JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Kurt Moons en Pro Flandria: lobby of loge?

Karl Drabbe13/11/2012Leestijd 3 minuten

Kurt Moons (1963) is het prototype van de Vlaamse gentleman-ondernemer. Vriendelijk, voorkomend, ondernemend, en met een hart voor de gemeenschap waarvoor hij zijn verantwoordelijkheid opneemt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na zijn universitaire studies werd hij de eerste ‘gediplomeerde’ die aan de slag ging bij Brantano, toen nog een kleine speler op de retailmarkt van schoenen. In 1996 werd hij er algemeen directeur. Hij stuwde de ondertussen in Vlaanderen wereldbekende schoenwinkel op in de vaart der ondernemingen door een beursgang in 1997 en door korte tijd later de Britse afdeling te stroomlijnen. Zo verdiende hij zijn sporen in de ondernemerswereld. Tien jaar later, in 2008, stapt hij op als ceo bij Brantano. Na een korte omzwerving bij Santana – bekend van kurkvloeren – kwam hij terecht bij Eddy Merckx, waar hij – eveneens als ceo – vooral een groei moet realiseren van het fietsenbedrijf.

In zijn professionele carrière legde hij tot voor een drietal jaar geen Vlaams engagement aan de dag, noch maakte hij als oud-lid deel uit van het ‘old boys network’ van het KVHV – Moons staat niet vermeld in het gelijkaardig getitelde hoofdstuk in Vlaamse vaandels, rode petten, het boek over de geschiedenis van het KVHV. Maar ingeweken in Beersel, in de Vlaamse rand rond Brussel, begon zijn Vlaamse hart van weleer weer te kloppen. Tijdens een 11 julitoespraak in Halle lichtte hij zijn ‘roeping’ toe: ‘het oprechte gevoel van onrechtvaardigheid in de behandeling van de Vlamingen in het algemeen ten overstaan van een veelvuldig voorkomend profitariaat ten zuiden van de taalgrens, en het totaal gebrek aan respect van Franstaligen ten overstaan van “cette langue de paysan” duwden me in de richting van een actief op te nemen rol in die Vlaamse Beweging, liefst op de achtergrond.’

Via enkele bevriende ondernemers, actief in Pro Flandria, knoopte hij de banden met de Vlaamse Beweging structureel terug aan. Sinds september 2011 is hij voorzitter van Pro Flandria, ‘Vlaams netwerk van ondernemers en academici’ dat hij verder wenst uit te bouwen. Zo probeert hij te werken aan de ‘sensibilisering van de bedrijfswereld voor de zelfbestuurgedachte’, zoals hij Doorbraak uitlegt. ‘Vooral via informatie en communicatie’ wil hij ‘de leden aanzetten tot het verspreiden van de autonomieboodschap aan twijfelaars in het bedrijfsleven.’ Het netwerk van Pro Flandria lijkt daar wel weggelegd, ook al doet het heel wat moeite om geen namen van leden bekend te maken. Alsof het een loge is die in de beslotenheid wil netwerken en werken aan één ultiem doel: Vlaams zelfbestuur. En net als een vrijmetselaarsloge wil Pro Flandria vanuit de diepte ‘ijveren voor Vlaams zelfbestuur vanuit een niet-partijpolitieke benadering’. ‘Vanuit die positie moet het mogelijk zijn via lobbying te wegen op een strategische invulling van zelfbestuur.’ Pro Flandria doet dat vanuit een nogal evidente klassiek-liberale invalshoek – het zijn nu eenmaal vooral ondernemers – maar ook met een duidelijke maatschappelijk-conservatieve bril op. Daarvan getuigen de twee boeken die Pro Flandria de voorbije paar jaar uitgaf: Grenzen aan tolerantie? en Vlaanderen-Europa. Noodzaak en grenzen van solidariteit. In dat laatste boek ligt de focus sterk op transfers tussen en economische verantwoordelijkheid van regio’s, zowel in België als in Europa. Geen wonder ook dat Pro Flandria een substantiële sponsor is van ProVives, dat zijn financiële steentje bijdraagt tot het functioneren van de Leuvense denktank Vives (Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving) dat onlangs nog in een publicatie aantoonde dat het nettobedrag aan transfers tussen noord en zuid in België tot 16 miljard euro oploopt (zie ook Doorbraak november).

Ook toen Moons voor het publieke forum betrad, hamerde hij op die ondernemersachtige sociaaleconomische hamer. Op 22 april organiseerde de Vlaamse Volksbeweging in Dilbeek een spoedmeeting. Als ‘uitgesproken voorstander van de vrije markt en het kapitalisme’ uitte hij er harde woorden aan het adres van de Belgische gezagsdragers: Vlaanderen ‘verarmt’ door de transfers, die helemaal ‘niet dynamiserend’ werken; ‘de lijst van nieuwe belastingen die op de schouders van de werkende bevolking en de ondernemingen wordt gelegd, is ellenlang en te veel om op te noemen’; er bestaat een ‘Belgische graaicultuur’ die vooral Vlaanderen treft want ‘als jullie weten dat 75 % van het Belgisch bruto binnenlands product geleverd wordt door Vlaanderen en dat 86 % van de Belgische export vanuit Vlaanderen komt, dan zal het jullie wel duidelijk zijn dat de Vlamingen weerom het eerste en grootste slachtoffer zijn van deze maatregelen die de werkende bevolking treffen.’
Het is een rationeel en zelfs objectief discours dat Moons hanteert. Een discours dat de zogenaamde Vlaamse grondstroom recht in het hart treft. En mocht u het zich nog afvragen, neen, Kurt Moons is géén familie van VVB-voorzitter van Guido Moons.

Categorieën
Personen

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties