Nationale identiteit versus kosmopolitisme
Euronationalisten Juncker en Verhofstadt zullen in mei de strijd moeten aangaan met soevereinisten.
foto © Reporters
Bij de komende Europese verkiezingen in mei zal de strijd gaan tussen EU en nationale identiteit, tussen soevereinisten en kosmopolitisten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIdeeën zoals die van de natiestaat en de soevereiniteit doen de politiek correcte Europese wereldburgers huiveren. Wie in hun bijzijn spreekt over het ‘volk’ is een nationalist, wat in die kringen altijd synoniem is voor xenofoob en racist. Houdt u vast aan de rol die de nationale staten kunnen spelen? Dan bent u waarschijnlijk een reactionaire euroscepticus die het liefst de Europese Unie volledig wil afschaffen. Soevereiniteit? Dat moet iets zijn uit de tijd toen de dinosaurussen nog leefden. Het vooruitgangsoptimisme kent geen limieten en duldt geen tegenspraak. Natie, staat, soevereiniteit zijn voor hen begrippen uit de 20ste eeuw, goed voor stoffige debatten onder historici en politicologen.
Globalisering
Het derde millenium zal volgens de ‘kosmopolieten’ het tijdperk worden van de politieke, economische en culturele globalisering. In 2000 klonk het Europese motto ‘In varietate concordia’ (‘In verscheidenheid verenigd’) nog aantrekkelijk voor elke lidstaat en voor de landen op de EU-wachtlijst. Het betekende meer samenwerking (en veel EU-fondsen) zonder de nationale eigenheid te verliezen. Echter, onder het voorzitterschap van José Manuel Barosso (2004-2014) en Jean-Claude Juncker (2014-2019) evolueerde de Europese Unie de laatste vijftien jaar steeds meer naar een bureaucratisch en autoritair keurslijf voor de lidstaten. Terwijl de Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog gevoed werd door de vele verschillende volkeren, culturen, talen en tradities van Europa, op zoek naar vrede en welvaart, lijken deze Euronationalisten die nationale verscheidenheid te willen inruilen voor globalistische eenheidsworst.
Verduitsing
Door het Verdrag van Maastricht uit 1992 gaven de lidstaten een groot deel van hun soevereiniteit op, en kreeg het Europees Parlement wetgevende macht. Frankrijk vreesde na de Koude Oorlog in de Europese geopolitieke context te worden gemarginaliseerd, en smeedde daarom een politieke as met het herenigde Duitsland. Tien jaar na het EU-verdrag volgde de grootste monetaire omwisselingsoperatie aller tijden en werd de euro als gezamenlijke munt geïntroduceerd. Het idee om Duitsland te ‘europeaniseren’ als garantie op vrede en welvaart, draaide echter uit op een ‘verduitsing’ van de Europese Unie. Dit leidde ertoe dat de EU vandaag verdeeld is in schuldeisers en schuldenaars, en dat die ‘vrede en welvaart’ voor velen in Europa onbereikbaar blijft.
Euroscepticisme
Het utopische opvangbeleid onder leiding van Angela Merkel, gesteund door zowel de Europese liberalen, socialisten, groenen als christendemocraten, en de sociaaleconomische achteruitgang van de lagere middenklasse door het budgettaire keurslijf van de euro, waren voor velen de druppels die de eurosceptische emmer deden overlopen. Wie zichzelf vandaag als eurosceptisch of eurokritisch uit, is dan ook niet altijd anti-EU, maar gelooft wel dat de Europese Unie uiteen zal vallen indien ze verder gaat op de ingeslagen weg. De vrees dat die zal leiden naar een desintegratie van de EU en van het verlies van de waarden waarop die is gebaseerd, lijkt vandaag groter dan ooit.
Identiteit
Toch zou de volgende Europese legislatuur beter in het teken staan van bezinning over en verdieping van het Europese project. De bankencrisis, de economische stagnatie in zuid-Europa, de brexit, de schuldencrisis van Griekenland, de populistische regering in Italië, de gele hesjes in Frankrijk, de activering van het artikel 7 tegen het Hongarije van Orbán en binnenkort ook tegen Morawiecki’s Polen, de ernstige migratiecrisis, de strijd tegen het islamterrorisme… creëerden namelijk een nooit eerder gezien vervreemding van de EU bij een groot deel van de Europeanen. Of de nationale staten echt tot het verleden horen, en de toekomst gekenmerkt zal worden door een proces van steeds maar meer Europese politieke eenwording, lijkt vandaag dan ook helemaal niet meer zo zeker. De laatste jaren hebben we kunnen vaststellen dat in Europa vooral onder druk van ongecontroleerde interne en externe migratiestromen, maar ook door alle bovengenoemde faktoren, de identiteitskwestie terug sterk aan belang heeft gewonnen.
