JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Let op voor de belgianisering!

De N-VA en het Tony Herbert-syndroom

Bart Maddens12/1/2016Leestijd 4 minuten

Vlaamse Bewegers doen er goed aan om uiterst argwanend te staan tegenover vroegere radicale Vlaams-nationalisten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De figuur van Tony Herbert heeft mij altijd gefascineerd. Als je in de eerste helft van de jaren twintig van de vorige eeuw aan de Vlaams-nationalistische studenten had gevraagd: ‘Wie is hier de radicaalste der radicalen ?’, dan hadden ze zonder aarzeling geantwoord: Tony Herbert! Dat heeft mijn grootmoeder zaliger, Clara Defraeye, mij ooit nog verteld. Zij was in die periode één van de eerste vrouwelijke studenten aan de Leuvense universiteit. Ook zij kende Herbert toen als dé separatistische scherpslijper bij uitstek. Tien jaar later speelde Herbert een cruciale rol bij de oprichting van het VNV. Bij die gelegenheid, in oktober 1933, riep hij op tot radicaal verzet tegen al wat ‘Vlaanderen knelt en teneerdrukt: de Belgische geest, de Belgische atmosfeer, de Belgische staat’. 

Maar amper vijf jaar later, in 1938, luidde het helemaal anders: ‘Nu van Wallonië uit geen gevaar meer dreigen kan voor onze bloeiende cultuur en ons ganse nationale leven, nu het bezit van de macht ons in een nabije toekomst te wachten staat, mag een brutale afrekening met dat onzalige verleden ook de toekomst van ons volk niet in gevaar brengen.’ Separatisme zag Herbert nu als een ‘onbegrijpelijke en dwaze aftocht nadat de overwinning virtueel is behaald.’Want als de Vlamingen de macht konden uitoefenen in België, dan hoefde separatisme niet meer. Nadien is Herbert nog verder opgeschoven naar een rabiaat en extreem-koningsgezind Belgisch nationalisme. 

Het eerste citaat hierboven zou ook kunnen komen van Peter De Roover 1 (die van de Vlaamse Volksbeweging), het tweede – bijna – van Peter De Roover 2 (die van de N-VA). Want in zijn replieken op de vlijmscherpe kritiek van Jean-Pierre Rondas dit weekend in De Standaard kwam De Roover 2 verdacht dicht in de buurt van wat Tony Herbert 2 verkondigde: ‘Als je niet wil zien dat deze regering twee derde van de Vlaamse kiezers vertegenwoordigt. Is dat dan geen zelfbestuur?Au fond is dit een Vlaamse regering, met een Franstalige premier. Je zou de MR de Vlamingen van Wallonië kunnen noemen, diegenen die aansluiten op de grondstroom in Vlaanderen’. Met andere woorden, als de Vlamingen (inbegrepen de ‘Vlamingen van Wallonië’) het voor het zeggen hebben in België, dan is het zelfbestuur gerealiseerd, en hoeft België niet meer te worden gesplitst. 

Geef ons wapens!

Maar toegegeven, deze vergelijking tussen Peter De Roover en Tony Herbert is meer dan een beetje stout en niet echt fair. Tot nader order horen we De Roover nog geen fervent pleidooi afsteken vóór België. Hoogstens zit hij bovenaan het hellend vlak daar naartoe. Mijn punt is echter vooral het volgende: de geschiedenis toont aan dat zelfs de meest radicale flaminganten tot goede Belgen kunnen metamorfoseren. Men zou zelfs geneigd zijn te zeggen: vóóral de meest radicalen kunnen dat. 

Denk aan Wilfried Martens: op het einde van de jaren 1950 een waardige opvolger van Tony Herbert als meest geëxciteerde flamingante tafelspringer. Als het ‘Geef ons wapens’-verhaal al een mythe was, dan zegt de hardnekkigheid daarvan genoeg. Maar dat heeft Martens niet belet om zich te ontpoppen tot één van de meest vurige verdedigers van België en de monarchie. De case van Bert Anciaux besprak ik hier al eerder. In 1992 is hij verkozen tot voorzitter van de Volksunie dankzij zijn rebels Vlaams-nationaal radicalisme. Tien jaar later liet hij zich als federaal minister verleiden tot een ontroerende lofzang op België. 

