JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Na de bocht van Vuye

Wordt het communautaire een breekpunt voor de N-VA?

Bart Maddens24/1/2016Leestijd 4 minuten

Nog 1225 keer slapen voor de volgende federale verkiezingen. Alle ogen lijken nu al gericht op de N-VA.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dat de N-VA haar communautair profiel opnieuw wil aanscherpen via de operatie Vuye-Wouters is uitstekend nieuws. Maar betekent dit ook dat de N-VA van een nieuwe communautaire ronde een breekpunt zal maken in 2019? Annelies Beck stelde die vraag vorige week aan kersvers fractievoorzitter Peter De Roover, in Terzake. Zijn antwoord: ‘Ik begrijp dat u voorspellingen wil voor 2019 en het is zinloos om die vandaag te geven.’ In De Morgen van dit weekend luidde zijn antwoord op dezelfde vraag als volgt: ‘De omstandigheden zullen dat bepalen.’ En verder: ‘Als we een grote stap richting confederalisme kunnen zetten, gaan we dat doen. Maar een jaartal kan ik er niet op plakken.’ Dat noemt men rond de pot draaien.

Eén zeel

Het is ongeveer tien jaar geleden dat Herman Van Rompuy zijn Van Rompuy-doctrine lanceerde. Hij deed dat in een interview met Knack (21/12/2005): ‘Bij de volgende regeringsonderhandelingen zal men niets bekomen, als niet alle Vlaamse partijen eensgezind zeggen: We treden alleen in een federale regering wanneer die essentiële punten van de staatshervorming worden goedgekeurd.’ Enkel door de staatshervorming te koppelen aan de regeringsvorming konden de Vlamingen hopen om hun communautaire eisen te realiseren, aldus Van Rompuy. En dat was toen inderdaad de strategie van het kartel CD&V/N-VA: geen staatshervorming, geen Belgische regering.

‘We treden alleen in een federale regering wanneer de essentiële punten van het confederalisme worden goedgekeurd.’ Voorlopig krijgt niemand binnen de N-VA die magische woorden over de lippen, ook Peter De Roover niet. Zal dat de komende jaren veranderen? Zal de ‘bocht van Vuye’ daarop uitdraaien? 

Ik denk het eigenlijk niet. De Van Rompuy-doctrine kan enkel werken als de Vlaamse partijen aan één zeel trekken. Tien jaar geleden was er nog een Vlaamse basisconsensus over een nieuwe staatshervorming, gebaseerd op de vijf resoluties. Vandaag ligt die consensus aan diggelen. Het zijn enkel N-VA en Vlaams Belang die vragende partij zijn voor een nieuwe communautaire ronde in 2019. Geen enkele andere partij heeft er belang bij om zich hierbij aan te sluiten. Integendeel zelfs. Door zich te distantiëren van de communautaire eisen van de N-VA zullen CD&V en Open Vld hun aartsvijand proberen te isoleren. Stemmen voor de N-VA is stemmen voor opnieuw 541 dagen van communautaire blokkering, zal hun boodschap zijn. 

In die omstandigheden dreigt de N-VA enkel maar zichzelf buiten spel te zetten door van het communautaire een breekpunt te maken. Wat dat betreft zal de situatie in 2019 mogelijk precies dezelfde zijn als in 2014. Collega Carl Devos wees er vorige week al op dat de geschiedenis zich gewoon herhaalt. Ook in de verre aanloop naar de verkiezingen van 2014 deed de N-VA grondig studiewerk over confederalisme. Maar dan kwam de bocht van Bracke: als we geen bondgenoten vinden voor dat confederalisme, dan mag dat geen beletsel zijn om alvast het sociaaleconomische deel van ons programma uit te voeren. Ook straks kan er op de bocht van Vuye weer een bocht van Bracke volgen. En zo blijft de N-VA maar rondjes draaien. 

Zelfs BDW niet

Anderzijds kan het ‘déja vu’-gevoel op zich wel een politiek verschil maken. Je kunt je moeilijk voorstellen dat het congres voor de federale regeringsdeelname in 2019 op dezelfde manier zal verlopen als in 2014. De staatshervorming nog eens met vijf jaar uitstellen, op basis van exact dezelfde argumenten als in 2014, dat zal zelfs Bart De Wever moeilijk aan zijn congres verkocht krijgen. Zeker als Vuye en Wouters er de komende jaren effectief in slagen (wat mag worden gehoopt) om het communautaire thema opnieuw op de agenda te zetten.

