Loon en werkomstandigheden prioriteit in witte sector
Zijn buitenlandse verpleegkundigen de oplossing?
In België is er 1 verpleegster/verpleger per 13 bedden.
foto © Reporters
Het tekort in de verpleegkunde ligt niet enkel aan te kleine instroom, ook te veel verpleegkundigen stoppen voortijdig met het beroep.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVorige week berichtte de pers over dé oplossing voor het tekort aan verpleegkundigen: instroom vanuit het buitenland. Als gedoctoreerde masterverpleegkundige en ondervoorzitter van de Commissie Volksgezondheid in de Kamer doet me dit de wenkbrauwen fronsen. Kunnen we eerst eens werk maken van de olifant in de kamer en de verpleegkunde weer aantrekkelijk maken? De oplossing is heel simpel: trek voor de thuisverpleging de honoraria op en voorzie voor instellingen een hogere, én gefinancierde, normbestaffing (of een hoger opgelegd aantal verpleegkundigen per afdeling én de middelen ervoor), dus meer handen aan een bed.
Typisch Belgisch
Het was weer typisch Belgisch vorige week. Kortzichtige oplossing voor het tekort aan verpleegkunde: we voeren ze in. Kunnen we eerst de hand in eigen boezem steken en erkennen waarom zo weinig studenten hier nog aangetrokken worden tot het beroep verpleegkunde? En waarom de turn-over zo hoog is in de sector?
In de thuisverpleging is het probleem de lage honoraria. Wist u dat een thuisverpleegkundige een 5-tal euro krijgt voor een inspuiting? Dat dekt niet eens de materiaalkost, laat staan de verplaatsing, administratie en toediening. En in de zieken- en rusthuizen is het probleem dat er simpelweg te weinig handen aan het bed zijn. In de ziekenhuizen is dat gemiddeld 1 verpleegkundige per 13 patiënten. Daarmee zitten we in dezelfde regionen als Griekenland, Spanje en Polen. In Scandinavische landen zijn er dubbel zoveel handen aan bed: 1 verpleegkundige per 5 patiënten.
Studies wijzen zwart op wit uit dat te weinig handen aan bed de kwaliteit van zorg verminderen én de kans op burn-outs verhogen. Trek dus de honoraria en de normbestaffing voor verpleging naar boven en het tekort lost zich vanzelf op!
Master verpleegkunde
Met het optrekken van de bacheloropleiding naar 4 jaar is ook de kans gemist om verpleging naar het masterniveau te trekken. Dat geldt in heel wat landen al en was ook de geest van de Europese richtlijn hieromtrent. Verpleegkunde wordt nu als een van de enige opleiding een 4-jarig traject dat niet tot een mastertitel leidt. Toch raar dat beleidsmakers de opleiding en de uitoefening van het beroep onaantrekkelijk maken, om dan verbaasd vast te stellen dat de instroom stagneert, er zoveel collega’s op het terrein er de brui aan geven, om vervolgens als oplossing naar voor te schuiven om buitenlandse werkkrachten aan te trekken.
Zijn verpleegkundigen uit het buitenland dan niet welkom? Of kunnen we er ook niet op inzetten dat inwijkelingen zich scholen tot verpleegkundigen? Zeker wel. Dat gebeurt nu al. Van de gemiddeld 6 233 instromers is 11% al afkomstig uit een ander land. Hen ‘snel snel’ naar hier halen als oplossing voor het tekort – dat niet alleen aan de instroom maar ook door de hoge uitval wordt ingegeven – is niet wenselijk.
Buitenlandse verpleegkundigen moeten, net als alle buitenlandse zorgverleners, een taaltest afleggen. Die geldt vandaag al voor wie van buiten de EU komt en met mijn wetsvoorstel ook voor Europese inwijkelingen die het grootste deel uitmaken. Daarom regelt het wetsvoorstel ook de kennis van de taal van het landsdeel waar de verpleegkundige/zorgverlener zich vestigt en het beroep uitoefent: Nederlands in Vlaanderen en Frans in Wallonië. Medische zorg in eigen taal is niet alleen recht, maar letterlijk van levensbelang. Maar laten we ons geen illusies maken: ook buitenlandse werkkrachten zullen snel uitgekeken raken op de witte sector in de werkomstandigheden die vandaag gelden. Het verbeteren van verloning en werkomkadering moet prioriteit nummer 1 blijven om de witte sector weer aantrekkelijk te maken.
De auteur is ondervoorzitter van de commissie Volksgezondheid en Kamerlid voor de N-VA.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.