Meester-typograaf Louis Van den Eede (1929-2023)
Boekverzorger van de hoogste orde
Louis Van den Eede.
foto © gf
Louis Van den Eede (1929-2023), meester-typograaf, tilde de boekverzorging in Vlaanderen naar een hoogtepunt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 30 januari jongstleden overleed op 93-jarige leeftijd in zijn woning te Hove meester-typograaf Louis Van den Eede (Hoboken, 1929). Van den Eede was een van de pioniers van de hoogstaande boektypografie in ons land. In die hoedanigheid was hij onder meer ruim vijfendertig jaar lang de huistypograaf van het Mercatorfonds, de prestigieuze uitgeverij van kunstboeken. Die werd in 1965 opgericht door bankier Maurits Naessens van de Bank van Parijs en de Nederlanden (Paribas).
Daarnaast werkte Van den Eede ook voor tal van andere uitgeverijen, zoals Pelckmans en Lannoo. Gaandeweg verzorgde hij aldus de grafische vormgeving van enkele honderden boeken. Hij stond eveneens mee aan de wieg van het vernieuwde Plantin Genootschap, Hoger Instituut voor Drukkunst. Vandaag heet deze privéschool te Antwerpen Plantin Instituut voor Typografie. Daar behaalde Van den Eede in 1956 zelf met de grootste onderscheiding het diploma van geaggregeerde, in 1962 gevolgd door het diploma van Laureaat Honoris Causa. Een portret.
Uitgeverij Hoste
Zonder boeken geen boektypografie, zonder typografen geen boeken. Elke uitgever is voor de uitgave van een boek in zijn fonds aangewezen op een typograaf, ook wel ‘boekverzorger’ of ‘boekarchitect’ genoemd. Die giet het hem aangereikte materiaal in een vorm die hij het meest in overeenstemming acht met de inhoud van het boek. Daarbij houdt hij rekening met de beperkingen — meestal van budgettaire en/of druktechnische aard — die een uitgever hem oplegt. Het is aan de boekverzorger om binnen dat keurslijf met creatieve oplossingen voor de dag te komen die recht doen aan het boek, de auteur en de lezer. Een goede boekarchitect vervult dan ook in de eerste plaats een dienende rol.
De passie van Louis Van den Eede voor boeken nam een aanvang tijdens zijn middelbareschooltijd. Het viel hem op dat sommige van zijn schoolboeken er grafisch onverzorgd uitzagen. Dat leidde ertoe dat hij de grafische industrie in wilde. Hij had toentertijd al een goed oog voor grafisch verzorgde boeken en voor andere soorten drukwerk. Via het ‘leerlingenwezen’ — overdag werken, ’s avonds lessen volgen — kwam hij in een kleine drukkerij terecht. Hij werkte er drie jaar, waarna hij in legerdienst moest.
Na enkele omzwervingen bij andere drukkerijen werd hij eind 1960 gevraagd om in dienst te treden bij Uitgeverij J. Hoste, die onder meer Het Laatste Nieuws uitgaf. Van den Eede begon er te werken op 1 januari 1961 en zou er blijven tot zijn pensioen in 1994. Mettertijd klom hij er op tot productieleider — hij had er de leiding over de drukkerij en de zetterij.
Plakmaquettes
Boeken vormgeven voor diverse uitgeverijen heeft Van den Eede steeds in zijn vrije tijd gedaan — zeker in zijn beginjaren kon je bij ons niet leven van boekverzorging. Schaar en lijmpot waren daarbij zijn belangrijkste gereedschap. Het was in de tijd dat plakmaquettes nog schering en inslag waren. Stroken gezette tekst en foto’s werden uitgeknipt en met lijm in een vooraf bepaalde zetspiegel op papier gekleefd. Die maquettes gingen vervolgens naar de drukkerij, waar men ze als model gebruikte. Later, met de opkomst van desktoppublishing en opmaakprogramma’s, deden ze in de drukkerij netjes over wat Van den Eede hun op papier had voorgedaan. Zelf heeft hij nooit van een computer gebruikgemaakt voor zijn boekontwerpen. Hij bleef trouw aan het ambachtelijke.
Zijn werk als boekarchitect heeft Van den Eede geen windeieren gelegd. In geen tijd groeide hij uit tot een vaste waarde in een land waar, in tegenstelling tot Nederland, vele decennia aan boekverzorging nauwelijks aandacht werd besteed. Veel uitgevers stonden er niet voor open en maakten er zich dan ook niet druk over. Zij hadden meer oog voor het drukproces — een discipline waar Vlaanderen dan weer, in tegenstelling tot Nederland, in uitblonk. Vandaag is dat gelukkig anders. Getalenteerde boekarchitecten als Gert Dooreman, Luc Derycke, Steven Theunis en Thomas Soete, om slechts enkelen te noemen, genieten terecht grote waardering voor hun vakmanschap en vindingrijkheid.
