Laat kinderen Willy Vandersteen lezen!
Ook hedendaagse kinderen hebben behoefte aan echte verhalen
De nieuwe albums van Suske en Wiske zijn best te pruimen. En toch valt aan een oude Vandersteen niet te tippen.
foto © Standaard Uitgeverij
Die oude Suskes en Wiskes van de rode reeks, dat is niet enkel verzamelmateriaal in een imposante boekenkast.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMijn oudste dochter van acht leest graag Suske en Wiske. Liefst de albums van Willy Vandersteen, en dan nog best die zonder Jerom. Dat zijn en blijven de beste. Een voorkeur die in de familie zit: mijn vader zei me net hetzelfde toen ik zelf nog een snotaap was.
Een week of twee geleden bood Doorbraak drie recente strips aan als promotiepakket: ‘Het Gewiste Wiske’, ‘Team Krimson’ en ‘De Preutse Prinses’. Onze voorkeur voor de ‘gouden ouden’ blijkt nog steeds terecht. Toch zijn de drie albums nog wel te pruimen. Mijn dochter vond het prinsessenverhaal het beste, terwijl ik af en toe moest lachen bij het Krimson-verhaal. Ook dat Lambik op een cruciaal moment over een deelstep viel in ‘Het Gewiste Wiske’ vond ik best wel leuk: ik deel graag deelstep-grapjes op mijn Facebook-account. Maar ‘De Sprietatoom’, ‘De Bokkenrijders’, ‘De Zwarte Madam’ en ‘Het eiland Amoeras’, dat zijn en blijven haar en mijn favorieten.
De terugkeer van de Zwarte Madam
Neem nu ‘Het Gewiste Wiske’. De Zwarte Madam, nochtans één van mijn favoriete slechteriken, is heel wat minder griezelig in dit album. De auteurs lijken dit wel te beseffen, want ze wilden dit compenseren met het zeer verschrikkelijke plan van de Madam: de wereld moet om zeep! Dat klinkt misschien bekend bij de klimaatjeugd, maar het voegt niets toe aan het verhaal. Evengoed had ze met een toverspreuk kunnen afkomen dat alle frieten van het land zou veranderen in spruitjes. Als gedachtenexperiment is dat eigenlijk veel verschrikkelijker.
Dan komt Sus Antigoon op de proppen, en daar maken de auteurs een grote fout tegen de geest van de meester: Antigoon werkt in deze strip mee met de Zwarte Madam, enkel en alleen om zijn eigen hachje te redden. Het klopt wel dat Vandersteen Sus Antigoon met verve opvoerde als een grote dronkenlap. Toch zou Sus, als imperfecte maar plichtsbewuste vaderfiguur, altijd klaarstaan om zichzelf zonder aarzelen op te offeren voor de goede zaak (lees maar hoe hij op een gegeven moment verdwijnt in ‘Het Eiland Amoras’).
Vandersteen had namelijk een duidelijk beeld over zijn antihelden als Sus Antigoon of Lambik: ze worden misschien tot het slechte verleid, maar er is altijd een grens, er is altijd een kern van morele moed die ze bewaren. Lambik zou nog kunnen wijken uit tijdelijke lafheid (waarna hij echter steevast terug opstaat, soms zelfs met leeuwenmoed), maar het spook geeft nergens blijk van deze zwakte bij Vandersteen.
Een echte Vandersteen
Wat een verschil met de klassiekers. Neem nu ‘De Bokkenrijders’: de mythologische scène waar de helden van een mysterieuze vliegende, brandende koets sprongen, en pijnlijk door het dak heen in een huis belandden. Lambik bleef echter, met de wapens, in het plafond hangen. Nog maar net smakten Suske en Wiske, zonder wapens, op de grond, of de slechteriken vielen hen aan. De kinderen liepen moedig naar boven, maar net als ze boven aankwamen, viel Lambik zelf, met wapens en al, naar beneden. Hierdoor konden de helden zich niet verdedigen en werden ze in een zowel grappige, ontroerende als spannende scène gevangengenomen, geniaal getekend ook in die vroege ruwe stijl – en zo toonde Vandersteen zich een meester in de superieure kolderieke fantasie voor het hele gezin.
Ik spreek graag met kinderen over wat ik zelf als kind goed vond. De strips uit de gouden tijd van Willy Vandersteen, Marc Sleen (Nero), Hergé (Kuifje), Goscinny (Lucky Luke en Asterix), Charlier (Jan Kordaat, Buck Danny, Roodbaard, Blueberry, …), Hans G. Kresse (Eric de Noorman en de Indianenreeks), Marten Toonder (Tom Poes), enzoverder – die kwaliteit is sindsdien nog maar zelden geëvenaard. Niet altijd omdat de verhalen toen logisch in elkaar zaten, wel omdat er ziel inzat, vuur, humor, cultuur, een kwistige scheut onschuld op een bedje niet-pretentieuze wijsheid.
Vandaag mogen verhalen kinderen niet meer uit hun kinderwereld halen maar toch moeten ze ‘woke’ zijn, hip, flitsend, hedendaags, en mag het vooral progressieve ouders niet voor het hoofd stoten. Met als resultaat: dunne, zoutloze soep.
Ja, kinderen zijn het slachtoffer van een heuse cultuurstrijd: men duwt massaal allerlei poco-woko ideeën door het strot van je kinderen. Ik zwijg daar alvast niet over tegen mijn kinderen. Het moet gezegd, wat betreft wokeness valt het nog wel goed mee in de drie nieuwe Suskes en Wiskes waarvan sprake: de klimaatbeweging komt even aan bod, ook #metoo (in de vorm van een nogal snelle beschuldiging van ‘ongewenste intimiteiten’ bij Lambik als hij de prinses wil kussen), maar telkens met een luchtig-kritische knipoog. Gelukkig.
Kinderen hebben nood aan echte verhalen
Het is overigens niet zo erg als kinderen soms echte pulp lezen, ja, het zijn echte rotzooimagneten. Wel erg is dat kwaliteit niet eens in hun woordenboek geraakt, gewoon omdat ze er niet mee in aanraking komen. Het wordt moeilijker en moeilijker om in de populaire cultuur nog iets van waarde te vinden. Dat wil niet zeggen dat alles wat nu geproduceerd wordt waardeloos is, maar je moet steeds harder zoeken. De eerste slachtoffers daarvan zijn de kinderen, want bij hun latere culturele keuzes bouwen ze uiteraard verder op wat ze als kind al goed vonden. Ik besprak deze leemte in de kindercultuur al eerder hier op Doorbraak.
Maar ouders en andere volwassenen kunnen wel degelijk iets doen. Die oude Suskes en Wiskes van de rode reeks, dat is niet enkel verzamelmateriaal in een imposante boekenkast. Veel belangrijker is de culturele overdracht ervan naar de volgende generatie. Het is bovendien een verrijking voor kinderen om in contact te komen met culturele uitingen uit pre-digitale periodes. Koop geen recente rommel waar je niet achter kan staan, maar probeer kinderen met jouw favoriete stripklassieker te verrassen (sommigen worden heruitgegeven, zoals ‘De Bokkenrijders’ – koop die).
Praat met je kind over wat jij goed vindt en waarom. Waarom ook het gros van de recente strips, het gros van de recente kinderboeken, het gros van de recente kindertelevisie, nog niet aan de navel komen van de klassiekers. Dat is zeker ook het geval met kinderromans. Als je voorleest, zoek dan dingen waar jij ook achter kunt staan – als je het zelf al in jouw tijd goed vond, is dat een plus. Ga er maar gerust van uit: vandaag is een duistere tijd wat betreft kwaliteit. Je kinderen kunnen best jouw licht gebruiken.
Het volledige stripaanbod van Doorbraak vindt u op onze online stripwinkel — die nog elke dag uitgebreid wordt.
Tags |
---|
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.