Klimaatbetoging aan moeders handje
foto © Reporters / Andrieu
De klimaatbrossers denken een grote opstand te organiseren, maar het establishment steunt hen. Ze werden altijd al in de watten gelegd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘We prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.’ (Romeinen, 5: 3-4)
Jongeren en zelfs kinderen manifesteren nu al enkele weken voor het klimaat, om de oudere generatie op de vingers te tikken. Maar blijkbaar kunnen ze het niet zonder de steun van deze oudere generatie, want zelfs het establishment doet eraan mee: schooldirecties, ministers, vakbonden, journalisten, academici. Dan gaat het echter nog niet snel genoeg: ze worden al ongeduldig dat de politici ondertussen nog geen wet hebben gestemd om volledig aan hun eisen te voldoen. Zo zien jongeren tegenwoordig de wereld. Zij stellen eisen en de volwassenen moeten daaraan voldoen – onmiddellijk. Zo hebben ze dat ook geleerd van hun ouders, van hun school, en van de emo-pedagogen.
Maar Jan Becaus, de oud-nieuwslezer van de VRT die tegenwoordig voor Doorbraak schrijft (een echte aanwinst, als je het mij vraagt), heeft dat goed gezien (zie hier):
‘De politiek weet zich duidelijk geen raad met het verschijnsel. Zoals gebruikelijk wanneer politici geen oplossing kunnen verzinnen, gaan ze het probleem ‘commissioneren’, het delegeren aan een commissie. En voor wat het klimaatbeleid betreft, nemen ze geen genoegen met één commissie. Er komt een melkweg nieuwe instituties op ons af.’
Veel politici willen wel alles doen wat de klimaatactivisten hen vragen, alleen zijn ze radeloos. Ze weten niet hoe dat moet, maar wel hoe ze commissies oprichten waar ze hun mannetjes kunnen zetten. Ik hoop dat Anuna De Wever hier duidelijk tegen zal protesteren, want dat potje stinkt uiteraard.
De smartphonegeneratie
Maar laten we het terug over de jongeren hebben, over de ‘smartphonegeneratie’ waartoe De Wever behoort. Ze worden ook wel eens ‘generatie Z’ of ‘iGen’ genoemd (zie Wikipedia). Dat zijn de jongeren die sinds 1995 geboren zijn. Zij groeiden niet enkel op met het alom aanwezige internet, maar vooral ook in de grote opgang van de smartphone met zijn sociale media – met een enorme impact op het dagelijkse leven. Ze leerden meer dan welke voorgaande generatie ook de wereld eerst via het schermpje te bekijken, en pas dan in de realiteit. Het schermpje dient nu namelijk niet enkel om op Wikipedia wat feiten op te zoeken, maar vooral ook om sociale interacties te sturen. Hun aanwezigheid op interessante evenementen, zoals een klimaatbetoging, delen ze onmiddellijk op Facebook – en daarna hopen op de meeste likes.
Zij hebben nog minder tijd gehad zonder begeleiding van een volwassene, in vergelijking met de voorgaande generaties. En zelfs op oudere leeftijd profiteren ze vaak nog goed van hotel Mama, taxi Papa en nonkel Ryanair (de goedkope, verre vakanties). Hun leraars hebben ondertussen goed geleerd dat ze op hun tellen moeten passen bij deze nieuwe, mondige kinderen: bij een dispuut krijgen zij vaak nog minder steun van ouders, directie en overheid dan de generatie ervoor. Kortom, de volwassenen waarmee deze jongeren in aanraking komen hebben maar weinig ‘neen’ gezegd. Ze zagen meer schermpjes en grote mensen dan bossen en vriendjes.
De paranoïde opvoeding
Uiteraard is niet iedereen hier op gelijke manier hierdoor beïnvloed. Geen generatie heeft het echter nog ooit zo goed gehad. Geen generatie heeft ooit zoveel van de veiligheid genoten, en tegelijk was geen generatie ooit zo angstig. Van kindsbeen associeerden de jongeren ‘buitenshuis’ met allerlei risico’s, gaande van stoute, gevaarlijke meneren, over stoute, gevaarlijke en stinkende auto’s tot aan niet zo stoute maar toch even gevaarlijke bossen. De naschokken van Dutroux op het dagelijkse leven zijn nog steeds voelbaar, maar ook die van de groene beweging.
