JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De dag dat links de democratie de rug toekeerde

Drieu Godefridi12/9/2018Leestijd 4 minuten
Antifa zijn geen al te grote fans van de politie

Antifa zijn geen al te grote fans van de politie

foto © Reporters / DPA

Terwijl links de rechterzijde beschuldigt van fascisme, zijn zij net degenen die de democratie de rug toekeren: kijk maar naar de Deep State

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de Westerse wereld slaan wij in stomme verbazing een structurele evolutie gade, waarvan we het belang niet mogen onderschatten: links draait de democratie langzamerhand de rug toe. Het is een evolutie van de hoogste orde, die gevaren in zich draagt en verdient dat we er stil bij staan. Laten we twee voorbeelden nemen.

‘Deep State’

Vooreerst is er het Amerikaanse voorbeeld. Terwijl de voltallige pers, de peilingsinstituten en de ‘experten’ het linkse kamp, in de persoon van Hillary Clinton, in november 2016 de overwinning beloofden, werd het verslagen door de kandidaat van de rechterzijde, van de Republikeinen. Verbijstering en beven!

Vanzelfsprekend vallen er historische vergelijkingen te vinden. De Amerikaanse rechterzijde stond niet minder versteld toen ze het presidentschap aan Barack Obama moest laten, terwijl diens ideologisch profiel ver buiten het gewone Amerikaanse lag: een socialist die sympathiseerde met ideologieën zoals de islam, die heel minoritair waren in de VS, die vastbesloten leek zijn land een sociaal zekerheidsstelsel te bezorgen dat op West-Europese leest geschoeid was, die de energieprijzen wilde laten stijgen, de poorten wilde openzetten voor moslimimmigratie, kortom, die van de Verenigde Staten een nieuwe Europese Unie wilde maken.

Amerikaans rechts was geschandaliseerd en er kwam een wildgroei van warhoofdige theorieën, zoals de bewering dat Obama buiten het Amerikaanse grondgebied zou zijn geboren (wat hem zou hebben gediskwalificeerd voor het presidentschap). Maar daar houdt de vergelijking ook wel op, want nooit heeft het gigantische Amerikaanse staatapparaat zich tegen Obama gekeerd toen die eenmaal verkozen was. Maar na de investituur van Trump zijn wij getuige van een radicaal nieuw fenomeen in de Amerikaanse geschiedenis: dat van een ‘Deep State’ die alles in het werk stelt om de Republikeinse kandidaat uit het presidentsambt te verwijderen, al werd die conform het grondwettelijke stelsel verkozen.

Antidemocratisch gekonkel

Op dat gekonkel tegen de democratie hebben we nog geen klaar zicht. Bewezen elementen zijn er, en wel ongehoord zware en niet eerder vertoonde: de Democratische Partij en het FBI (het FBI!) hebben gezamenlijk gezorgd voor financiering, om door een Britse ex-spion die zelf met de Russen samenwerkt een bijzonder goor en vals ‘dossier’ tegen Trump te laten samenstellen. Dit dossier werd dan aan een gespecialiseerde rechtbank voorgelegd om toelating te krijgen om het campagneteam van Trump af te luisteren. Men ging daarbij evenwel frauduleus te werk, en liet de rechtbank onwetend zowel van de echte bron van het dossier, als van die financiering.

Meer in het algemeen gesteld, trad vanaf november 2016 een belangrijke deel van de Amerikaanse federale staat aan, in zijn onderscheiden geledingen, om de president weg te krijgen, onder verschillende voorwendsels waarvan het voornaamste was dat hij het met de Russen zou aanleggen. Er mag op gewezen worden dat de speciaal daartoe aangestelde aanklager Mueller, na twee jaar onderzoek niet het minste materiële feit heeft kunnen opspitten dat in die richting wees (en dat zonder mankeren ook zou zijn ‘gelekt’).

