Nicht Schlafen
De vod als mens
Scene uit ‘Nicht schlafen’
foto © lesballetscdela
9 september 2016 was de eerste voorstelling van ‘nicht schlafen’. Na een wereldreis is deze prachtproductie eindelijk te zien in Gent.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKoeienbellen, dat is het eerste wat je hoort in nicht schlafen. Je waant je in de Zwitserse Alpen, waar het leven vredig is, als we de reclamespot van Milkana mogen geloven. In elke leugen echter zit een schakel, die de leugen ontmaskert. Hij is het beeld van drie dode paarden, klaar om naar de slachtbank gevoerd te worden. Die er even later aankomt. Na elkaar afgetast te hebben scheuren de dansers de kleren — het beschaafde vel — van elkaars lijf. Meteen is duidelijk: agressie zit in de genen van de mens.
Versleten cultuur
Ziehier het gevoel dat Alain Platel en Berlinde De Bruyckere in nicht schlafen gestoken hebben, en waar het publiek het honderd minuten moet mee doen. Wie dacht dat de muziek van Gustav Mahler (1860-1911) een pleister op de wonde is, komt bedrogen uit. Door de voorstelling wordt duidelijk dat de grootste laatste romanticus het leven nog valer zag dan Platel en De Bruyckere samen. Naast een flinke portie eigen ellende, kreeg hij er die van een versleten cultuur ook nog bij. Hij zag hoe de bourgeoisie van het maatschappelijk trio – politiek, economie en financiën – een uitbuiter was, waar de kleine burgerman het grootste slachtoffer van is, en dat zijn ellende maar zou toenemen. Wat ook gebeurde. Drie jaar na zijn dood, in augustus 1914, begon een slachtpartij die de geschiedenis in zou gaan als Wereldoorlog I.
Verzwaard gemoed
We lezen boeken over de eerste massamoord van de twintigste eeuw, kijken naar documentaires die deze periode met zwart bloed bevestigd weten door wat ons in de middenschool is ingepeperd. Zo gedetailleerd dat we er, volwassen geworden, ongevoelig voor zijn geworden. Ja, dat gebeurde, volgende bladzijde alstublieft. De voorstelling drukt de toeschouwer echter zo sterk op de feiten, dat hij inziet hoe die bladzijde van toen de bladzijde van vandaag is. Hij verlaat de zaal met een verzwaard gemoed. Dat ‘verzwaard’ wordt benadrukt door een minutenlange, staande ovatie. Het wachten is enkel op Doomsday, in vroeger tijden Apocalyps geheten.
Nicht schlafen wil een waarschuwing zijn. Mensen, we staan aan de rand van afgrond. De dansers zijn gezien door het verhaal van Alain Platel en de beeldvorming van Berlinde de Bruyckere – de achter- en zijwand in de vorm van een versleten, vaal doek vol gaten en scheuren, is even belangrijk als de dode paarden – de dansers dus, zijn geen dansers maar kunnen gezien worden als soldaten, maar ook als een eindeloze stoet van vluchtelingen die elkaar vertrappen en verscheuren. Bij momenten is er een rustpauze, te vergelijken met het bestand op Kerstavond van 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, door de soldaten over zowat het gehele front zelf georganiseerd, en dat een paar dagen duurde. De legerleidingen waren fel gekant tegen deze Pax Noël. Maar ja, als je in een kasteel reebok zit te eten met kroketten, veenbessen en rode wijn, is het moeilijk het slijk te zien in de hersens van de frontsoldaat.
Wakker blijven
Na een week van rust was het weer nicht schlafen geblazen. Wakker blijven en doden om zelf niet gedood te worden. Zo bekeken heeft de titel van de voorstelling meer dan één betekenis. Nicht schlafen geldt voor alle tijden, rassen, religies, generaties. Dat de eerste letter van de titel van de voorstelling in deze beschouwing uit ‘de onderkast’ [grafische term] geplukt werd, is bewust. Alain Platel kiest, psychologisch gezien, van de titel tot de voorstelling, voor wie in het onderste van de kast zit.
tauberbach [ook al uit de onderkast gevist] zette de mens neer als ‘De mens als vod’. Zo luidde ook de titel van mijn recensie. Zat er nog hoop in deze productie, in nicht schlafen rest slechts wanhoop: ‘De vod als mens’.
Het slagveld
De rustpauze, wat hoger verklaard, zit ook in de voorstelling. Met volksliederen die door de Afrikaanse spelers/dansers worden gezongen. Een tweede rustpauze is het strelen van de dode paarden en een derde het verlaten van de speelvloer om plaats te nemen op de publiekstribune, te kijken naar het slagveld met de dode paarden. Het doet denken aan een compositie van Ludwig van Beethoven uit 1813, Wellington Sieg op. 91. Als de slag gestreden is lopen soldaten rond om gewonde mensen en paarden het genadeschot te geven. Beethoven componeert het zo scherp dat de schoten je naar de keel grijpen.
Van hoogtepunt tot dieptepunt
Tauberbach en nicht schlafen, tot besluit, vormen een tweeluik. Is de muziek van het eerste luik van J.S. Bach, dat van het tweede van Gustav Mahler. Bach componeert het glorieuze hoogtepunt van de Westerse cultuur. Mahler het roemloos dieptepunt ervan. Wat volgt is de neergang. En toch wordt die periode vaak als een noodzakelijk kwaad gezien door historici. Alain Platel heeft dat soort van wetenschappers met nicht schlafen op de vingers getikt.
Uw theaterdetective was aanwezig bij de eerste voorstelling. Hij zal dat ook zijn bij de laatste. Een goede vriend, een meester in zijn vak, groet men tweemaal. Bij het komen en gaan.
‘Nicht schlafen’ – regie: Alain Platel – decor Berlinde De Bruyckere – muziekregie: Steven Prengels – productie: Les ballets C de la B – coproductie: Ruhrtriennale
Vlaamse Opera Gent – 31 januari & 1 februari –
info: www.cdlb.be – tickets: www.operaballet.be
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.