JavaScript is required for this website to work.
post

Nieuw licht op de duistere eeuwen van Italië

Een nieuw, boeiend verhaal over dit rijke land

Luc Pauwels22/10/2021Leestijd 4 minuten

foto ©

De periode 400-1000 is er in Italië een van indringers, bezetters en verscheurdheid. Maar ze is ook boeiend en de moeite waard om te kennen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na confrontaties met de Hunnen, de Goten en de Vandalen valt het ooit zo glorieuze West-Romeinse Rijk definitief in 476. Over de duistere eeuwen die volgen, weten we eigenlijk weinig. Alfons Caris vertaalde met verve en precisie het nieuwe boek van Indro Montanelli en Roberto Gervaso Italië, de donkere eeuwen 400-1000. Een vlot leesbare aanrader. Luc Pauwels sprak met hem.

Geen overzicht

Over Italië is al zo oneindig veel gepubliceerd. Was dit werk wel nodig?

‘Het klopt dat er veel wordt gepubliceerd over Italië, niet in het minst omdat het zo’n populair vakantieland is. Maar als Vlamingen of Nederlanders zich in hun eigen taal willen verdiepen in de geschiedenis van Italië, zullen ze teleurgesteld zijn. Er bestaan geen overzichtswerken die een breed beeld geven van de algemene geschiedenis van Italië. Dat was voor mij een belangrijk motief om een vertaalproject op te starten dat de hele periode vanaf de nadagen van het Romeinse rijk tot de Italiaanse eenwording (1861) in beeld brengt. Italië, de donkere eeuwen is de eerste aflevering en gaat tot het jaar 1000.’

U bent de getalenteerde vertaler uit het Italiaans. Wie is Indro Montanelli, de belangrijkste auteur?

‘Montanelli is een van de belangrijkste naoorlogse publicisten van Italië. Hij heeft tientallen boeken en een ontelbaar aantal artikelen op zijn naam staan. En er zijn legio biografieën over hem verschenen. Montanelli was een nogal eigenzinnige en tegendraadse figuur. Hij had geen academische opleiding tot historicus, maar als gepassioneerd liefhebber van geschiedenis ergerde hij zich aan de geschiedschrijving in Italië: streng academisch en vaak ook ideologisch van aard, nauwelijks toegankelijk voor het grote publiek.

Met de monumentale 22-delige serie Storia d’Italia heeft hij daar radicaal verandering in gebracht en de geschiedenis van zijn land ontsloten voor de gewone landgenoot, in gewone taal. Het succes was enorm: er zijn miljoenen boeken verkocht van deze serie.

Atilla de Hun

Attila werd ‘de Gesel Gods’ genoemd. Gingen hij en zijn vandalen zo wreedaardig tewerk als onze geschiedenisboekjes, zij het summier, vermelden?

‘Tja, een man als Attila met zijn horden is natuurlijk legendarisch, en dat is meteen het probleem. Ik ben zelf ook geen historicus, maar het is een bekend gegeven dat er in de vijfde eeuw geen geschiedschrijving werd bedreven zoals we die nu kennen. Bronnen uit die tijd zijn in principe altijd discutabel, en bovendien schaars. Dat Attila op zijn plundertochten enorme verwoestingen heeft aangericht op de Balkan, in het toenmalige Gallië, in Duitsland en in Noord-Italië, is voor zover ik weet niet aan twijfel onderhevig.’

Over naar Geiserik en de Vandalen dan. Hebben die het verdiend dat ‘vandaal’ in vele talen een synoniem is geworden van rover, bruut, monster, onmens, wreedaard, vernietiger?

‘Hier speelt hetzelfde probleem. Geschiedschrijvers en chroniqueurs waren doorgaans bevooroordeeld of slecht geïnformeerd en hadden altijd wel een of ander belang bij hun verhaal. Een instantie als de Kerk heeft als geen ander haar stempel gedrukt op de overlevering die tot op de dag van vandaag ons beeld van allerlei gebeurtenissen bepaalt.’

‘Montanelli zegt over het begrip ‘vandalisme’, zoals we dat nu kennen, dat dit waarschijnlijk synoniem werd voor gruweldaden niet zozeer vanwege de manier waarop de Vandalen omgingen met veroverde steden en overwonnen volkeren, want die manieren waren ‘normaal’, maar veeleer vanwege de bloedige praktijken waarvan Geiserik zich bediende bij zijn fanatieke vervolging van andersdenkenden. De Vandalen hingen het arianisme aan en Geiserik beschouwde christenen die de leer van Rome aanhingen als ongelovigen. Mogelijk was dit, afgezien van het vooruitzicht van buit, voor hem ook het motief om Rome te plunderen.’

