JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Neen we krijgen niet alle coronacijfers

Privacyregelgeving excuus voor kleuterschoolaanpak

Koen Mortelmans6/10/2020Leestijd 4 minuten
De communicatie over de coronacijfers lijkt hoe langer hoe meer op een
kleuterjuf die de kindjes aanmaant braver te zijn, zonder een duidelijk doel
voorop te stellen.

De communicatie over de coronacijfers lijkt hoe langer hoe meer op een kleuterjuf die de kindjes aanmaant braver te zijn, zonder een duidelijk doel voorop te stellen.

foto © BelgaImage / Pool Olivier Hoslet

De officiële communicatie over de coronacijfers is nogal eenzijdig. Niemand lijkt te willen weten wie verantwoordelijk is voor die keuzes.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De kritiek op de coronamaatregelen (of het ontbreken ervan) van de regering neemt almaar verder toe. Daardoor valt minder op dat de officiële communicatie nogal eenzijdig is georiënteerd. En dat men vakkundig om bepaalde aspecten heen fietst. Nog vreemder is dat niemand lijkt te willen weten wie verantwoordelijk is voor de communicatiekeuzes. Over de coronacijfers bijvoorbeeld.

De dagelijkse publicatie — met persconferentie — van cijfers over besmettingen en ziekenhuisopnamen lijkt vooral één doel te dienen. Namelijk de bevolking alert houden voor de blijvende actieve aanwezigheid van het covid-19-virus. Dit opdat ze de nodige voorzorgsmaatregelen zou blijven nemen. Het behouden van fysieke afstand tussen personen, bijvoorbeeld, of het dragen van mondneusmaskers en een regelmatige handhygiëne.

De gepubliceerde cijfers zijn die per gemeente. Cijfers op wijkniveau zijn wel beschikbaar, maar worden niet publiek gemaakt. Daardoor is het bijna onmogelijk om besmettingsclusters te identificeren en te weten op welke plaatsen je best extra voorzichtig bent.

Privacy?

Of die keuze met de bescherming van de privacy te maken heeft, is zeer de vraag. Want op de website van Sciensano kan je niet het aantal besmette personen vinden van bijvoorbeeld het Antwerpse district Deurne (80.000 inwoners). Maar voor gemeenten zoals Mesen (1.000 inwoners) en Herstappe (100 inwoners) kan je dat wel. Hoe nuttig fijnmaziger clusters kunnen zijn, blijkt wel in Brussel, met zijn negentien autonome gemeenten. Daar was duidelijk te zien dat de besmettingshaarden veel sneller groeiden in de noordwestelijke gemeenten met diverse sociale probleembuurten dan in de parkachtige gemeenten in het zuidoosten van het gewest.

De burgemeesters krijgen wel inzage in de lokale cijfers, per wijk. Maar ze lijken er weinig mee te doen. Zelfs in gemeenten met wijken met uiteenlopende typologie melden ze dat ze geen specifieke clusters kunnen identificeren. Alleen in Antwerpen werd in volle zomer — toen de lokale toeristische sector volop onder druk stond — gemeld dat de kernstad toen 20 besmettingen telde en het district Borgerhout 275. Dis Van Berckelaer, burgemeester van het Antwerpse Borsbeek, liet daarentegen weten dat de besmette inwoners daar over heel zijn gemeente verspreid woonden.

Dat is vreemd. Temeer omdat Borsbeek grosso modo in twee wordt gesneden door de zogenaamde ‘militaire baan’. Borsbeek-west kenmerkt zich door een dichte bebouwing met veel appartementen. Borsbeek-oost daarentegen is deels suburbaan en vertoont deels nog de kenmerken van een half-landelijke tuinbouwgemeente. Het is ook vreemd omdat informele bronnen wel degelijk melding maakten van een zware besmettingshaard in een collectieve wooncluster. Ook eerder, tijdens de eerste coronagolf, piekte de gemeente al wegens tientallen overlijdens in één woonzorgcentrum.

Niet stigmatiseren

‘We willen Duitse toestanden vermijden, waar cameraploegen kwamen rondzwermen in woonwijken met besmettingshaarden,’ zegt Peter Poulussen, woordvoerder van federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD). Op die manier raken bepaalde buurten en de facto bevolkingsgroepen niet gestigmatiseerd.’ Maar dit houdt ook in dat onder de mat wordt geveegd dat de problemen in bepaalde buurten groot zijn.

Vanuit onder meer huisartsenpraktijken bereikten er al noodkreten de media. Kenmerkend voor diverse noodbuurten zijn de grote aantallen sociale huurwoningen. Uit voorzorg liet Woonhaven, in Antwerpen goed voor 34.000 huurders, sinds het uitbreken van de crisis geen herstellingen meer uitvoeren buiten de gemeenschappelijke delen van haar gebouwen.

Wie neemt de verantwoordelijkheid?

