JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Nationalisme en patriottisme tussen porno en erotiek

Pieter Bauwens28/12/2017Leestijd 5 minuten
Mario Vargas Llosa op een de betoging in Barcelona voor Spaanse eenheid.

Mario Vargas Llosa op een de betoging in Barcelona voor Spaanse eenheid.

foto © Reporters

Is nationalisme of patriottisme, wenselijk, noodzakelijk of verwerpelijk of mag het enkel Belgisch of Europees?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Patriottisme en nationalisme op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau, zijn die compatibel? Zijn die noodzakelijk? Zijn die wenselijk? Die vragen lagen voor in het Brusselse salon waar Re-Bel initiative; rethinking Belgium’s institutions in the European context samenkomt. Een echt Belgisch initiatief, dus in het Engels.

Multilevel patriotism

Het eerste deel bracht de academici Bart Maddens, Paul Magnette en Sophi Heine samen over ‘multi-level patriotism’ onder het voorzitterschap van Philippe Van Parijs. Omdat ‘Re-Bel’ een professorenclub is, mocht Prof. Louis Vos eerst een conceptueel en historisch raamwerk opzetten over nationalisme en alles wat er rond hangt. Dat moest voorkomen dat het een semantische discussie zou worden. En dat werd het dan ook niet.

Bart Maddens startte met de vaststelling dat nationalisme niet politiek correct was, en patriottisme wel. Nationalisme wordt voorgesteld als gesloten, ethnocultureel, reactief en exclusief, er is een in- en een out-groep, het is ongezond en extreem. Patriottisme daarentegen is goed, actief, open voor nieuwkomers, een soort burgerlijk nationalisme en contractueel. Maddens vergeleek de verhouding tussen nationalisme en patriottisme met pornografie en erotiek. Pornografie is uit den boze, maar omdat een mens nu eenmaal bepaalde noden heeft, wordt een zachte, onschadelijke vorm, onder de noemer erotiek, wel toegelaten…

Patriottisme is gevaarlijker dan nationalisme

Maar Maddens wil niet meegaan in dat spel. ‘Patriottisme is gevaarlijker en maakt meer slachtoffers.’ Patriottisme heeft ook een ‘wij-zij’, de ‘slechte patriotten’ horen er niet bij. Maddens verwees naar een paper die hij gemaakt had waarin toespraken van Koning Boudewijn en Koning Albert II werden geanalyseerd. Recent analyseerde hij ook de toespraak die de ‘verlichte anti-nationalist’ Mario Vargas Llosa hield op 8 oktober in Barcelona op een pro-Spanje meeting. Die toespraak werd ook in onze vaderlandse pers besproken en bejubeld. De speech is te zien op Youtube.

Vargas Llosa verwerpt het nationalisme voor een publiek met een zee van Spaanse vlaggen. Dat op zich is al opmerkelijk. De speech zette voorts in op de ‘slechte Catalanen’ (zij) tegenover de goede Spanjaarden (wij), zonder een spoor empathie voor de Catalanen. Nergens was er ook maar enige zelfkritiek te bespeuren in het discours van Vargas Llosa. Volgens Maddens is de speech van de Nobelprijswinnaar een duidelijk voorbeeld van anti-Catalaanse haatspraak. Patriottisme is hier dus duidelijk reactief. Patriottisme is ook exclusief, wie Catalaan is of Vlaming, kan geen goede Spanjaard of Belg zijn. Dat werkt ook omgekeerd, goede Spanjaarden zijn geen Catalanen zoals goede Belgen nooit Vlamingen zijn of willen zijn.

De staat wint alles

Patriottisme is gerelateerd aan de staatsopdeling die onze wereld volgens Maddens nu eenmaal kenmerkt. We leven in een wereldorde van 193 staten met welbepaalde grenzen. Je bent lid van die club of niet. Het is een onlogisch en ongelijk verdeeld Winner takes it all-game. Waarom is Portugal onafhankelijk en Catalonië niet? Daarbovenop hebben de bestaande landen het monopolie op geweld. Als je aan de foute kant geboren wordt, heb je pech. Vraag het maar aan de Koerden, de Catalanen of de Vlamingen.

Patriottisme bepleit duidelijk de status quo in het verhaal van de staten. Wat er ook gebeurt, een afscheuring van een regio of net niet, er zijn altijd verliezers. Maddens wijst erop dat de Catalanen in hun oorspronkelijke overgangswetten naar onafhankelijkheid bereid waren om een prijs te betalen, om de verliezers tegemoet te komen. Niemand in Catalonië zou verplicht worden om afstand te doen van de Spaanse nationaliteit. Nu de Catalanen de verliezers zijn, blijkt dat Spanje niet bereid is tot consolidatie, niet bereid is een prijs te betalen.

Magnette

De visie van Maddens werd gespiegeld aan de visie van Paul Magnette, voormalig PS-partijvoorzitter en voormalig minister-president van het Waalse Gewest en huidig burgemeester van Charleroi en prof aan de ULB.