De jaren negentig is het begin van een nieuwe opvoedingsstijl, die van de emotie. Vaak de emotie van de angst. De angst dat dit of dat je kind emotioneel zal schaden. De angst dat een pedagogische tik, een slecht woord, een frustratie, het kind voor het leven zal tekenen. Zelfs het nut van kinderen punten geven op school, en huiswerk na school, staat onder kritiek. De angst dat als je niet voldoende directe liefde toont voor je kind, dat kind zich zeer slecht zal voelen tot het einde van zijn dagen. Dat zijn wat ik noem de emo-pedagogen (zie ook mijn stuk over de pedagogische tik): kinderen zijn zeer fragiele wezentjes, hun authentieke emoties moeten te allen prijze bewaard worden. Het is de taak van volwassenen die authentieke emoties te behouden en te beschermen tegen de vuile, stoute buitenwereld.
Ratrace
Gelinkt aan deze nieuwe opvoedingsstijl hangen nog twee angsten, die je overigens vooral ziet bij de middenklasse. Enerzijds hebben ouders de angst dat het kind niet mee zal zijn in de ratrace voor de meest authentieke ervaringen. Interessante reizen, muziekfestivals,… waar men vroeger tegen hun kind inging als het kind zich te hard liet beïnvloeden door rock & roll, stellen hedendaagse ouders zich vaak op als persoonlijke coach.
De ratrace verschuift naar die voor het coolste kind Je ziet dat al aan de kledij van peuters die de ouders zelf uitkiezen. Anderzijds begint de ratrace naar de universitaire opleiding steeds vroeger. Stel je voor dat je de slechte keuze neemt voor je peuter, waardoor zijn kansen op een universitaire toekomst verminderen.
Generatie Z in Amerika en hier
Dat heeft dan ook invloed op hoe die jongeren in de universiteiten gaan handelen, eens ze daar werkelijk belanden. De oudste jongeren van deze generatie Z zitten namelijk al op de unief. Vooral in de VS zie je de evolutie heel goed: Amerikaanse universiteiten zijn er vaak no-go zones geworden voor rechtse sprekers. Safe spaces werden er opgericht, dat zijn ruimtes specifiek bedoeld om progressieve studenten te vrijwaren van onwelgevallige meningen. En ondertussen zijn door hun toedoen verschillende academici, die toevallig in de weg stonden, opzijgeschoven. Dat zeg ik niet, maar de centrumlinkse schrijvers Jonathan Haidt en Greg Lukanoff in hun boek The Coddling of the American Mind. Deze generatie Z zou nooit gelukt zijn in de hierboven genoemde evoluties als de volwassen generatie duidelijke lijnen zouden trekken.
Europese universiteiten bakken het vandaag misschien niet altijd even bruin als de Amerikaanse, maar diezelfde evolutie zit er ook bij ons aan te komen. Daarnaast kan je uiteraard onze klimaatbrossers niet zomaar vergelijken met de Amerikaanse linkse studentengemeenschap. Er zijn echter gevaarlijke overeenkomsten. Zoals het sms-bombardement op de intussen ex-minister Schauvliege, begin deze maand. Ik ben dan wel blij om te vernemen dat ‘Youth For Climate’, de klimaatbeweging van onder meer Anuna De Wever, zich daarvan distantieert.
Verplicht betogen
Dan manifesteren er nog Genkse scholieren tegen de klimaatmars, want ze werden er blijkbaar door hun eigen directie verplicht aan deel te nemen. Ook dit kan je niet op het conto schrijven van de klimaatspijbelaars, wel op de schooldirectie. Maar dat is dan ook mijn belangrijkste stelling: je kan het gedrag van deze jongeren niet verklaren door niet te kijken naar de volwassenen in hun leven.
Dat wil niet zeggen dat de jongeren volkomen onschuldig zijn. Als De Wever haar ongeduld uit omdat ze al zes weken manifesteert en de politici nog steeds niet het nodige doen. Hiermee stookt ze de verwachtingen op in plaats van tot kalmte aanmanen. Het is een eigenschap van hysterie dat het iets in beweging zet dat oncontroleerbaar wordt. Als ik de jongeren één advies wil geven, is het om alle vormen van hysterie, zoals hoge verwachtingen en grote beschuldigingen, proberen te vermijden.
De volwassenen laten maar doen
Welkom in de nieuwe wereld: jongeren ondervinden al op zeer jonge leeftijd een soort vanzelfsprekend applaus. Klimaatbrossen gebeurt aan de hand van de moeder, de leraar (die komt mee), de schooldirecteur, de media, de minister, Leonardo DiCaprio en zelfs de EU-commissievoorzitter. De jongeren, veel onder hen nog kinderen, krijgen niet enkel bijval, maar worden in feite opgejut door een menigte volwassenen (zie ook hierover het stuk van Drieu Godefridi). Het realiseren van die klimaatdoelstellingen stellen ze voor als een wandeling in het park. De realiteit is verschillend: de politiek heeft al jaren geleden klimaatministers aangesteld, dat was omdat het hen wel degelijk serieus was iets aan het klimaat te doen. Maar wat werkt er eigenlijk? Dat blijkt allemaal niet zo gemakkelijk te gaan.
