JavaScript is required for this website to work.
post

Loketjanet

Peter De Roover3/2/2013Leestijd 3 minuten

Opnieuw zorgde een interview met Bart De Wever voor ophef. Hij vindt dat loketbedienden neutraal moeten zijn en ook hun seksuele geaardheid niet mogen uiten. Het regende prompt verontwaardigde reacties. Les van de dag: Vlaamse debatcultuur vandaag = een dag collectief leuteren over een nooit gedragen t-shirt!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Journalist Joël De Ceulaer ondervroeg de Vlaamse partijvoorzitters naar de filosofische wortels van hun engagement en bracht de verhalen uitgebreid in De Standaard. In de meeste gevallen was het ver zoeken naar filosofische wortels maar een boeiende reeks werd het wel. De verschillen in maatschappelijke opvatting kwamen duidelijk aan bod en, geef toe, naar vraaggesprekken van vier dagbladpagina’s is het doorgaans lang zoeken. Stemmen voor de ene partij blijkt toch nog net iets anders dan voor een andere partij. Mooi werk dus.


De Ceulaer begon met een opmerkelijk gesprek met Gerolf Annemans, waarin de nieuwe VB-voorzitter zich verrassend en opvallend presenteerde. Het interview met N-VA-voorzitter Bart De Wever, afgedrukt op 2 februari onder de uitdagende titel ‘de mens is niet goed van nature’, bracht de figuur en diens denken ook mooi voor het voetlicht. Weer een prima artikel.


Maar de voorpagina van de krant kopte groot: ‘Geen homo-T-shirt achter loket’ met als boventitel ‘Bart De Wever opent debat’. Een journalistiek twijfelachtig manoeuvre, want daar ging het helemaal niet over en nergens uit het artikel kan worden opgemaakt dat De Wever dat debat wil openen. Maar meteen was wel het hek van de dam. De passus waar die intussen beruchte T-shirt opdook gaat als volgt:


BDW: “Mag een vrouw een hoofddoek dragen? Uiteraard. Maar niet achter een loket. Wie het gezicht is van de stad Antwerpen, wordt neutraliteit opgelegd. Een loketbeambte mag ook geen t-shirt dragen met het opschrift Eigen volk eerst. Ik wil ook niet dat iemand met een regenboog-T-shirt achter het loket zit.”


Vraag: “Waarom niet?”


“Omdat een homoseksueel via een dergelijke symboliek duidelijk maakt dat hij of zij die obediëntie is toegedaan. En andere mensen herkennen dat.”


Vraag: “En dat mag niet?”


“Nee. Heb ik iets tegen homo’s? Integendeel. Ik heb zeer gewaardeerde partijgenoten die homoseksueel zijn. Maar vind je dat je met zo’n T-shirt achter een loket kunt zitten? Nee. Ik wil bescheiden uitingen van individuele identiteit door de vingers zien, maar een klant bij de stad Antwerpen heeft er geen boodschap aan te weten dat de loketbeambte een homoseksuele islamiet is die voor Vlaams Belang stemt.”


Einde citaat. In deze passage worden open deuren ingetrapt, zou een mens denken, en gelukkig was de rest van het stuk heel wat boeiender. Maar ze zorgde wel een dag lang voor heisa en (gespeelde) opwinding. De rest van het vraaggesprek bleek verder van geen belang meer.


Bart De Wever veroorloofde zich in dit, zoals gezegd voor de rest puik, interview uiteraard een ongelukkige vergelijking. Homoseksualiteit is geen overtuiging en kan vanzelfsprekend niet vergeleken worden met een politieke slogan of een geloofsuiting. Een ‘obediëntie’ – koepel binnen de vrijmetselarij – is het al helemaal niet, zelfs niet in overdrachtelijke betekenis.


De vergelijking is ook heel erg theoretisch. Over wie gaat het hier? Welke Antwerpse loketbediende draagt zo’n regenboog-T-shirt? Maandag misschien wel, als provocatie tegen De Wever, maar tot vandaag is het kledingsstuk niet opgemerkt rond de lendenen van een dienstverlener in dienst van ’t stad. De hele discussie gaat dus over een nooit gedragen stuk textiel.


(Ironisch overigens dat juist N-VA terecht komt in een mediastormpje als homoafkerig terwijl die in de wandelgangen wel eens plagerig ‘de janettenpartij’ wordt genoemd omdat relatief veel verantwoordelijken de herenliefde zijn toegedaan.)


Homofilie is dus geen levensbeschouwing, zoals het dragen van een t-shirt ook geen geaardheid is. Zeggen dat De Wever zich met zijn ‘dress-code’ afzet van een seksuele voorkeur is dan ook flauwe kul. Men kan zich verder de vraag stellen wie het in zijn/haar hoofd haalt om achter een loket vestimentair uiting te geven aan de seksuele geaardheid. Wie zich in zo’n hemdje hult, wil een statement geven. Past zoiets achter een loket?


Laten we ons voorstellen dat een stedelijke loketbediende dergelijk ding rond de torso draagt met het opschrift: ‘Ik ben geen homo’. Op twitter kreeg ik de reactie: “dat is een vorm van homohaat”. Maak die imaginaire homo met regenboog-T-shirt zich dan schuldig aan heterohaat? Kom, laten we eerlijk zijn: kledij met ‘ik ben geen homo’ of ‘ik ben hetero’ hoort niet thuis achter een loket. Moet het omgekeerde dan wel kunnen?


Eigenlijk bestaat er een eenvoudige oplossing. Laat loketbedienden van de stad gewoon beroepskledij dragen, dat is neutraal én herkenbaar. Maar we kunnen ons de voorpagina’s wel dromen als N-VA dat voorstel indient: ‘Bart De Wever wil uniform invoeren’. Weer een dag zwaar facebook- en twitterverkeer verzekerd.

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties