JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Meer IQ-testen leveren meer idioten op

Is nieuw coronabeleid doeltreffend?

Ferdinand Meeus19/8/2020Leestijd 3 minuten

foto © Reporters

De recente focus op het aantal besmettingen in de strijd tegen corona is te eenzijdig. Men moet dat absolute cijfer meer differentiëren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het aantal coronabesmettingen neemt snel toe en dat is geen goed nieuws. Maar de juiste context ontbreekt dikwijls in de berichtgeving.  Als je meer IQ-testen doet, dan vindt je automatisch ook meer idioten en meer genieën. Zelfde geldt voor coronatesten. Als je meer mensen test, vind je meer besmettingen. Het aantal besmettingen is bovendien ook sterk afhankelijk van de bevolkingsgroep die je test. Als men het aantal besmettingen vergelijkt van enerzijds mensen die naar dokter of ziekenhuis gaan met anderzijds een willekeurige steekproef van actieve jongeren zonder klachten, dan geeft dit hoogstwaarschijnlijk een ander resultaat.

Subpopulatie en leeftijdscategorie

Een stijging van het absolute aantal besmettingen alleen kan dus niet dienen als basis voor beleid. Dat absolute besmettingscijfer moet worden gedifferentieerd en gerelateerd aan de voorgeschiedenis en veranderingen in de methodiek van het testen. En belangrijk is natuurlijk dat ongeveer 50% van alle besmette personen geen hinder heeft van het virus.

Vandaar mijn suggestie aan beleidsmakers: de recente focus op aantal besmettingen is te eenzijdig, je moet dat absolute cijfer meer differentiëren naar het procentueel aantal besmettingen in een bepaalde subpopulatie en leeftijdscategorie. Je kan ook beter kijken naar het aantal opnames in intensieve zorgen en naar de situatie in woonzorgcentra. Daar ligt namelijk de grootste uitdaging.

Statbel

Bijna alle coronadoden behoren tot 75+ met het grootste aantal in de 85+ leeftijdscategorie. Als we zonder emoties kijken naar enkel en alleen de dodencijfers, dan is het duidelijk dat het grootste deel van alle ‘coronadoden’ behoort tot de 75+ groep, met het hoogste aantal in 85+ . De gegevens kunnen worden afgeleid uit de evolutie van de sterftecijfers in België van STATBEL .

We kunnen met grote zekerheid aannemen dat de piek in sterftecijfers hoofdzakelijk komt van het coronavirus. De STATBEL-cijfers geven een betrouwbaar beeld van de sterke stijging in totaal aantal doden (alle oorzaken) per leeftijdscategorie in de periode van 15 maart tot einde mei, het hoogtepunt van de coronacrisis. Het mogelijk dodelijk effect van het virus is zeer leeftijdsgebonden. En afhankelijk van het feit of de betroffen persoon al een reeds bestaande ziekte had. Dat laatste belangrijk punt leren we uit het rapport van Sciensano, de overheidsdienst voor gezondheidszorg, ook een onderzoekscentrum.

Een reeds bestaande aandoening

Als we de STATBEL-cijfers over aantal doden (alle oorzaken) combineren met het rapport van Sciensano over coronapatiënten  die in het ziekenhuis werden opgenomen dan wordt het duidelijk dat 92% van alle gerapporteerde coronadoden ook één of meerdere reeds bestaande aandoeningen had.

Het rapport van Sciensano geeft zeer nuttige en gedetailleerde informatie over coronapatiënten in ziekenhuizen tussen 15 maart en 14 Juni. Hierbij werd gekeken naar de zogenoemde ‘comorbiditeiten’ of de al bestaande aandoeningen van de opgenomen coronapatiënten per leeftijdscategorie. Het hoogste aantal coronadoden had twee en drie comorbiditeiten (al bestaande aandoeningen)  Meer details vindt u in figuur 11 van het boven vermelde rapport waar het aantal gerapporteerde coronasterfgevallen per leeftijdscategorie en per comorbiditeit is weergegeven.

Niet het beste middel

De opsplitsing van de coronasterfgevallen per leeftijd en comorbiditeit geeft een duidelijk beeld van het (dodelijk) effect van het virus op de bevolking. Deze info is een betere basis voor goed beleid, vergeleken met enkel een focus op het aantal besmettingen.

Slechts een minderheid (8%) van alle coronadoden had geen ‘al bestaande aandoening’. De mogelijke discussie over sterven door of met corona brengt echter geen meerwaarde voor het te voeren beleid dat zich best kan richten op het verminderen van het aantal doden en zware zieken. Maar een algemene regel voor alle leeftijdscategorieën lijkt mij op zijn minst niet het beste middel om dat doel te bereiken.

Meeste besmettingen niet dodelijk

De cijfers van het Sciensano-rapport bevestigen nogmaals dat het coronavirus hoofdzakelijk dodelijk is voor mensen in de 65-75+ groep in combinatie met één of meerdere al bestaande aandoeningen . Als belangrijkste aandoeningen vermeld het rapport hart-vaat ziektes,  hoge bloeddruk, diabetes, nier-long ziektes, obesitas, waarbij laatste aandoening pas vanaf 3 april als bestaand gezondheidsprobleem staat geregistreerd.

Het allergrootste deel van onze bevolking moet dus geen schrik hebben van corona als mogelijke doodsoorzaak. De meeste besmettingen zijn immers niet dodelijk. Het is te betreuren dat vele media enkele uitzonderingen op deze regel opblazen zonder de nodige context te geven.

Nieuw beleid op basis van hoogste risicogroepen?

Als men zonder emoties naar de cijfers kijkt van STATBEL en van het Sciensano-rapport, dan moet men zich de vraag durven stellen of een algemene regel voor alle leeftijdsgroepen nuttig is. Dat vergt een enorme inspanning van de ganse bevolking waarvan het nut niet meteen uit de cijfers blijkt. Dan heb ik het bewust niet over de catastrofale gevolgen voor onze economie.

Waarom niet een nieuw beleid met als voornaamste doel de bescherming van de gekende hoogste risicogroepen zoals 65-75+ met een reeds bestaande aandoening en natuurlijk de nodige aandacht voor andere zwakke groepen uit onze samenleving?

Ferdinand Meeus is doctor in de wetenschappen, fotofysica en fotochemie.

Commentaren en reacties