Paulus en Anakin

Dat de meest radicalen soms het minst standvastig zijn in hun overtuiging is een vreemd en moeilijk te verklaren verschijnsel. Maar het lijkt in de collectieve verbeelding intuïtief zo te worden aangevoeld. Hoeveel verhalen bestaan er niet over supervrome religieuzen die met succes door de duivel worden verleid? En was het niet uitgerekend Star Wars-held Anakin Skywalker, de vurigste van alle Jedi-ridders, die overstag is gegaan voor de Dark Side? Omgekeerd was Saulus volgens de overlevering een van de meest fanatieke christenvervolgers vóórdat hij zich, als Paulus, bekeerde tot een van de meest gedreven volgelingen van Christus.   

Versta mij niet verkeerd. Men moet hier niet sentimenteel of dramatisch over doen. Het woord ‘verraad’ zul je mij niet horen gebruiken. Iedereen heeft het recht om van gedacht te veranderen. Maar het is wel een realiteit die men nuchter onder ogen moet zien: het is niet omdat iemand op een bepaald moment uitblinkt in Vlaams-nationale radicaliteit, dat hij immuun is voor belgianisering. Het lijkt eerder het tegendeel. 

Geruststellende signalen

Vlaamse Bewegers doen er dan ook goed aan om uiterst argwanend te staan tegenover die vroegere radicalen. Want het Tony Herbert-syndroom loert altijd om de hoek. En als het dan zo is dat de N-VA-politici hier nog niet door zijn aangetast, wat ik graag wil geloven, dan zou het toch goed zijn dat ze dat op geregelde tijdstippen ook duidelijk maken: dat ze geruststellende signalen uitsturen naar de Vlaams-nationale achterban. De uitlatingen vorige week van Liesbeth Homans over het einde van België waren zo een signaal. Net als de ontvangst van de ICEC-delegatie door Jan Jambon en zijn verklaring dat Catalonië de N-VA een regeringscrisis waard is. Ook de communautaire stukken van Hendrik Vuye en Veerle Wouters op knack.be zijn geruststellende signalen. 

Die signalen ontbraken echter volledig in de a-communautaire nieuwjaarstoespraak van Bart De Wever. Ze ontbraken eigenlijk ook in de antwoorden van Peter De Roover op de kritiek van Jean-Pierre Rondas. Er zit niet veel Vlaams-nationaal vuur meer in het discours van De Roover. De anti-Belgische uitspraken van Homans worden gerelativeerd. Het vertoog is akelig gepolijst en hyper-pragmatisch (‘Wat mooi, het lijkt wel een officiële toespraak’, repliceerde Rondas sarcastisch). Wat De Roover zegt is vermoedelijk tot het laatste woord doorgesproken met de apparatsjiks van de communicatiedienst. Wat Liesbeth Homans en Jan Jambon verkondigden duidelijk niet. Zij spraken nog vanuit hun Vlaams-nationaal hart. 

En Geert Bourgeois? Veel geruststellende signalen heeft die nog niet uitgezonden. Maar nu zaterdag krijgt hij een unieke kans om zijn leven te beteren, op de nieuwjaarsreceptie van de Vlaamse Volksbeweging.


Alle citaten overgenomen uit : Bruno De Wever, ‘Tony Herbert en het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum’, in: Tony Herbert. Een veelzijdig leven. Verhandelingen uitgegeven door De Leiegouw, XV. Kortrijk, 2015, pp.25-36. Zie ook de bijdragen van Dirk Luyten, Tanguy Eeckhout, Fabrice Maerten en Karel Van Nieuwenhuyse in deze bundel.

Foto: (c) Reporters


Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties