Klimaatwetenschap is een heel klein beetje oorlog
Meer klimaatrechtvaardigheid. daar kan iedereen zich in vinden.
foto © Reporters
Het lijkt er op dat in het debat, of het verhinderen van het debat, over de opwarming van het klimaat alles is toegelaten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe bekende klimaatscepticus Antony Watts mag nu terug op zijn twee oren slapen, de man die hem jarenlang bashte – zelfs met doodsbedreigingen – is onlangs opgepakt. Klimaatalarmisten die klimaatcritici stalken, dat is een niet onbekend fenomeen, een moeilijk klimaat voor debat. Omgekeerd lijkt dat helemaal niet voor te komen. Vanuit de klimaatconsensus komt er heel wat kritiek op klimaatsceptici, vooral dat ze onwetenschappelijk zijn of dat ze betaald worden door de industrie, beschuldigingen van pesterijen heb ik daar echter nog nooit gehoord. Men kan er dus van uitgaan dat het pesten van klimaatalarmisten door klimaatsceptici een zeer zeldzaam fenomeen is. Anders zou het al uit ter treuren in de pers zijn verschenen.
OWVDA-spam
Zelf heb ik al meermaals last gehad van gespam omwille van mijn standpunten over het klimaat. Een vriend uit mijn studententijd, waarmee ik via sociale media contact had gehouden, begon me plots mysterieus het éne bericht na de andere te sturen over de OWVDA (zowel publiek als in privéberichten). Het duurde even vooraleer ik begreep dat dit stond voor de ‘Opwarming Van De Aarde’, maar het bleek meteen duidelijk dat dit geen onhandige poging was om de vriendschap terug aan te halen. Dat is zeker niet zo erg als wat Watts meemaakte, maar het is wel een vorm van groepsdruk, peer pressure: ook van sommige andere kennissen uit mijn studententijd, en van anonieme internauten, kreeg ik reacties in dezelfde zin (maar minder erg). Andere klimaatcritici die ik persoonlijk ken geven gelijkaardige verhalen.
Ik geloof het verhaal van Watts dan ook meteen als hij op zijn veelgelezen klimaatsceptische blog ‘Watts Up With That?’ vertelt hoe hij langdurig werd getreiterd door verschillende mensen die zich veilig waanden in de anonimiteit van het internet (zie hier). Eén van die personen bleef dit langdurig doen, en maakte daarbij een fout waardoor de politie hem kon oppakken. Deze persoon schreef aan Watts verschillende ellenlange, verwarde en vaak dreigende brieven. Eén ervan eindigde met de volgende betekenisvolle woorden:
You are not allowed free speech
Slavery to big oil
isn’t the way to live
And it’s a worse way to die
you have dug your own grave
Broodroof omwille van een ongemakkelijke waarheid
In het klimaatdebat moet je echter geen regelrechte klimaatscepticus zijn om het object te worden van pesterijen. Kritiek op bepaalde aspecten van de klimaatconsensus volstaan. Het is al voldoende zich terughoudend op te stellen in bepaalde zeer alarmistische voorspellingen om slachtoffer te worden. Roger Pielke Jr. bijvoorbeeld. Bart Coenen schreef over hem het volgende:
‘Toen hij in maart 2014 voor de onafhankelijke nieuwswebsite FiveThirtyEight een artikel schreef over de relatie tussen klimaatverandering en natuurrampen, barstte het gevecht om Pielke te de-legitimeren opnieuw in alle hevigheid los. Slate noemde hem een klimaatontkenner en vroeg om zijn ontslag bij FiveThirtyEight. In het artikel had Pielke echter alleen maar de huidige wetenschappelijke stand van zaken rond de relatie tussen klimaatverandering en rampen samengevat. Niettemin werd de druk voor FiveThirtyEight-baas Nate Silver zo hoog – het gebeuren werd zelfs een onderwerp op The Daily Show van Jon Stewart – dat deze Pielke uiteindelijk liet vallen.
De klimaatcorrectie meute hakte opnieuw op Roger Pielke Jr. in omdat deze bleef herhalen dat zijn onderzoek uitwijst dat er op dit moment geen waarneembare verhoogde kosten door schade van natuurrampen zijn die aan door mensen veroorzaakte klimaatverandering kunnen toegeschreven worden.
…
De aanhoudende ad hominem aanvallen eisten hun tol. Op 1 maart 2015 was Roger Pielke Jr. uitgestreden en schreef hij op zijn blog dat hij geen onderzoek doet naar het klimaat en er geen academische publicaties meer over schrijft. Roger Pielke Jr. doet nu onderzoek naar sport.’
De volledige tekst staat in het gratis e-book,uitgegeven door Charta Vlaanderen, in het kader van één van de weinige recente klimaatdebatten met klimaatsceptici in Affligem, Vlaanderen, en mede door mezelf georganiseerd. Dat was mei 2015.
Eén van de panelleden op dat klimaatdebat, de gelauwerde wetenschapsjournalist Marcel Crok uit Nederland, kan ook van dit soort peer pressure meespreken (zie hiervoor hier op climategate.nl). Toen hij in 2012 geld ontving van een ministerie om een ander geluid te laten horen in het klimaat, kreeg hij meteen stevig de wind van voren. Zoiets mocht natuurlijk niet gebeuren.