Soevereiniteit
Mensen die zich identificeren met de bestaande staten of met regio’s die hun onafhankelijkheid claimen, doen dit uit een gevoel van een sociaal-cultureel lidmaatschap. Italianen voelen zich thuis in Italie, Grieken in Griekenland, Duitsers in Duitsland. Er bestaat geen Europese gemeenschappelijke taal, geen Europese publieke opinie en geen Europese demos, wat de heersende Europese klasse van politici, opiniemakers of bureaucraten ook mag beweren. Identiteit is een baken van zekerheid voor burgers in een steeds globalere en complexere wereld. Door vernieuwde aandacht voor die identiteit(en) werd de verhouding tussen nationale soevereiniteit en het lidmaatschap van de Europese Unie weer actueel. In tegenstelling tot enkele jaren geleden, toen de devolutie van bevoegdheden naar het Europese niveau quasi de natuurlijke gang van zaken leek, staat vandaag de soevereiniteitskwestie weer centraal in het politieke debat.
Nationale staten
Het terugkeren naar het idee van de natie en de nationale staat, hoeft niet per se een negatieve evolutie te zijn, zolang het gaat om een civiel en inclusief nationalisme, als positieve emancipatiekracht voor iedere burger. Problematischer wordt het wanneer dit nationalisme, zoals bij rechts-populistische partijen (Front National, Vlaams Belang, Vox, Lega…) gestoeld is op een extern vijandbeeld, uitsluiting en xenofobie. De taak van nationale staten, elk vanuit hun eigenheid, moet er vooral uit bestaan een tegengewicht te vormen tegen de buitensporige macht van de Europese bureaucratie, de mondiale financiën en de geglobaliseerde economie. Zoals marktconcurrentie leidt naar economische en technologische vooruitgang, kan ook een de nationale diversiteit op sociaal, cultureel, wetenschappelijk en financieel vlak leiden naar een betere Europese Unie en de lidstaten ook onderling inspireren.
Kosmopolitische mythe
De linksliberale kosmopolitische mythe van een Europese Unie zonder naties, met Europese burgers zonder nationale identiteit en wortels, heeft voor veel Europeanen niet geleid naar meer vrede, vrijheid, democratie en sociale welvaart. Integendeel. De ijdele hoop van die Euronationalisten op de vermenging van de Europese historische volkeren, eventueel met de massale import van migranten uit niet-Europese regio’s, om zo definitief de grote ‘nationale’ vijand te verslaan, leidde niet alleen tot de terugkeer van het civiele nationalisme, maar ook tot die van haar meest xenofobe, racistische en fascistische variant. Het verdedigen van de nationale belangen en de nationale soeveriteit over bepaalde maatschappelijke sectoren, en de vraag om een realistisch Europees integratieproces, zijn echter legitieme politieke eisen.
Europe first
Wanneer men de Europese Unie wil vernieuwen, moet men niet alleen de rol van de naties terug centraal stellen in het proces, maar ook eerst en vooral uitgaan van de behoeften van de eigen inwoners. Net zoals Donald Trump in zijn verkiezingscampagne met de rauwe slogan ‘America first’ benadrukte waar de Amerikaanse politiek eigenlijk al decennia om draait, moet ‘Europe first’ of beter ‘Europeans first’ het nieuwe credo worden van de Europese leiders van de toekomst. Het belang van de Europeanen moet voor elk internationaal ander belang geplaatst worden, wat een nadruk op vriendschappelijk internationale samenwerking zeker niet mag uitsluiten.
Koers veranderen
De enige die vandaag zeker beter geworden zijn geworden van de Europese Unie zijn de Europese politieke, culturele, economische en financiële elite. Burgers zonder talenkennis, zonder internationale mobilitieit, en omwille van culturele, sociale of familiale redenen gebonden aan hun geboorteland of -streek, zagen hun sociaaleconomische en culturele status onder druk komen te staan. Bij de komende Europese verkiezingen in mei zal de strijd dan ook niet gaan tussen de klassieke links/rechts-tegenstellingen, maar wel grotendeels tussen soevereinisten en globalisten, tussen de ‘nationale identiteit’ en ‘kosmopolitisme’, tussen ‘In verscheidenheid verenigd’ of ‘Eenheidsworst’. De uitkomst van de politieke strijd zal doorslaggevend zijn voor de toekomst van de EU. Het is nog niet te laat om de Europese tanker van koers te doen veranderen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).
Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.