Als we dan verstijfd staan te kijken op de stortvloed van haat die de ‘klassieke’ Amerikaanse pers – massaal links georiënteerd zoals de opinieonderzoeken bij journalisten aantonen – dagelijks over Trump laat neerkomen, dan mogen we toch niet uit het oog verliezen dat het Trump en het Congres zijn die volgens de grondwet de democratische legitimiteit genieten.

Antifa-militie

Een tweede illustratie: de ‘Antifa’-beweging, overal actief in het Westen – toch in de VS en West-Europa: Oost-Europa lijkt er meer gespaard van te blijven. De methoden van de Antifa’s lijken direct verwant aan de maneuvers van de SA (Sturmabteilung) vlak voor de machtsgeep van de Duitse nationaalsocialisten in de jaren dertig. Je ziet een militie – een zwart geüniformeerde militie met maskers, helmen en vlaggen, en met slogans die even martiaal zijn als wraakzuchtig – tienduizenden mannen (en vrouwen) sterk, die op eigen houtje beslist wat acceptabel is en wat niet, buiten elk wettelijk, parlementair of democratisch criterium om. Hun enige actiemiddelen zijn geweld en intimidatie, rechtstreeks of door dreiging met een smeercampagne en karaktermoord op de sociale media.

Als een democratische regering een wet voorstelt of een maatregel uitvaardigt die de Antifa’s niet zint, dan gaan zij de straat op, richten vernielingen aan, slaan en molesteren, en laten achter zich een spoor van bloed en puin.

Laat een rechtse mandataris het ongeluk hebben op een publieke plaats – een restaurant, onder familie – Antifa’s tegen het lijf te lopen, dan zal hij eruit weggejaagd worden, achtervolgd tot op straat, en verplicht om de het oord te verlaten onder spot en beledigingen.

Laat een rechtse intellectueel (horresco referens) op het programma staan op een universitaire campus, of zelfs op privéinitatief in een privézaal, en honderden, soms duizenden Antifa’s zullen ervoor zorgen, desnoods met extreem geweld, dat de spreker niet aan het woord komt, of zelfs niet terplekke geraakt, of nog zijn lezing uit angst afzegt: victorie!

Fascistische methoden

Bij de recente publieke audities van Brett Kavanaugh, naar het zich laat uitzien toekomstig rechter bij het Hooggerechtshof, hebben we Antifa’s het democratische debat zien verstoren met gekrijs, met onderbrekingen van de sprekers, scheldpartijen en dreigementen, om te beletten dat de debatten doorgingen en deze rechter dan niet benoemd zou kunnen worden.

Men kan die methoden op honderd manieren omschrijven – ik kwalificeer ze als fascistisch in strikte zin – zeker is dat ze onder te brengen zijn, niet enkel in de marge van de democratie, maar tegen de democratie gericht. Aan de rechterzijde zien we geen enkel equivalent voor deze extremistische linkerzijde.

Links verliest overal

Dit zijn twee duidelijke symptomen, onder meerdere, dat de Westerse linkerzijde resoluut de steven afwendt van de oevers van de democratie – terwijl ze tegelijk beleidsverantwoordelijken als Francken, Salvini of Trump nazi’s noemt, al genieten precies dezen de volledige democratische legitimiteit.

Die verwijdering mag ons niet verbazen: links verliest overal in de stembus, want onze volkeren keren hen massaal de rug toe vanwege de gevolgen van hun dwaze kuren wat betreft economie, energie, migratie, maatschappijbeeld enzovoort.

Ze mag ons dan niet verbazen, die verwerping van de democratie door links moet niettemin meedogenloos bestreden worden. Weten we immers niet al sinds de oudheid dat het alternatief voor de democratie duizend namen draagt, maar de werkelijkheid ervan slechts één: dictatuur.

vertaling Marc Vanfraechem

Drieu Godefridi (1972) is een Brusselse ondernemer, filosoof en (liberaal) publicist met aandacht voor internationale politiek en klimaatopwarming. Hij is de oprichter van het 'Institut Hayek', een liberale denktank. Hij is een veel gepubliceerd gastauteur in de Franstalige media.

Commentaren en reacties