Niet louter ‘Arabisch stamdenken’, maar vooral de islam vormt het probleem
Opinie
Op de opiniebladzijden van De Standaard werd getwist over de vraag of het Arabisch stamdenken de democratie in de weg staat in het Midden-Oosten. Sam Van Rooy, publicist en medewerker van de studiedienst van het Vlaams Belang, vindt in een vrije tribune dat het aspect islam in beide gevallen ten onrechte wordt genegeerd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn een stuk dat De Standaard overnam van NRC Handelsblad schrijft Youssef Azghari, zelfverklaard ‘bruggenbouwer’ en mij tot nog toe onbekend, dat ‘Arabieren blijkbaar nog niet klaar zijn voor democratie’ omdat het ‘stamdenken blijft domineren’. Dat is juist, maar Azghari slaat de bal mis wanneer hij die ‘stammen-mentaliteit’ volledig loskoppelt van de islam. De islam is niet gewelddadig, vindt Azghari, en de profeet Mohammed, zo schrijft hij, ‘positioneerde zich als fel tegenstander van dat stamdenken’. Azghari schrijft het ‘gebrek aan tolerantie en respect voor minderheden’ en de ‘arrogante houding’ van Arabieren toe aan de Arabische (en niet de islamitische) cultuur, want ‘ze dateren van ver voor de islamitische jaartelling’. Samengevat stelt Azghari: de Arabische cultuur was reeds achterlijk voordat de islam ontstond en de islam werkt eerder positief omdat Mohammed het stamdenken tegenging.
De oemma is de ‘oerstam’
In een recent artikel stelt Leon De Winter terecht dat de ‘primitieve waarden en normen van Arabische bedoeïenen sluimeren onder de complexe theologie van een felle monotheïstische krijgerscultuur’. De ‘sociale organisatie’, zo zegt hij – die is ontstaan als gevolg van de Arabische stammen-mentaliteit – ‘is vrijwel naadloos overgegaan in de islam’. De islam is daardoor een op tribale waarden gebaseerde politieke religie. De Winter: ‘De “kafir” (ongelovige) is de vijand par excellence. De ware gelovige is met hem tot het einde der tijden in oorlog. Volgens de conservatieve islam leven wij, kafirs, in de Dar al-Harb, ofwel in het Huis van Oorlog.’ De islam heeft met andere woorden de Arabische stammenmentaliteit geïncorporeerd en gaat uit van een oerstam, de oemma of wereldwijde islamitische gemeenschap, die alle moslims – Arabisch en niet-Arabisch – verenigt in vijandschap jegens de niet-moslim. De islam beschouwt zichzelf immers veruit superieur aan het jodendom en christendom; volgens de islam zijn joden en christenen vervalsers.
‘Minderheden koesteren’
Wanneer Azghari schrijft dat ‘Arabieren hun eigen minderheden moeten leren koesteren’, doet hij alsof christelijke Arabieren in wezen niet verschillen van islamitische Arabieren, terwijl de praktijk uitwijst dat overal in de Arabische wereld christenen lijden onder islamitische agressie. Na de massale uittocht van de met geweld en agressie bejegende Joden uit de Arabische wereld zeventig jaar geleden, zijn nu de christenen aan de beurt. De ranglijst christenvervolging van Open Doors wordt dan ook zwaar gedomineerd door moslimlanden. Om nog te zwijgen over andere niet-islamitische minderheden, zoals de bahai in Iran. Dat verder ook sjiieten en soennieten elkaar voortdurend naar het leven staan, heeft alles te maken met de starre, intolerante en gewelddadige aard van de islam. Kleinere islamitische bewegingen zoals die van de ahmadiyya en de soefi’s, worden afvallig verklaard en vervolgd.
