaat meer over minder uitgeven dan over meer inkomsten van sterke schouders. Besparingen. Overal. Dat zal iedereen pijn doen. Iedereen. De jaarlijkse groei van de sociale zekerheid moet omlaag. Dat zullen we voelen. Allemaal.
Rechtvaardig en uitlegbaar
In België is er een torenhoog overheidsbeslag én een groot tekort én een hoge staatsschuld. Dat kan niet ‘rechtvaardig en uitlegbaar’ zijn. Dé vraag is of je de remedie ook durft rechtvaardigen en uitleggen. Op links zijn de vakbonden/partijen daar niet toe in staat. Ze zijn blind voor het grotere kader, maar de ‘verworven rechten’ zijn niet langer houdbaar. Daar staat tegenover dat als de staat verder de dieperik in gaat, de koopkracht en de sociale zekerheid van ‘iedereen’ in gevaar komen.
‘Mensen rekenen op ons, en wij gaan hard ons best doen’, zegt Rousseau. Dat klinkt zoals zijn ‘We hebben vier maand dag en nacht onderhandeld’.
Was dat maar waar.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’