Bezige bij
De Antwerpse uitgeverij Patmos was de eerste voor wie Van den Eede een boek ontwierp: Inleiding tot de lezing van het evangelie (1956) van Flor Hofmans. Het eerste boek dat hij voor het Mercatorfonds verzorgde, was Liège. De la principauté à la métropole (1967) van Jean Lejeune. Veel, vooral non-fictiewerken volgden, waaronder Afscheid van de havenarbeider, 1944-1966 (1967) van historicus Karel van Isacker, Open doek. Honderd jaar Koninklijke Vlaamse Schouwburg (1977) van dramaturg Hugo Meert, en het monumentale kunstboek Beelden (1988) van Hugo Claus, met wie Van den Eede hetzelfde geboortejaar deelde.
Maar ook voor literaire werken haalde Van den Eede zijn neus niet op. Getuige daarvan de luxe-editie van de roman Jacqueline en ik (1970) van Marnix Gijsen, met illustraties van Marcel Mayer, de luxe-editie van de roman Aan de voet van het belfort (1975) van Achilles Mussche, met illustraties van Frans Masereel en Jozef Cantré, William Shakespeare. Verzameld werk (1967-1971) in vier delen, vertaald door Willy Courteaux, en de acht delen van het Verzameld dichtwerk (1980-1991) van Guido Gezelle. Het tweede boek dat hij vormgaf, Die hemel is ons huis (1958) van de vergeten Vlaamse schrijver Frans de Bruyn, was trouwens ook al een prozawerk.
‘Een goed boek is een ware vriend’
Het bleef niet bij boeken alleen. Van den Eede, een bezige bij in het kwadraat, schepte er ook genoegen in zijn talent te wijden aan drukwerk voor de eigen familie- en vriendenkring, zoals nieuwjaarskaartjes, geboorte- en communieprentjes, huwelijksdrukwerk, briefhoofden en zijn eigen ex-libris met daarop de spreuk ‘een goed boek is een ware vriend’. Daarnaast ontwierp de meester-typograaf ook enkele affiches, congresbrochures en postzegels. Voor dit soort werk kon hij terugvallen op de lessen van Mark Severin, docent ‘Gelegenheidsdrukwerk’ aan het Plantin Genootschap.
Aandacht voor lettertypes
Grote aandacht besteedde Van den Eede aan de keuze van lettertypes. Voor elk boek dat hij vormgaf, koos hij een letter die hij het best vond passen bij de inhoud ervan. Enkele van zijn geliefkoosde letters waren de Palatino en de Optima van de Duitser Hermann Zapf, de Trinité van de Nederlander Bram de Does en de Perpetua van de Brit Eric Gill. Voor oudere lettertypes maakte hij graag gebruik van onder meer de Bembo, de Janson, de Galliard en de Baskerville.
Daarnaast legde hij vanaf de jaren 90 een grote voorliefde aan de dag voor de letters van de Dutch Type Library (DTL). Dat is een digitale font-gieterij — font is Engels voor lettertype — gevestigd in het Nederlandse ’s-Hertogenbosch, opgericht in 1990 door letterontwerper en typograaf Frank E. Blokland. DTL ontwerpt digitale fonts en ontwikkelt fontsoftware. Van den Eede koos maar wat al te graag letters uit hun catalogus, zoals de Elzevir. Daarmee toonde hij overtuigend aan dat hij mee was met zijn tijd.
Halve eeuw typografie
Experimenten om het experiment moest je van Van den Eede nochtans niet verwachten. Sommigen verweten hem zelfs zijn ál te klassieke vormgeving, maar verloren daarbij uit het oog dat het vakmanschap waarmee hij onvermoeibaar uitdrukking gaf aan zijn vormdwang, een in Vlaanderen zelden eerder gezien peil bereikte. Het was dan ook niet meer dan terecht dat hem in 1999 — het jaar waarin hij zeventig werd — een overzichtstentoonstelling werd aangeboden in de Centrale Bibliotheek van de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius — vandaag Universiteit Antwerpen (UA).
Ter gelegenheid daarvan verscheen bij het hem vertrouwde Mercatorfonds de monografie Louis van den Eede. Een halve eeuw typografie in Vlaanderen, met bijdragen van onder anderen Ludo Simons, Tonia Dhaese en Pierre Delsaerdt. Een boek dat voor één keer niet door Van den Eede zelf werd vormgegeven, maar door zijn jongere vakbroeder Antoon De Vijlder, ook al een Laureaat Honoris Causa van het Plantin Genootschap.
Tags |
---|
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.