Zelfs al wordt 2019 een remake van 2014, dan nog zal er iets essentieels moeten veranderen. Het is een beetje zoals in de schitterende roman Life After Life van Kate Atkinson: het leven van het hoofdpersonage herhaalt zich steeds weer, maar telkens is er één cruciaal detail dat verschilt. Wat zou dat cruciale detail dan kunnen zijn? De N-VA kan natuurlijk wat communautaire snoepjes krijgen: een institutionele denkgroep in de Senaat, een belofte om in 2024 grondwetsartikel 195 voor herziening vatbaar te stellen… Maar zal de Vlaams-nationale achterban vrede nemen met een paar glazen kralen? Hoogst twijfelachtig.

Er is nog iets anders dat kan veranderen. Peter De Roover heeft het vorig jaar zelf gesuggereerd in het dubbelinterview samen met mij (De Standaard, 11/7/2015): ‘Als de PS voluit zijn Waalse programma wil uitvoeren in Wallonië, dan mogen zij met ons in een confederale regering. Dat is dan niets meer dan een notarisregering’. Dat zou betekenen dat de N-VA in 2019 in eerste instantie met de PS gaat praten over die confederale notarisregering. Maar dat wordt dan wel onvermijdelijk een ‘offer they can’t accept’. Pas in een tweede beweging zou dan de verderzetting van de huidige regering, inbegrepen communautaire stilstand, in beeld komen. Maar dan zou ten aanzien van de Vlaams-nationale achterban tenminste de indruk worden gewekt dat het confederalisme prioritair blijft en dat de partij eerst al het mogelijke heeft gedaan om dat te realiseren. 

Electoraal verhaal

Hier tekenen zich ook de contouren af van een consistent electoraal verhaal. De N-VA kan naar de kiezer stappen met de volgende boodschap: wij willen ten allen prijze vermijden dat de PS nog iets te zeggen krijgt in Vlaanderen. Het liefst willen we dat doen via het Vuyiaanse confederalisme-project, waardoor alle sociaaleconomische hefbomen worden overgeheveld (Plan A). Dan kan de PS ook niet veel kwaad meer doen in een helemaal uitgeklede Belgische regering. Maar als dat niet kan, dan moeten we absoluut beletten dat de PS federaal opnieuw aan de macht komt. Dan moet de huidige centrumrechtse regering haar economische herstelbeleid verder zetten (Plan B). 

Het lijkt een uitgemaakte zaak dat men uiteindelijk bij dit plan B zal landen (altijd in de veronderstelling natuurlijk dat ook de andere coalitiepartners Michel II zouden zien zitten). Tenzij er nog iets veel crucialer zou veranderen. In 2014 hoopten veel Vlaams-nationalisten erop dat de V-partijen een meerderheid zouden halen en dat de N-VA incontournable zou worden. Die hoop bleek ijdel. De N-VA kon enkel winnen door het Vlaams Belang te kannibaliseren. Als de V-partijen communicerende vaten zijn, dan blijft de V-meerderheid natuurlijk buiten bereik.

Vlaams Belang

Maar anderzijds weet je nooit hoe de electorale dobbelstenen zullen rollen. Het is niet ondenkbaar dat het Vlaams Belang een boost krijgt door de vluchtelingencrisis en de IS-terreur, terwijl de N-VA door te polariseren nog meer centrumrechtse kiezers kan weghalen bij CD&V en Open Vld. In elk geval is er de jongste tijd iets merkwaardigs aan de hand: wat niet meer wordt gehoopt binnen de Vlaamse Beweging wordt in toenemende mate gevreesd daarbuiten. Bruno De Wever speculeerde afgelopen weekend nog in De Standaard op de mogelijkheid dat de N-VA incontournable zou worden met veertig procent en vervolgens België zou opblazen. Dat is ook waar Walter Pauli lijkt op te zinspelen als hij het op het einde van zijn boeiende analyse in Knack vorige week heeft over ‘the end of the beginning’ van de N-VA. En Luc Van der Kelen waarschuwde er vorig jaar al voor (Het Laatste Nieuws 26/1/2015) dat de N-VA wel eens zou kunnen flirten met de absolute meerderheid.

Als het zo zou zijn dat Bart De Wever er heimelijk op hoopt om België te liquideren op een revolutionaire, Catalaanse wijze, dan heeft hij er alle belang bij om dat in de aanloop naar de verkiezingen staalhard te ontkennen. Maar dan moet hij wel machiavellistisch genoeg zijn om, in het geval van een V-meerderheid na de verkiezingen, een bocht van 180 graden te maken. 

Gelukkig is het nog maar een luttele 1225 keer slapen voor we weten hoe dat allemaal afloopt …

 

Foto: (c) VRT, Terzake

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties