JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Na het Amerikaanse Hooggerechtshof en abortus: mag de andere stem ook nog gehoord worden?

Ignace Demaerel en dr. Chris Velleman6/7/2022Leestijd 4 minuten

foto ©

In het abortusdebat luistert men niet eens meer naar elkaar. Hoe kan je dan nog een grondige en intellectueel eerlijke mening vormen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof om ‘Roe vs. Wade’ (1973) af te schaffen, is inderdaad revolutionair en beroert de gemoederen tot bij ons. Zijn de rechten van vrouwen nu werkelijk teruggeschroefd en in gevaar, ook in Europa?

De hele discussie is helaas enorm gepolariseerd, wat betekent dat men niet eens meer luístert naar elkaar: hoe kan je dan nog een grondige en intellectueel eerlijke mening vormen? De pro-lifers afschilderen als ‘intolerant, conservatief, vrouwenhaters…’ maakt het debat kapot: als je de tegenpartij moreel verdacht kan maken hoef je niet meer over hun argumenten na te denken? Is het misschien mogelijk dat de zes rechters van het Hof gewoon een ándere – even oprechte – overtuiging hebben over wat rechtvaardig en moreel juist is?

Er waren rond ‘Roe vs. Wade’ minstens vier serieuze problemen. (1) ‘De redenering was uitzonderlijk zwak’, schreef de conservatieve opperrechter Samuel Alito. Zelfs de progressieve rechter Ruth Bader Ginsburg zei in 2013 al openlijk dat het arrest een wankele juridische basis had, namelijk enkel uitging van de privacy van een vrouw. (2) Jane Roe die deze rechtszaak aanspande – haar echte naam: Norma McCorvey – kreeg later spijt van heel dit proces, werd anti-abortus-activist en spande in 2004 zelfs een nieuwe rechtszaak aan om het ongedaan te maken (zonder succes): ze zei dat ze door pro-abortus-advocaten gebruikt was voor hun campagne. (3) Het Hooggerechtshof heeft al eerder ‘historische gekleurde’ vergissingen begaan, zoals expliciet racistische arresten in de 19de eeuw. ‘Roe vs. Wade’ ademt ook de sfeer van de wilde jaren ’60, de mentaliteit van ‘alles moet kunnen zonder beperkingen’. Er zijn in de VS waarschijnlijk meer conservatieve mensen omdat ze de ontsporingen van de progressieve ‘vrijheid-blijheid’ dagelijks zien en hun kinderen eraan ten onder zien gaan. (4) Het is en blijft vreemd dat zulke belangrijke kwestie door negen (politiek benoemde!) opperrechters werd bepaald. Het is de bedoeling van de zes rechters nu dat dit door het Congres gestemd zou worden als een ‘echte wet’: dat zou het véél democratischer maken in plaats van minder.

Vrouwenrechten

Er is in het algemeen heel veel miscommunicatie in het abortusdebat: begrippen zoals ‘vrouwenrechten’ krijgen een andere invulling, en de meest fundamentele vraag van al – is een foetus een menselijk wezen? – lijkt niet meer gesteld te mogen worden: te ‘stigmatiserend’! Voorts worden systematisch eenzijdige voorstellingen van zaken geponeerd, of zeg maar: drogredeneringen. Neem bijvoorbeeld de kreet ‘Mijn lichaam, mijn keuze, mijn vrijheid’. De éérste hiervan klopt al niet: het gaat bij een zwangere vrouw om een ánder lichaam in haar: een ander persoontje met een eigen DNA – 50% de papa -, eigen hartslag en bloedgroep. Het argument klinkt overtuigend, maar stoot op het biologische feit dat ándermans leven in het spel is.

Ook op het hoogste niveau, in VN-kringen, de WHO en internationale mensenrechtenorganisaties, wordt vaak abortus gepromoot onder de algemene noemer van ‘vrouwenrechten’ of ‘reproductive health’. Maar euh, reproductie gaat toch over voortplanting, niet het afbreken ervan? Waarom zulk verdoezelend taalgebruik? Wij zijn absoluut voor vrouwenrechten  – waaronder het kunnen beschikken over voorbehoedsmiddelen – , maar wanneer men stiekem abortus – het wégnemen van menselijk leven – mee in dit pakket schuift, is dit iets fundamenteel anders.

Is het niet bizar dat een mensenrechtenorganisatie het doden van een foetus tot een récht voor elke vrouw wil maken? En dat ze het inkorten van de abortustermijn een ‘discriminatie van vrouwen’ noemt? En hoe kunnen ze abortus tot ‘health care’ uitroepen: sinds wanneer is zwanger zijn een ziekte? En waar zit de ‘care for the health’ van de foetus dan? Wij zouden aan elke moraalfilosoof de eerlijke vraag willen voorleggen: wanneer men qua waarden moet kiezen tussen leven (pro life) en keuzevrijheid (pro choice), wat weegt dan het zwaarst door?

Arbitrair

Ons aller mensbeeld staat hier op het spel, of de fundamentele vraag: wat maakt een mens tot mens? Is elk menselijk leven het leven waard, ook het ongeborene? Je kan je toch niet van de indruk ontdoen dat het erg arbitrair is hoe bepaald wordt of een foetus een mens is: vanaf 6 weken, 12, 24…? De wetenschap kan ons hier geen uitsluitsel over geven: het is een ideologische, morele keuze. De pro-choice groep stelt de facto dat het recht op leven van de foetus afhangt van de kinderwens van de mama. We zouden aan elke jurist willen vragen wat hij denkt van de juridische basis hiervan.

Het klopt dat ongewenst zwangere vrouwen in een moeilijke situatie zitten, met levenslange consequenties, en dat ze hulp nodig hebben. Het is niet eerlijk dat zij er alléén voor opdraaien, zeker wanneer de vader in kwestie het laat afweten. Het zou wreed zijn om hen daar in de steek te laten. Maar wat is echte, diepgaande hulpverlening? De nood ligt duidelijk niet in het kind, maar in de – sociale, relationele, emotionele, financiële… – situatie rond de mama! In welke mate is de keuze voor abortus een vrije keuze, of juist onder druk van een nood, uit angst voor…, of onder druk van vriendje of ouders?

De vraag om abortus is nooit een positieve keuze als ‘iets wat ik héél graag wil’. Waarom kunnen we met zijn allen niet de échte nood aanpakken? Een netwerk van familie, vrienden of hulporganisaties kan hier alle verschil maken. Wat men hierbij ook meestal niet noemt, is de psychische nood waar een vrouw bij een abortus doorheen gaat, en waarmee ze meestal bij niemand terecht kan. Wie denkt er aan hun mentale welzijn?

Paniekvoetbal

Als tegenreactie willen de PS en Open Vld het recht op abortus in de grondwet verankeren. Dit is pas paniekvoetbal. Als abortus tot een ‘fundamentele vrijheid’ omgedoopt wordt, dan is écht alle ongeboren leven vogelvrij verklaard en gedevalueerd tot een ‘lastig klompje cellen’. Abortus wordt gereduceerd tot een technische ingreep zonder enig moreel aspect aan. Hoe kan men in een ‘verlichte’ wereld waar men zozeer met ‘menswaardigheid’ zwaait, zó lichtzinnig met menselijk leven omgaan?

Wat vooral problematisch is aan abortus zijn de cijfers: wereldwijd 73 miljoen per jaar (WHO, 2021). Is dit niet hallucinant!? Zelfs wanneer je abortus ‘een noodzakelijk, maar acceptabel kwaad’ vindt, wil je het aantal hiervan toch tot een minimum beperken? Beide kampen zouden zich zeker hierin moeten kunnen vinden, nietwaar?

Onderliggend aan het moderne denken over abortus zit een humanistisch mensbeeld waar het ík centraal staat: ‘mijn rechten, mijn geluk, mijn autonomie, mijn zelfontplooiing’. En alles wat dat in de weg staat in zulke hedonistische cultuur, moet wijken. We zouden aan elke vrijzinnige humanist willen vragen wat hij bedoelt als hij zegt dat hij ‘gelooft in de mens’ en waarop ‘menswaardigheid’ dan volgens hem gebaseerd is.

Het pro-life-mensbeeld is: elke foetus is een potentiële Einstein, da Vinci, Beethoven, moeder Teresa of… gewoon zijn onvervangbare zelf. Volgens de joods-christelijke visie is elk mens geschapen naar het beeld van God: uniek, origineel en creatief. Daarom alleen al heeft hij een onschatbaar hoge waarde, los van prestaties, talenten of fysieke kwaliteiten. Of hij al dan niet gewenst of gepland is, of de sociale context gunstig is of niet, verandert dáár in ieder geval niets aan.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties