Noord-Koreaanse nachtmerrie verpakt in Amerikaanse droom
Om verschillende redenen wagen we ons in dit blad zelden aan filmbesprekingen. Tenzij een Vlaamse filmmaakster er in Noord-Korea in slaagt een lichtvoetige ontspanningskomedie te co-regisseren, te co-produceren en te bombarderen tot kaskraker in de Noord-Koreaanse bioscopen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Vlaamse cineaste Anja Daelemans kreeg het voor elkaar om samen met de Britse co-regisseur Nick Bonner en co-producente Ryom Mi Hwa – dochter van een bekende Noord-Koreaanse cineast – de eerste fun-prop fictiefilm in Noord-Korea te realiseren.
Comrade Kim goes flying is een ogenschijnlijk onschuldig, in snoepjeskleuren gedrenkt romantisch propagandasprookje dat de technicolornostalgie opnieuw tot leven wekt.
Censuur
Deze ode aan de Noord-Koreaanse proletariaatsdictatuur is evenwel opmerkelijk omdat het regime aan de weinige buitenlandse gasten die er worden toegelaten, geen duimbreed vrijheid gunt en berucht is om zijn mededogenloze, paranoide censuur- en controledrift. De Noord-Koreaanse film kent dan ook geen sociale satire, laat uiteraard geen culturele en politieke kritiek toe en staat uitsluitend in dienst van de ideologische volksopvoeding. Dit uitzonderlijk filmproject werd bovendien onder de voormalige dictator Kim Jong-il opgestart en nam uiteindelijk zes jaar in beslag. Onlangs ging de film in Belgische première.
Mensenrechten
Noord-Korea en filmisch vertier, die surrealistische combinatie verdient uitaard enige aandacht omdat we dit hermetisch, militair-dictatoriaal restant van de koude oorlog toch vooral kennen als een paradijs voor mensenrechtenschenders, eerder dan een filmparadijs. Een uitgelezen moment dus om ook deze merkwaardige fictieprent te belichten, al was het maar om er het debat over te openen en dieper in te gaan op deze uitzonderlijke Belgisch-Britse samenwerking met het Noord-Koreaans regime.
Onder meer het VRT-journaal, De Zevende Dag, de radio1-programma’s De Ochtend, Joos en Babel (Klara) schonken er ruim aandacht aan. Maar kritische kanttekeningen waren nergens te bespeuren.
Compromissen
Integendeel, kijkers en luisteraars werden vooral aangemoedigd om hun vooroordelen over Noord-Korea te laten varen. In het VRT-journaal van 22 april werd het regime omsluierd voorgesteld als ‘uiterst gesloten’. ‘Maar blijkbaar kunnen buitenlanders er toch mee samenwerken, als ze bereid zijn om compromissen te sluiten’.
Wie wat dieper graaft, leert echter snel dat de film niet zo onschuldig en vrijblijvend oogt als Daelemans tijdens haar vele VRT-interviews liet uitschijnen. Ook de ‘volledige vrijheid’ die de filmmaakster naar eigen zeggen in Noord-Korea genoot, berust grotendeels op fictie.
De Noord-Koraanse film director van Comrade Kim goes flying, Kim Gwang Hun, maakte eerder verschillende militaire films voor het regime. De beide buitenlandse regisseurs kregen dan ook geen toegang tot verschillende locaties, zoals de staalfabriek en de steenkoolmijn in de film. Bovendien is de Britse co-regisseur behalve documentaire-filmmaker, ook touroperator die sedert de jaren 1990 met Koryo Tours vanuit Beijing, Noord-Korea als excentrieke reisbestemming promoot. Het reisagentschap van Bonner is erkend door de Korea International Travel Company, de reistak van het Noord-Koreaanse regime. Bij Koryo Tours doet Comrade Kim dezer dagen dankbaar dienst als commercieel uithangbord: ‘If you’re interested in North Korea, you simply have to see their films’, noteert Daelemans op de Koryo-website.
Noord-Koreaanse droom
Ondertussen prijkt de oubollige fictiefilm – door de ontegensprekelijke curiosumwaarde eerder dan de filmische kwaliteiten – wereldwijd op de affiche van ruim twintig filmfestivals. Het lijkt er dan ook sterk op dat deze door het Noord-Koreaanse regime gefinancierde film (kostprijs: 1,8 miljoen dollar) in eerste instantie is bedoeld om de internationale gemeenschap te charmeren en enige sympathie te kweken voor het regime.
In de film wordt Noord-Korea voorgesteld als een arbeidersparadijs, waar individuen – een vrouwelijke arbeidster bovendien – bij de gedachte aan de grote leider Kim-Il-Sung (het enige overleden staatshoofd dat officieel nog steeds de leiding heeft over het land) erin slaagt haar droom waar te maken. ‘Anything is possible’ titelt de filmtrailer.
Het stemt dan ook tot nadenken dat het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) 25 000 euro steun veil had om deze co-productie te promoten.
Personen |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.