Het decadente Rome

Een ander cliché is dat van het ‘decadente Rome’. Wat moeten we ons daaronder voorstellen?

‘Rome had al lang voor de uiteindelijke val in 476 zijn vooraanstaande positie verloren. Alleen in cultureel en intellectueel opzicht was het nog het centrum van Italië. Het gros van de bevolking bestond uit paupers, maar er was ook een kleine bevoorrechte klasse van families die in de loop van de eeuwen enorme rijkdom hadden opgebouwd en baadden in weelde. Ook al banjerde de stad achteruit, voor hen ging het luxe leventje gewoon door. Die contrasten zijn door verschillende tijdgenoten treffend beschreven.’

Ook onze voorouders, de Franken, hebben zich niet onbetuigd gelaten. Hoe moeten we hun inmenging begrijpen?

‘In de zevende eeuw en de eerste helft van de achtste eeuw waren de Longobarden heer en meester in Italië. De verhoudingen tussen Franken en Longobarden waren aanvankelijk goed, maar tijdens het Frankische koningschap van Pepijn de Korte zien we daar verandering in komen. De stokende partij was de paus, die zich bedreigd voelde door de Longobarden en erop uit was om de macht van de Kerk in Italië fors uit te breiden.’

‘In feite spande hij de Franken voor zijn karretje. Karel de Grote trouwde nog met een dochter van de Longobardische koning Desiderius, maar dat huwelijk liep spaak en door het aanhoudende gemanipuleer van de Kerk liep de zaak uit de hand. Uiteindelijk veroverden de Franken Italië op de Longobarden.’

Vegetariër

Wat bracht Karel de Grote, naar het schijnt een vegetariër, tot stand in Italië?

‘Onder het bewind van Karel was er een periode van relatieve rust in Italië, al was de situatie na de chaos in de voorbije eeuwen niet best. Karel toonde zich mild voor de Longobarden. Enkele hertogdommen, zoals dat van Benevento, mochten onafhankelijk blijven en er werden Longobarden in bestuurlijke functies benoemd.’

‘Karel was vooral uit op rust en consolidatie. Met het Italië van beneden Rome wilde hij zich niet bemoeien. Dit tot grote ergernis van de paus, die de hete adem van machthebbers in het zuiden in zijn nek bleef voelen en zich gedwarsboomd zag in zijn eigen expansieve ambities. Na de dood van Karel was het, zoals bekend, snel gedaan met het Frankische rijk en trad in Italië een lange periode van anarchie in.’

Arabieren

Vanuit het zuiden kwamen de Arabieren opzetten, toen al. Ging daar een islamiseringsgolf mee gepaard?

‘In sommige gebieden die door de Arabieren veroverd werden kreeg de islam snel voet aan de grond, in andere niet. Dat had waarschijnlijk met lokaal regime en lokale omstandigheden te maken, en ook met de duur van de overheersing. Op Sicilië, dat zo’n twee eeuwen in handen was van de Arabieren, zie je wel allerlei invloeden, maar de islam heeft er geen wortel geschoten. Voor zover ik weet werd er ook geen systematische religieuze dwang of drang uitgeoefend. Er waren wel voordelen verbonden aan bekering tot de islam, maar van gewelddadig opleggen van het geloof was op Sicilië geen sprake; ik ken er in ieder geval geen voorbeelden van.’

Waarom zou een Italiëliefhebber zich moeten verdiepen in de geschiedenis van dat land?

‘Omdat er dan voor hem of haar nog veel meer te genieten valt. Italië is een ingewikkeld land met een ingewikkelde geschiedenis. Veel van wat je in Italië ziet is zonder achtergrondkennis niet goed te begrijpen. De sleutel is toch wel een basaal begrip van de historie. Daarmee kun  je al het bijzondere dat Italië te bieden heeft in perspectief plaatsen, een plekje geven in het grote verhaal. Geloof me, je doet jezelf er een plezier mee.’

 

Het boek Italië, de donkere eeuwen 400-1000 is hier te koop. 

 

 

 

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties