Jihadistisch geweld verdrijft het christendom

De aanvallen van jihadisten richten zich vaak op de christenen. In landen als Nigeria en Burkina Faso leidt jihadistisch geweld tot het massaal vluchten van christelijke gemeenschappen. Volgens het rapport Vervolgd en Vergeten? 2022-24 van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) staat het voortbestaan van de kerk in deze regio’s op het spel. ‘Massa-emigratie van christelijke gemeenschappen, veroorzaakt door militante islamitische aanvallen, heeft hen gedestabiliseerd.’

ACN bevestigt daarmee de gegevens van het Pew Research Center. In 2021 bleek dat christenen in honderdzestig landen het slachtoffer waren van intimidatie, variërend van verbaal geweld tot moord, om religieuze redenen. Dat is een stijging van vijftig landen sinds 2012.

Christenen hadden in meer landen te maken met fundamentele mensenrechtenschendingen dan welke andere geloofsgroep ook. Ook de kloof tussen hen en de op één na zwaarst getroffen religieuze groep was aanzienlijk groter geworden. In beide rapporten zijn ontheemding, ontvoering, gedwongen bekering en het gedwongen uithuwelijken en bekeren van christelijke vrouwen en meisjes terugkerende thema’s.

Militante islam

Volgens het rapport is de militante islam verantwoordelijk voor een toename van vervolging in alle zes onderzochte Afrikaanse landen: Nigeria, Burkina Faso, Mozambique, Eritrea, Egypte en Soedan. Het christendom staat er zodanig onder druk dat het dreigt verdreven te worden in die regio.

Het rapport beschrijft de situatie in achttien landen waar christenen onderdrukking ervaren, met getuigenissen van overlevenden en informatie uit lokale bronnen. Landen die altijd hoog scoren in dergelijke rapporten zijn Noord-Korea waar christenen opgesloten worden in werkkampen, Birma waar de militaire leiders kerken en gebedshuizen aanvallen en vernielen, en Iran waar de Bijbel verspreiden of je bekeren tot het christendom strafbaar is.

Nicaragua wordt voor het eerst genoemd in het rapport. Het land ziet een scherpe toename in onderdrukking van christenen, met grootschalige arrestaties en uitzettingen van geestelijken. Ook in China, India en Iran ervaren christenen zwaardere repressie, waarbij kerken worden gesloten, geestelijken worden vastgezet en straffen voor het schenden van staatsideologieën worden aangescherpt.

Geen tweede Irak

In Pakistan was er een opleving van gewelddadige aanvallen op christenen na (valse) beschuldigingen van godslastering. In India was er de opsluiting van meer dan 850 mensen op grond van anti-bekeringswetten.

De Iraakse aartsbisschop Warda van Erbil wijst in het voorwoord van het rapport op de lessen die geleerd kunnen worden uit de genocide die christenen in Irak tien jaar geleden ondergingen door de Islamitische Staat. Hij roept regeringen en internationale organisaties op om niet stil te blijven staan bij de rapporten, maar in actie te komen. ‘We moeten voorkomen dat wat in Irak is gebeurd, zich elders opnieuw voltrekt’, klinkt het. Zoals in Afrika.