Het is niet dat Crok na deze gebeurtenis plots gemakkelijker aan werk kwam – integendeel. Het is ook niet dat dit fenomeen niet op Vlaamse bodem voorkomt. In september 2015 nog publiceerde Newsmonkey het journalistieke artikel met een goed samenvattende titel: ‘Wat doet Marcel Crok op de fractiedagen van de N-VA?’ Stel je voor dat de N-VA naar hem zou luisteren, laat staan hem een raadgevende opdracht zou geven? Stel je voor dat politici zouden luisteren naar mensen die een ander geluid horen dan de klimaatconsensus en de vele activisten die zich achter die vlag scharen? Dat kan men best broodroof noemen.
Peer review verwarren met peer pressure
Vanuit de klimaatconsensus hoor je zeer weinig verontwaardiging van dergelijke peer pressure. Zij bezingen liever het lof van de peer review, de toetsing van wetenschappelijk werk door andere wetenschappers alvorens publicatie. Groot is mijn verwondering als ik op Wikipedia lees dat er sterke kritieken bestaan op dat peer review proces. Het volstaat de wikipedia-pagina over peer review te openen, paragraaf ‘Kritiek op het proces’:
Richard Horton, hoofdredacteur van het Britse medische tijdschrift The Lancet, verklaarde eens dat peerreview bevooroordeeld, onrechtvaardig, oncontroleerbaar, onvolledig, vaak beledigend, meestal onwetend, soms dwaas en vaak verkeerd kan zijn. Ook zouden reviewers bevooroordeeld zijn omdat zij hun vakgebied in een richting willen sturen die hunzelf welgevallig is.
Dat ligt zeer dicht bij de standaardkritiek van klimaatcritici op de klimaatconsensus. Aangezien onderzoekers vandaag moeten publiceren, via peer review, om hun job te kunnen behouden of te promoveren, kan dit soort onrechtmatige peer review gelijk staan aan broodroof. Let hierbij op dat The Lancet een zeer kwaliteitsvol tijdschrift is dat zelf aan peer review doet. Horton is er al sinds 1995 hoofdredacteur, en schuwt de controverse ondertussen niet, getuige ook zijn boek uit 2003: ‘Second Opinion: Doctors, Diseases and Decisions in Modern Medicine’.
Mijn verwondering was trouwens extra groot, aangezien Wikipedia geen vriendelijk medium blijkt voor klimaatsceptici. Het bekende Amerikaanse zakentijdschrift Forbes schreef al over de censuur van klimaatsceptici op wikipedia in 2008 – maar sindsdien is daar niet bepaald beterschap op gekomen. Bijvoorbeeld, een zekere William M. Connolley, een Britse Wikipedia editor maar ook verbonden aan de Britse Green Party, is goed gekend omwille van zijn fanatisme en ijver om Wikipedia ‘zuiver’ te houden van alle vormen van klimaatkritiek. Hij wijzigde wel 5428 Wikipedia pagina’s, de meesten daarvan over klimaat. Hij kreeg hierbij de steun van verschillende handlangers. De vraag is of hij dit deed in opdracht, want om dit goed te doen moet men daar bijna full time mee bezig zijn.
Nu ja, ook in mainstream media komen regelmatig wel kritieken op peer review aan bod – zolang het niet expliciet over de klimaatwetenschap gaat, dan toch. De Standaard bracht stukken met de veelzeggende titels ‘Geldwolven zijn het, de academische uitgevers’ (8 december 2016) en ‘Flutartikel raakt vlot gepubliceerd’ (4 oktober 2013). Dat was niet om de peer review van de academische uitgeverijwereld te bejubelen. Het kan natuurlijk zijn dat deze tijdschriften zich wel plots goed gedraagt als ze papers over het klimaat moeten beoordelen. Je kan nooit weten.
Tussen peer pressure en peer review
Als ik een slecht mens was, zou ik zeggen dat veel verdedigers van de klimaatconsensus het verschil niet kennen tussen peer pressure en peer review. Ik hou het echter liever bij een voorzichtigere conclusie: lang niet alle verdedigers van de klimaatconsensus doen uiteraard mee aan regelrechte peer pressure. Maar de manier waarop ze bijna allen het argument van peer review gebruiken om maar niet te moeten luisteren naar de argumenten van klimaatsceptici dient hetzelfde doel: àlle critici de mond snoeren – inclusief niet-klimaatsceptici.
Daarbij, er bestaan wel degelijk heel wat publicaties met een klimaat-kritische inslag die het peer review proces hebben doorstaan. Op het internet circuleren meerdere lijstjes, ééntje met 1350+ sceptische papers, en ééntje met 1000 sceptische papers, enkel in 2015 en 2014 gepubliceerd. Uiteraard betekent een peer review geen absolute garantie op de kwaliteit, maar dat geldt in beide richtingen.
Klimaatwetenschap is een heel klein beetje oorlog. Sommigen denken dan dat alles is toegestaan: een kort gevecht of een korte stoot, en dan weer verder.
Rob Lemeire (1973) was vroeger radicaal groen, nog voor dat mainstream was. Nu milieuactivisme zelf de heersende stroming is geworden voelt hij eerder de neiging om sterk op de rem te gaan staan. Hij is ook burgerlijk ingenieur en heeft twee dochters.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.