En-en-verhaal
Wanneer Azghari aanhaalt dat ‘kritiek op de eigen stam soms met de dood wordt bekocht’, beseft hij blijkbaar niet dat dit eens te meer geldt voor kritiek van de moslim op zijn (oer)stam, de oemma, en op de islamitische wetten die daarbinnen gelden. (Vermeende) kritiek op de islam wordt niet zelden als afvalligheid bestempeld en in het beste geval bestraft met gevangenisstraffen en lijfstraffen, in het slechtste geval met de dood. De gevallen zijn legio en dat is ook logisch, want zulke achterlijkheden worden voorgeschreven door de sharia, de islamitische wet, die voor de OIC (Organization of the Islamic Cooperation, een intergouvernementele organisatie van 57 moslim- en bijna-moslimlanden) als onaantastbaar geldt. Ik heb echter geen weet van veel christelijke (Arabische) afvalligen die worden vermoord. Dat de mentaliteit van Arabische christenen evenzeer de democratie in de weg staat als de mentaliteit van Arabische moslims, zoals Azghari beweert, wordt tegengesproken door zowel de theorie als de praktijk. Beweren dat het ‘gebrek aan tolerantie en respect voor minderheden’ alleen een gevolg is van de Arabische stammenmentaliteit en niets met de islam heeft te maken, is dus onzin. Het is een en-en-verhaal: de Arabische stammenmentaliteit in de Arabische wereld én de intolerante en gewelddadige islamitische leer in de Arabische wereld en elders – die daar gedeeltelijk is uit voortgekomen – zijn het probleem.
Superioriteitsgevoelens
Wanneer zullen Arabieren dan klaar zijn voor de democratie, voor de vrije democratische rechtsstaat? ‘Kinderen in de Arabische wereld moeten leren onafhankelijk te denken en het wij-zij-denken afleren’, stelt Azghari terecht, en hij dicht daarbij Arabieren ‘misplaatste superioriteitsgevoelens’ toe: ‘Wij zijn goed en komen in de hemel, zij zijn slecht en verdienen de hel, dus kan ik ze gerust de hersens inslaan’. Dat deze misplaatste superioriteitsgevoelens niet (louter) een gevolg zijn van Arabisch stamdenken maar (ook) van de islamitische superioriteitsleer die daar deels is uit voortgekomen, wil Azghari echter niet geweten hebben. Alsof het evenzeer de Arabische christenen zijn die zich superieur voelen en gedragen ten opzichte van de Arabische moslims. Alsof het in Egypte evengoed koptische christenen zijn die jihad voeren tegen moslims. Een blik op de titel van het boek van Youssef Azghari brengt evenwel enige verheldering inzake zijn opvatting: ‘Mijn jihad. Waarom de westerse waarden niet botsen met de islam’. Ik heb het boek niet gelezen, maar alleen al het droge feit dat de OIC de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondergeschikt heeft verklaard aan de sharia, bewijst Azghari’s ongelijk: de islam staat in essentie haaks op de humane wijze waarop wij in het Westen het begrip mensenrechten hebben opgevat.
Arabieren en democratie
Wanneer zullen Arabieren dan wél klaar zijn voor de democratie, voor de vrije democratische rechtsstaat? Wanneer ze in groten getale een mentale en culturele omslag maken en de collectivistische islam van zich afwerpen, in de overtuiging dat slechts vrijheid en individualisering tot succes kunnen leiden; wanneer ze in groten getale van het besef zijn doordrongen dat een staat die op de (tribale) islamitische waarden is gebaseerd, geen enkele vooruitgang zal kennen maar slechts stilstand en ellende. Leon De Winter heeft het in dat verband over ‘de eerbiediging van de andersdenkende, het vermogen compromissen te sluiten, het aanvaarden van de gedachte dat ook de tegenstander de vrijheid van meningsuiting bezit’. Anders gezegd: zolang recente onderzoeken, bijvoorbeeld van het PEW Research Center, aantonen dat meerderheden in Arabische landen er inhumane denkbeelden op nahouden die gestoeld zijn op de islamitische leer – zoals het feit dat maar liefst 84 procent van de Egyptische moslims vindt dat afvalligen mogen worden gedood, een rechtstreeks gevolg van de sharia – kan er niets ten goede veranderen. De Winter slaat dan ook de spijker op de kop met zijn conclusie: ‘Het is geen toeval dat elk land waar de islam een meerderheidsreligie is, het overlevingsgevecht in een globaliserende wereld aan het verliezen is. De sprong van een op tribale waarden gebaseerde religie (de islam eist per definitie de staatsmacht op) naar de seculiere, open samenleving (die de absolute voorwaarde is voor een wereld waarin vrij onderzoek van vrije individuen de technologie aanjaagt) is gedoemd te mislukken zolang de gesloten ideeën- en waardenwereld van de traditionele islam de bepalende ideologie vormt.’
Chams Eddine Zaougui moest reageren
Het zal u wellicht niet verbazen dat het stuk dat u nu leest door de redactie van De Standaard werd afgewezen, eerst omdat ze ‘geen ruimte kunnen vrijmaken’, desgevraagd omdat ze ‘voor een andere auteur hebben gekozen om te reageren op de bijdrage’. Ik dacht toen: de DS-redactie zal het stuk van Azghari, ondanks het feit dat het zeer islamvriendelijk is, toch wel érg fel hebben geworden omdat het in wezen de Arabische (stammen)cultuur achterlijk en fundamenteel noemt, en ze zal wel aan huisideoloog en vaste Egypte-duider Chams Eddine Zaougui een politiek correcte tegenreactie hebben gevraagd die simplistisch stelt: de Arabische cultuur en het Arabische volk zijn goed, de Arabische machtshebbers zijn slecht en dragen alle schuld; cultureel marxisme. En voorwaar, zo geschiedde: Eddine Zaougui mocht een dag later – (voorlopig?) alleen in de papieren DS – concluderen dat ‘de grootste uitdaging is om een einde te maken aan oude politieke gewoontes die nog altijd doorwerken. En niet, zoals Azghari beweert, om te trachten een culturele bagage van zich af te schudden die nefast is voor democratie.’ Een gemakzuchtige en foute conclusie, want die zogenaamde ‘oude politieke gewoontes’ zijn natuurlijk juist het gevolg van vooral een ‘culturele bagage’ die doordrongen is van zowel de Arabische stammenmentaliteit als inhumane islamitische principes.
Pensée unique in de media
De visie van Youssef Azghari – ‘het probleem is de Arabische stammencultuur’ – en de door DS bestelde reactie van Chams Eddine Zaougui – ‘cultuur speelt geen rol; de Arabische machthebbers zijn het probleem’ – hebben eigenlijk dezelfde essentie en zijn dus in hetzelfde bedje ziek: de intolerante islam(itische cultuur) is geen probleem en is zeker niet hét probleem. Sinds ik 16 jaar oud ben lees ik de Vlaamse kranten. Ik ben nu 28. Na meer dan tien jaar de Vlaamse media nauwgezet te hebben gevolgd is de conclusie de volgende: in De Standaard en De Morgen, de zogenaamde “kwaliteitskranten”, mag iedere straathoekwerker of zelfverklaard bruggenbouwer een stuk publiceren dat lief is voor de islam (of stout is voor Israël); de zogenaamde pensée unique. Voor ware islamkritiek, in welke context ook, is in die kranten – behalve wanneer het afkomstig is van bepaalde grootheden waar men niet rond kan, zoals een Etienne Vermeersch en een Ayaan Hirsi Ali – geen plaats.
De Amerikaanse journalist Bruce Bawer kwam 15 jaar geleden in Europa wonen, leerde enkele talen en stelde het volgende vast: ‘Opiniërende artikels in Europese kranten worden niet geschreven met het doel nieuwe ideeën voor het debat aan te dragen, maar om de massa’s eraan te herinneren wat ze moeten denken. (…) Het klinkt allemaal heel politiek divers, en als het om relatief kleine binnenlandse zaken gaat, is het ook divers. Maar bij voorname politiek-filosofische vraagstukken verschrompelen de verschillen.’ (Terwijl Europa Sliep, Meulenhoff, 2006) Mijn ervaring leert me dat Bawers uitspraak nog veel meer geldt voor Vlaanderen dan voor Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sinds de komst van het internet de islamkritische blogs – de ene al wat professioneler en koosjerder dan de andere – als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten.
De auteur werkt voor het Studiecentrum Vlaams Belang, is Publicist, mede-samensteller en auteur van ‘De islam. Kritische essays over een politieke religie‘ en van ‘Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU‘
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.
Sam van Rooy (VB): ‘Wie gelooft dat Bart De Wever, als burgemeester en/of als premier, deze evolutie van islamisering kan tegengaan met traditionele partijen?’
Ontslagnemend staatssecretaris Alexia Bertrand zegt dat regeringsdeelname van haar partij erg moeilijk wordt. Maar niet onmogelijk is.