Zelfs de klimaatbetoging kwam niet uit het niets: tegenwoordig krijgen kinderen al vanaf de kleuterschool les over het klimaat en wat ze daartegen kunnen doen. Kinderen worden van jongsaf hierover bang gemaakt, en vooral dan de ASO-kinderen van de middenklasse. Dat gezegd zijnde ‘kunnen radicaal-linkse groepjes zo’n grote actie niet afdwingen’, zoals Philippe Clerick (met een radicaal links verleden) correct stelt. Ik ben zelf ook radicaal links en zeer betogingsbereid. Bij mij begon het al als kind tegen atoomraketten, samen met mijn ouders. De leuze ‘liever blote tetten dan atoomraketten’ herinner ik me nog heel goed, als jongere kon me dat wel bekoren – en doet me denken aan sommige leuzen van de klimaatbrossers. Dat waren toen seksueel iets onschuldiger tijden. Later heb ik de hand van mijn ouders gelost, maar bleef nog enkele jaren radicaal.
Volwassen reageren op brossers
Tom Cox, directeur van de Hasseltse school Kindsheid Jesu, riep de kinderen op om op woensdagmiddag de betogingen te organiseren. Als de kinderen van zijn school toch klimaatspijbelen, dan krijgen ze strafstudie. Of ook Jinnih Beels, kopstuk van de sp.a, sprak duidelijke taal:
‘Ik vind ook niet dat wij, volwassenen, spijbelende jongeren moeten aanmoedigen. En laat me dat debat ook even in perspectief plaatsen. Ik ben geboren in India, een grote vervuiler. Daar ligt niemand wakker van het klimaat. Als we willen slagen, moeten we eerst die landen mee krijgen. Waarmee ik niet wil zeggen dat we niets moeten doen’.
Zoiets verwacht ik van verantwoordelijke volwassenen.
Daarnaast kunnen de kinderen zich afvragen wat ze zelf, realistisch, voor dat klimaat kunnen doen. Wat zou het beste zijn dat ze studeren, zodat ze later kunnen helpen zoeken naar oplossingen? En dat ze misschien kunnen beginnen met praktische acties voor het milieu, zoals zwerfvuil rapen. Dat zal het klimaat niet verbeteren, wel hun directe omgeving. Klein beginnen, dingen doen waar je wel een verschil kunt maken, is ook al iets.
De opdracht van de jeugd ligt echter ook in het begrijpen van andersdenkenden. In het Nederlands is er het boek Ecomodernisme van verschillende Vlaamse en Nederlandse auteurs, en binnenkort Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat van Maarten Boudry. Ook het boek Groene filosofie, Verstandig nadenken over onze planeet van Roger Scruton is een aanrader. Daarnaast zijn er nog interessante werken van Nederlandstalige klimaatcritici, zoals De Staat van het Klimaat van Marcel Crok of Spiegelzee van de hoogleraar Salomon Croonenberg. Je kan zoiets lezen zonder het met alles eens te zijn.
Oproep: de zware klim
Volwassenen moeten daarom duidelijke lijnen trekken als ze communiceren met jullie, klimaatjongeren. De belangrijkste boodschap die een oude generatie aan jullie moet overdragen is geduld. Geduld, jongens en meisjes! De weg naar een bergtop is een zware klimtocht, en die is hoogst vermoeiend. Goede bedoelingen zijn vaak lang niet voldoende om iets te bereiken. Geduld is een vaardigheid die jullie enkel met vallen en opstaan kunnen leren. Zoiets kan gebeuren op de zachte manier – door hulp van wijze ouderen die jullie straffen als jullie veel brossen, bijvoorbeeld. Indien dat niet kan, gebeurt het op de harde manier – doordat jullie zelf botsen met de realiteit. Bij jullie, klimaatbrossers, vrees ik dat het wel heel hard botsen zal zijn, want het establishment duwt jullie enkel maar vooruit, nog harder tegen die muur…
In plaats van jullie aandacht te concentreren op het verminderen van de CO2-uitstoot van de vorige generaties, zouden jullie beter nadenken over het verminderen van de bullshitdampen van diezelfde vorige generaties. Daar kunnen jullie wel iets aan doen. Jullie groeien vandaag op aan de wel zeer dwingende hand van de volwassenen uit de gevestigde orde. De dwingende hand doet zich vriendelijk en zacht voor, maar wil tegelijk niet lossen. Dan moeten jullie de hand zelf radicaal leren loslaten. Daar krijgen jullie in eerste instantie geen applaus voor, het zal een calvarietocht blijken. Een calvarietocht echter van de hoop, herlees het citaat maar eens dat ik niet voor niets vooraan aan dit artikel heb gezet.
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.