Weg met Knecht Ruprecht: hoe ‘Zwarte Piet’ de Duitse groenen inspireert
De knecht van 'Nikolaus' moet in Duitsland op de schop. Hij zou traumatiserend werken.
Santa Claus and Knecht Ruprecht impersonators stand in the parish church Saint Martin for the service in Missen, Germany, 01 December 2017. Over 30 Santa Clauses from various countries met in the Allgaeu region. Photo: Karl-Josef Hildenbrand/dpa Reporters / DPA
Knecht Ruprecht moet weg, vindt de Duitse groene politica Josefine Paul. Haalde zij haar inspiratie bij onze Zwarte Piet?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAls het van de Duitse groene politica Josefine Paul afhangt, moet ‘Knecht Ruprecht’ de wijk nemen. Knecht wie? Wel, Knecht Ruprecht is in Noord- en Midden-Duitsland zowat de tegenhanger van onze Zwarte Piet. Hij begeleidt op 6 december de goedaardige ‘Nikolaus’. De roede en de zak die hij bij zich draagt voor ‘stoute kindjes’, gelden als symbool van zijn ‘boosaardigheid‘. Heeft mevrouw Paul, co-fractievoorzitster van de Grüne in het parlement van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, zich misschien laten inspireren door de ‘Zwarte-Piet-heisa’ in Nederland en Vlaanderen?
Ruprecht is een duivel
Met racisme kan het niet te maken hebben, want Knecht Ruprecht is niet zwart. Wel met psychologie en hysterie. Volgens Paul is die figuur niet ‘zeitgemäss’, niet meer van deze tijd. Knecht Ruprecht zou de kinderen onnodig schrik aanjagen en dat zou niet sporen met de hedendaagse theorieën over opvoeding. ‘Nikolaus’ is inderdaad een mooie traditie, maar kinderen zouden zich volgens haar op die dag moeten verheugen in plaats van bang te zijn dat ze niet braaf genoeg zouden geweest zijn. Paul vindt dat Knecht Ruprecht beter een zak met snoepgoed zou dragen dan te dreigen met de woorden ‘Wenn du nicht artig warst ….’ (‘als je niet aardig was ….’) . Erfgoedvorser Manfred Becker-Huberti treedt Paul bij: in Ruprecht zou ‘Precht’, een oud woord voor duivel, steken en de zak zou de hellemond symboliseren. En hij voegt er aan toe: ‘Denn nicht das Böse, sondern das Gute soll am Nikolaustag im Vordergrund stehen’ (‘Want niet het boze, maar het goede dient op de dag van Nikolaus op de voorgrond te staan’).
Roze wolk
Tja, dit gaat over een gebruik dat al vele eeuwen meegaat. Als we er nu pas achter komen dat het kinderheil bedreigd is, hoe komt het dat Duitsland al zovele calamiteiten overleefd heeft en er nog altijd staat? Willen we een overbeschermd kind of een dat weet dat het leven niet alleen op roze wolken drijft? Of moeten de Duitsers hun kinderen ook al die gruwelijke sprookjes van de Gebroeders Grimm besparen? Hoeveel wijsheid meer zit er niet besloten in het denken van Franz Fühmann (1922-1984), een auteur die afkomstig was uit het Sudetenland (het voormalige Duitstalige gedeelte van Tsjechoslowakije) en die zich bij zijn terugkeer uit Sovjet-Russische krijgsgevangenschap vestigde in de DDR, de Oost-Duitse communistische staat. Fühmann heeft heel zijn leven lang gepiekerd over de verleiding – eerst door het nationaalsocialisme, later door het marxisme – en over goed en kwaad, om dan uiteindelijk de geestelijke kluisters brekend door te stoten tot de idee van de vrijheid. Fühmann zou de wenkbrauwen gefronst hebben, mocht hij uit de mond van Josefine Paul vernomen hebben hoe erg het toch is om een kind met het bestaan van het boze te confronteren.
Spanning
Het leven is niets anders dan ‘Widerspruch’ (tegenspraak, tegenstelling). ‘Der Mythos gibt den Widerspruch wieder, das Märchen schafft ihn weg’, schreef Fühmann: de mythe geeft de tegenspraak weer, het sprookje verwijdert haar. Maar is dat wat de groene Paul wil: dat een kind opgroeit als in een sprookje (Märchen), waar alles goed en zacht en mooi is? Alleen de brave ‘Nikolaus’? De boze Knecht Ruprecht getransformeerd in een brave snoepzakdrager? Fühmann, gelouterd door de ervaringen met het Derde Rijk en de DDR, weet wat geldt: ‘Das Menschliche, das ist der Mensch ganz: in seinen Siegen und Triumphen wie in seinen Nöten und Niederlagen (…)’ (‘Het menselijke, dat is de mens in zijn geheel: in zijn overwinningen en triomfen net zoals in zijn nood en nederlagen)*. Volgens Josefine Paul echter moet een kind behoed worden voor het boze, het angstaanjagende, maar het is net dit laatste wat het goede, het reddende, doet oplichten. Het is net de spanning, de Widerspruch van goed en kwaad – hier heel concreet Nikolaus en Knecht Ruprecht – die het kind voorbereidt om sterk te staan in de wereld, om in de woorden van Fühmann overwinningen te smaken en nederlagen te verwerken.
Memel
Heeft groene Paul de doos van Pandora geopend in Duitsland? Gaat de eeuwenoude traditionele figuur van Knecht Ruprecht op de schop? Gaat ‘het’ daar ook beginnen? Dat er weeral een westerse traditie moet worden gesloopt, duidt aan ‘hoezeer de memel zit in de balken van het ‘Huis van de Duitse denkers en dichters’.
* Franz Fühmann, Der Sturz des Engels. Erfahrungen mit Dichtung, München 1985, p. 212.
Categorieën |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
De Duitse regeringspartijen kregen bij deelstaatverkiezingen zware klappen. En nu beginnen er koppen te rollen bij groen en bij rood.