Er bestaan mogelijk gegronde redenen om bepaalde cijfers niet openbaar te maken. Toch is het verontrustend dat niemand de verantwoordelijkheid voor deze beperking op zich neemt. ‘Sciensano verzamelt alle gegevens, maar mag deze ofwel niet delen dan wel zelf niet consulteren,’ legt Poulussen uit. Daarmee blijft de vraag wie bepaalt wat Sciensano wel of niet mag delen, open. ‘Uw vraag “wie beslist om deze info niet publiek te maken” is dus veel ingewikkelder dan dat,’ repliceert Poulussen. ‘Het gaat om een mix van wet op de privacy, medische gegevens en bevoegdheidsverdeling. Het is mogelijk dat de gemeenschapsgezondheidsinspecteurs toegang hebben tot meer gegevens dan anderen. Zij staan indien nodig wel in contact met de burgemeester.’ Hij onderstreept ook dat Sciensano, dat opdrachten inzake volks- en diergezondheid uitoefent, een onafhankelijke wetenschappelijke instelling is.’

‘Sciensano mag de gegevens vrijgeven op niveau van de gemeenten. Maar het mag ze zelf niet publiek maken op een lager niveau. Het gaat bovendien steeds om gegroepeerde gegevens. De burgemeesters kunnen de gegevens wel op district- of wijkniveau inkijken via de Zorgatlas van het Agentschap Zorg en Gezondheid,’ verklaart Wesley Van Dessel van de persdienst van Sciensano.’ Maar ook hier blijft het antwoord over wie bepaalt welke gegevens tot op welk niveau (niet) worden vrijgegeven vaag: ‘Het gaat om medische en persoonlijke data. Die zijn onderhevig aan strikte regels. We mogen dus niet zomaar alles vrijgeven. Voor academische researchers is er op onze website een procedure om toegang te vragen tot onze data.’

Antwerpen ondergeschikt bestuur

Ook de stad Antwerpen houdt de boot af. ‘Het is niet aan ons om informatie van bovenlokale platformen beschikbaar te stellen,’ stelt Johan Vermant, woordvoerder van burgemeester Bart De Wever (N-VA). De gemeente Schoten hanteert meer transparantie. ‘We baseren ons qua cijfergegevens in eerste instantie op de controletoren, een instrument van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Dit instrument volgt niet onze eigen wijkindeling. Maar het geeft wel ruwweg aan waar de besmettingen gelokaliseerd kunnen worden,’ aldus diensthoofd communicatie Dominiek Diliën. ‘Op basis daarvan kan dan contact opgenomen worden met een dokter die als liaison fungeert tussen de eerstelijnszone, de huisartsen en het gemeentebestuur. Deze liaison kan dan op basis van gedetailleerdere gegevens verifiëren of de besmetting zich in bijvoorbeeld een woonzorgcentrum of in een cluster zoals een school of gezin heeft voorgedaan. Tot nog toe hebben we geen concentraties vastgesteld.’

Studie ontoegankelijk

De interpretatie (van wie precies blijft dus onduidelijk) van de privacyregelgeving botst met die van de openbaarheid van bestuur. ‘Sciensano heeft een studie gemaakt over de opnames en mortaliteitscijfers per ziekenhuis. Ik heb die opgevraagd bij Sciensano zelf en bij minister De Block, maar kreeg voorlopig nul op rekest,’ vertelt federaal parlementslid Frieda Gijbels (N-VA). ‘Toegang tot dergelijke gegevens is cruciaal om als parlementslid het gezondheidsbeleid correct te kunnen opvolgen en waar nodig bij te sturen. Ik heb geen nood aan gepseudonimiseerde persoonsgegevens, waarvoor Sciensano met de regelgeving schermt, maar aan geaggregeerde geanonimiseerde gegevens per ziekenhuis.’

Gijbels vreest dat het door de beperkte beschikbaarheid van de gegevens moeilijk zal zijn om te evalueren of de opgelegde coronamaatregelen proportioneel waren. ‘De huidige informatiestroom houdt wel de schrik erin, maar het draagvlak van de coronamaatregelen verkleint. Doordat de bevolking geen toegang heeft tot vollediger informatie, krijgt ze de indruk dat ze niet ernstig wordt genomen. Het is belangrijk dat het waarom van bepaalde keuzes wordt beargumenteerd en meer nog dat er een duidelijk doel wordt gesteld. Tijdens het voorjaar was dit het afplatten van de verspreidingscurve van het virus, zodat de besmettingen de capaciteit van de ziekenhuizen niet overtroffen. Maar nu zie ik geen doel in het beleid, alleen een kleuterjuf die zegt dat de kinderen braver moeten zijn.’

Koen Mortelmans is historicus en freelance journalist. Een overzicht van zijn werkzaamheden vindt U op www.koen.mortelmans.com.

Commentaren en reacties