Forum
Landbouwers verdienen zekerheden
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) bepleit een herstel van zekerheid voor de landbouwsector.
—
Jo Brouns (cd&v) is de Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns.
foto © Belga
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) bepleit een herstel van zekerheid voor de landbouwsector.
Uit heel Europa kwamen boeren actie voeren in Brussel. Hogere lasten op diesel in Duitsland, de stikstofimpasse bij ons of onfaire internationale handelsverdragen als Mercosur in Frankrijk, altijd lijkt het wel een ander strootje dat de kar door zijn as doet gaan. Na vier jaar etterende onvrede geven de landbouwers overal in Europa het signaal dat het anders moet.
Wie met onze boeren praat – en dat heb ik de voorbije jaren uren- en dagenlang gedaan – hoort steeds vaker hetzelfde verhaal. ‘Vroeger moesten we met de onzekerheid van het weer omgaan’, klinkt het dan, ‘hoe onvoorspelbaar de natuur ook kan zijn, het blijft de essentie van onze stiel. Daarna is daar de onzekerheid van de prijzen in een geglobaliseerde markt bijgekomen, die duwt prijsnemers richting schaalvergroting. En nu is er nog de onzekerheid van het beleid bijgekomen. Niemand heeft nog zekerheid over een vergunning, regels veranderen om de haverklap.’
De overweldigende meerderheid van de landbouwers in Europa zijn nog altijd familiale ondernemers. Ze denken niet in kwartalen, maar in generaties. En met al het werk dat er voor hen op de plank ligt, is protesteren en actie voeren echt het allerlaatste dat ze willen doen. Maar ze worden ongenadig geplet tussen de krachten van de globalisering en een steeds uitdijende overheid. Daar komt nog de klimaatverandering bij die hun bedrijfsvoering – veel meer nog dan andere sectoren – rechtstreeks bedreigt.
Zekerheden herstellen
En dus is het tijd om zekerheden te herstellen. Op vlak van Milieu en klimaat betekent dat niet de ambities verlagen, wel de aanloop een stuk langer maken. Eerder dan goed klinkende doelen te stellen, moet het de bedoeling zijn om als overheid landbouwers extra gereedschap aan te reiken.
In plaats van jarenlang te discussiëren over het doel om het gebruik van pesticiden met 30%, 50% of 70% te reduceren, moeten we vanaf dag één kiezen voor een kader waarin onze landbouwers precisielandbouw en nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR sneller kunnen gebruiken. Nieuwe, resistente variëteiten, dieper wortelende of minder droogtegevoelige gewassen… Ook andere nieuwe technieken zoals “renure” – het maken van organische kunstmestvervangers op de boerderij uit dierlijke mest – moet Europa omarmen. Het is maar door onze voortrekkersrol op gebied van innovatie en technologie op te nemen dat we ons zullen wapenen tegen de klimaatverandering.
Want die klimaatverandering is vandaag een bittere realiteit, en onze landbouwers zijn de frontsoldaten. Extreme hitte, langdurige droogte en grootschalige overstromingen bedreigen het landbouwareaal in grote delen van de wereld. We weten vandaag al dat de ideale teeltzones geleidelijk naar het noorden zullen opschuiven. Volatiele prijzen zijn de nieuwe norm, kijk naar olijfolie, chocolade of aardappelen. De ECB waarschuwt voor aanhoudend hoge voedselinflatie door oogstmislukkingen. Volgens de Gentse econoom Gert Peersman zal voedselinflatie in het rijke Westen zelfs het belangrijkste economische gevolg van de klimaatverandering zijn. In Oekraïne zien we hoe Poetin van voedsel een geostrategisch wapen maakt.
Strategische autonomie
Strategische autonomie voor Europa moet dus het nieuwe kompas zijn van ons landbouwbeleid. Dat vertaalt zich op vele verschillende manieren: enerzijds is er bijvoorbeeld opletten met bijkomende Europese natuurdoelstellingen waarbij we vruchtbare landbouwgronden omzetten in natuurgebieden of extensiever gaan bewerken. Vruchtbare gronden zijn een bijzonder waardevol actief waar verstandig mee moet omgesprongen worden. Elders in de wereld weten ze dat, daarom kopen de Chinezen bijvoorbeeld landbouwgronden op in Europa, we moeten dat ook dringend beseffen. Anderzijds is er evenzeer onze afhankelijkheid van overzeese import voor veevoer. Daar moet de hele keten zich erop richten om de veehouderij meer circulair te maken, en van oudsher reststromen op te waarderen of voeder te gebruiken dat niet geschikt is voor menselijke consumptie.
Een pleidooi voor autarkie is dat niet. De Vlaamse agro-economie exporteert en importeert, daar is niets mis mee en internationale handel verhoogt juist de voedselzekerheid in de wereld. Wel moeten we waken over het gelijke speelveld: handelsverdragen waarin we import minder strenge eisen opleggen dan onze eigen producenten zijn vandaag niet meer verdedigbaar.
Het Europese landbouwbeleid heeft gebreken, maar de troeven moeten we misschien ook weer luider durven onderstrepen. Het heeft de Europese landbouw in al zijn diversiteit gegarandeerd: van intensieve kassenlandbouw in Nederland tot de boer die nog melkt in de wei en zelf tot kaas verwerkt in Slovenië. Dat blijft een Europese prestatie van formaat: dat al die verschillende lokale contexten overeind zijn gebleven zonder onze landbouw tot eenheidsworst te maken.
Frans Timmermans
Dat de marktomstandigheden in het nadeel van onze landbouwers spelen is geen geheim. De voedselketen is zo gestructureerd dat er vele kleine aanbieders zijn en maar een paar grote afnemers. Dat zorgt voor een onevenwicht in marktmacht dat van onze boeren prijsnemers en geen prijszetters maakt. Een koe kan je bovendien niet op economische werkloosheid zetten tot de prijzen beter worden. Op federaal vlak werken we daarom aan meer transparantie over de verdeling van de marges in de keten. Op Europees niveau onderzoeken we hoe we de mededingingsregels kunnen verruimen om afspraken te maken over duurzame productie door de hele keten. Het is evident dat verduurzaming en een constante race to the bottom voor de prijzen niet met elkaar te verzoenen zijn.
Maar de onzekerheid over het weer en over de prijzen horen ergens bij het boerenbestaan. Het is nooit anders geweest. De onzekerheid die van het beleid voortkomt, is vandaag nog het meest een doorn in het oog. Onlangs zei de voormalige EU-commissaris Frans Timmermans op een lezing dat de Nederlandse veehouderij en glastuinbouw zouden moeten inkrimpen of verdwijnen naar het buitenland. Dat verklaart natuurlijk meteen de hevigheid van de recente protesten: het gaat dan niet langer over een terechte en noodzakelijke vraag om te verduurzamen, maar over inkrimpen of ophoepelen. Vergunningen bieden dan niet langer de zekerheid om een bedrijfsvoering op uit te bouwen, maar zijn tijdelijke gunsten van de overheid. Dat is een klimaat waarin geen enkele ondernemer kan overleven en die effecten zien we helaas vandaag al. Vorig jaar zijn er amper 423 landbouwondernemers gestart in Limburg. Dat zijn er bijna de helft minder dan vijf jaar geleden.
Alle problemen zijn oplosbaar, en alle uitdagingen kunnen onze landbouwondernemers aan. Dat bewijzen ze vandaag al: de duurzame manier waarop ze produceren is in de rest van de wereld een voorbeeld. Maar dan moeten we hen daartoe wel de kans blijven geven.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Jo Brouns (cd&v) is de Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.
Paul Becue, Karel Vermeyen en Jürgen Constandt: ‘Het is de enige manier om onze zuiderburen zich verantwoordelijk te laten gedragen.’
De ontmanteling van de stopgezette kernreactoren is nog niet begonnen, laat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle weten. Alles blijft mogelijk.