Magnette en Maddens staan eigenlijk niet ver van elkaar. Magnette ziet een duidelijke en legitieme plaats voor nationalisme en patriottisme. Het belang daarvan leidt hij af aan het belang die nationalisme en patriottisme hebben in de Amerikaanse Revolutie, op een manier ook in de Franse Revolutie en ook in de dekolonisatie. In het socialisme van de jaren 1920 speelde nationalisme een heel natuurlijke rol. Zo verwees Magnette naar Jean Jaurès die zei dat patriottisme internationalisme voorafgaat. Of Gramsci die stelde dat eerst de natie kwam en dan het socialisme.

Genuanceerd nationalisme

Op de vraag of nationalisme essentieel is voor de democratie van vandaag wil Magnette meer nuanceren. Hij onderkent het belang van het gevoel ergens bij te horen, ‘sense of belonging’ zowel materieel als cultureel al kan je die beide niet zomaar gelijkstellen. Magnette erkende de meerwaarde van zich samen Carolo, Waal, Belg of Europeaan te voelen. En ook hier erkent hij dat dit niet noodzakelijk een conservatieve positie is, in Frankrijk is er met Jean-Luc Melenchon een links soevereinisme.

De ene identiteit is ook sterker dan de andere, sociaaldemocraat zijn, is een minder sterke identiteit dan een nationale identiteit. Waar de oud-PS-voorzitter wel voluit wil voor pleiten is het constitutioneel patriottisme van Habermas. Dat is een patriottisme dat zich uit in de liefde voor de regels van de democratie. Hij verbindt daar de meerlagige identiteit mee. Verschillende identiteiten kunnen elkaar ook bekritiseren. Zo kan je Duitser zijn en Europeaan. Verwijzend naar Friedrich Hayek noemt Magnette dat de ‘division of values’ de verdeling van de waarden verbonden aan die verschillende identiteiten. Het is die verscheidenheid aan verschillende waarden die de maatschappij opbouwen. Het is goed dat die verschillen er zijn. Dat er verschillen zijn is dus geen probleem. Integendeel het is de sleutel tot de democratie: het aanvaarden dat er verschillende opinies zijn. Een constitutionele patriot beseft dat als iedereen de regels van het spel naleeft, iedereen daar beter van wordt.

Heine

De laatste spreker was Sophie Heine, een oud-doctoraatsstudente van Magnette. Zij zou een Europees perspectief binnenbrengen. Ze stelde zich voor als ‘post-nationaal en kosmopoliet’. Patriottisme kan volgens haar nog net al een ‘sentiment’, waarmee ze dicht bij de beschrijving kwam die Maddens op de korrel nam. Maar Heine verwerpt radicaal het idee van nationalisme. Nationalisme is geen gevoel maar politiek, een politiek project dat de politieke en culturele ruimte moeten samenvallen. Volgens haar is dat een vorm van communautarisme en ze kan niet anders dan dat verwerpen als een illusie van homogeniteit. Ze verwerpt trouwens elke vorm van communautarisme.

En het wordt nog erger. Want nationalisme ent zich op een ideologie, liefst een met een holistische visie zoals conservatisme of socialisme. En ja, het Euro-nationalisme is al even schadelijk.

Maar hoe moet het dan wel? Tja, hier verzonk het discours van Heine nog meer in een woordenbrij, postnationaal, ongetwijfeld, postmodern zeker ook, maar niet echt duidelijk. In ieder geval is het een zeer liberale en individualistische benadering. De democratie kan gelegitimeerd worden door input en output. Wat geef je en wat kan je ervan verwachten. Het ideaal is een Europese soevereine regering, geen staat. Maar ook het constitutioneel patriottisme verwierp ze, je kan niet houden van de regels van het spel, ze vergeleek het met supporteren voor de scheidsrechter.

Op de vraag welke taal die Europese regering moet hanteren, had Heine veel woorden nodig om uiteindelijk bij het Engels als lingua franca van deze tijd uit te komen. Wat onmiddellijk verraadt hoe haar benadering los staat van de realiteit. In haar wereld zal wel iedereen Engels spreken, maar de cijfers tonen aan dat dit niet algemeen is, vier op de tien Belgen spreekt geen vreemde taal. Magnette noemde het verschil tussen hem en Heine, het verschil tussen ‘een normatieve benadering’ en een ‘feitelijke benadering’.

Geleerd

Wat hebben we geleerd? Dat de opdeling patriottisme-nationalisme leuk is voor academici en politici, maar dat het eigenlijk hetzelfde is. Patriottisme is nationalisme van winnaars, staten die erkend zijn. Heine staat daar met haar postnationalisme natuurlijk ver boven.

Nationalisme is niet politiek correct en wordt meestal verketterd door wie het nationalisme bij zichzelf niet herkent. Zoals Verhofstadt zichzelf niet als Europees nationalist durft benoemen, maar het wel is. Daarnaast is er een anti-nationalistische stroming die nationalisme afwijst uit uiterste consequentie van het individualisme. Maar eer die dat zo duidelijk kunnen zeggen, zal het ook nog even duren. Maar boeiend is zo’n gesprek wel.

Het is opmerkelijk hoe dicht Magnette en Maddens bij elkaar stonden. Al is de rangorde van de verschillende identiteiten bij beide wellicht verschillend. Hoe lang de Belgische sfeer voor Magnette politiek belangrijker zal zijn dan de Waalse zal van de context afhangen…Als je wil kan je daar groot nieuws van maken. Maar dat laten we aan journalisten op zoek naar een verhaal van de dag.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties